De lessen die Nederlandse geothermie kan leren van de buren

13.06.2022 Simone Tresoor

De lessen die Nederlandse geothermie kan leren van de buren

Nederland heeft rond de 24 doubletten die aardwarmte produceren, meestal op 2.000 tot 3.000 meter diepte. Momenteel wordt geothermie in Nederland vooral gebruikt voor glastuinbouw, maar om geothermie te gebruiken voor het verwarmen van woonwijken moet er nog een stap worden gezet. Hoe doen de buurlanden dat?

Vlakbij Parijs, in Vallée de la Marne, is het project Geomarne goed voor de verwarming van 10.000 woningen. Hier wordt het water op 1.900 meter diepte bij 70 graden Celsius uit de grond gehaald en via een energienetwerk van 19 kilometer naar de woningen vervoerd.

Een geothermische bron gaat 30 jaar mee, al zijn er voorbeelden die al langer meegaan
De voorraad aardwarmte in de aarde is onuitputtelijk, maar een specifieke geothermische bron levert niet oneindig warmte, na verloop van tijd koelt die af. Een geothermische bron gaat circa dertig jaar mee, afhankelijk van de eigenschappen van de ondergrond. Uit ervaring is duidelijk dat bronnen ook langer mee kunnen. In het Bekken van Parijs, met in het midden de stad Parijs, haalt men bijvoorbeeld al sinds 1969 water voor verwarming uit de diepe ondergrond.

Denemarken en Duitsland
Een ander mooi voorbeeld is Denemarken; het land heeft voor Nederland een voorbeeldfunctie als het gaat om warmtenetten, maar de overheid ziet ook in dat aardwarmte daar een goede aanvulling kan zijn. De geologische condities zijn er goed. In de gemeente Aarhus (330.000 inwoners en 180.000 huishoudens) is 95 procent van de huishoudens aangesloten op de stadsverwarming. Er wordt hier een geothermische centrale gebouwd die in 2025 warmte kan leveren en in 2030 volledig zal zijn uitgebreid. Dit met een geplande capaciteit van 110 megawatt waarmee in 20 procent van de stadsverwarmingsvraag kan worden voorzien. Dit zou een verminderde CO2-uitstoot van maximaal 165.000 ton betekenen.

En ook in München zijn er twintig jaar geleden al proefboringen gedaan. Die boringen waren zo goed qua temperatuur en doorstroming in de putten dat er besloten werd warmtenetten uit te rollen, met als ambitie daar in 2025 profijt van te hebben. In Duitsland is het beleid ander; geothermische installaties krijgen maximaal twintig jaar subsidie op hun elektriciteitsproductie en er zijn verschillende opstartkredieten beschikbaar om de risico’s bij de aanleg van een installatie te verkleinen.

Welke lessen kan Nederland leren van zijn buren?
Ten eerste vraagt een dergelijk groot project een goede samenwerking en communicatie tussen alle betrokken partijen en wat heel belangrijk is: de politiek moet het dragen en ervoor gaan. Maar Nederland kan ook leren van de publiek-private samenwerking tussen enerzijds de bedrijven die het warmteproject uitvoeren en de ondergrondrisico’s dragen en anderzijds degenen die het project uitrollen en de infrastructuur regelen.

Als de businesscase goed geregeld is kan de politiek sturen met financiële mechanismen.  En die financiële mechanismen zijn dan ook direct de derde les. Dat is momenteel nog echt complex in ons land, vooral als je kijkt naar de regels die aan de SDE-subsidies kleven.

Merkt de omgeving veel van geothermie?
De eerste stap die genomen wordt is het doen van seismologisch onderzoek om de ondergrond in kaart te brengen. Dit wordt meestal gedaan met voertuigen die zijn uitgerust met sensoren. De omgeving kan daar iets van merken, de trilling doet denken aan een zware vrachtwagen die door de straat rijdt.

Als het seismologisch onderzoek positief is wordt er een proefboring gedaan, waarbij er tests worden gedaan om te kijken of het waterreservoir geschikt is voor de winning van aardwarmte. De laatste fase is de daadwerkelijke winning en hier worden installaties voor aangelegd. De warmtewisselaars en injectiepompen kunnen geluid veroorzaken. De putten zijn niet overdekt, maar deze maken geen geluid.

Drinkwater en geen tweede Groningen
Toch zijn mensen zijn vaak huiverig of zo’n boorput geen nieuwe problematiek als in Groningen veroorzaakt of ze vragen zich af of het drinkwater geen gevaar loopt. Een groot verschil met gaswinning is dat er bij geothermie sprake is van een gesloten systeem; dezelfde hoeveelheid water die wordt opgepompt, wordt ook teruggepompt de bodem in. Hierdoor ontstaat er geen drukverschil in de bodem. Dit is een groot verschil met gaswinning; waarbij er alleen gas uit de bodem onttrokken wordt waardoor drukverschil in de bodem kan ontstaan.

Hans Bolscher, voorzitter van Geothermie Nederland: “Ook wij willen natuurlijk alleen veilig en verantwoord boren zonder risico’s voor drinkwater. Dat gebeurt nu ook; er zijn geen incidenten met drinkwater en er is altijd goed overleg met lokale autoriteiten en drinkwaterbedrijven. Er kunnen zich geen problemen met drinkwater voordoen omdat er geen aardwarmte wordt gewonnen in (gereserveerde) drinkwatergebieden. In de afgelopen tien jaar dat aardwarmte is gewonnen is er op geen enkele plaats in Nederland sprake geweest van drink-watervervuiling.”