De warmtetransitie moet 'haalbaar en betaalbaar', dus komen er hybride oplossingen

25.01.2022 Jan de Wit

De warmtetransitie moet
Proeftuin Garyp ©Programma Aardgasvrije Wijken

Elke gemeente moet voor eind 2021 een Transitievisie Warmte opstellen. Hiermee maken gemeenten het tijdspad inzichtelijk wanneer ze welke wijken of buurten van het aardgas kunnen afkoppelen. Voor wijken of buurten die voor 2030 gepland staan, maken gemeenten ook al de mogelijke warmte-alternatieven bekend. Maar het oorspronkelijke plan om woningen in één klap aardgasvrij te maken wordt nu losgelaten, voor veel woningen blijkt dit té duur.

De opdracht voor gemeenten om een wijkgerichte aanpak op te stellen komt uit het Klimaatakkoord, waarin bepaalt is dat de gemeente hier de regierol krijgen. Uiteindelijk moeten al die gemeenten samen ervoor zorgen dat Nederland in 2050 aardgasvrij zal zijn.

Hoe een gemeente dit gaat oppakken en in welke wijk ze wanneer aan de slag gaat, beschrijft de gemeente in de Transitievisie Warmte. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat iedere gemeente voor het eind van 2021 een transitievisie heeft. Of dit alle gemeenten op tijd gelukt is, is nog niet duidelijk.

Het Kennis- en Leerprogramma Aardgasvrije Wijken heeft samen met gemeenten die al een Transitievisie hebben opgesteld, een stappenplan gemaakt. Dit plan beschrijft stap voor stap welke mogelijkheden een gemeente heeft, welke stakeholders het beste kunnen worden betrokken en welke keuzes per stap mogelijk zijn.

De eerste Transitievisie Warmte heeft betrekking op een derde van de periode tot en met 2050. In de eerste periode moet opschaling centraal staan. Vanuit het Klimaatakkoord heeft de opgave tot en met 2030 daarom betrekking op ongeveer een vijfde deel van de gebouwenvoorraad, oftewel 1,5 miljoen woningen en andere gebouwen.

Wanneer niet al deze plannen optellen tot 1,5 miljoen woningen en een CO2-reductie van 3,4 megaton, dan zullen de plannen worden bijgestuurd. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de koepelorganisatie van alle gemeenten in Nederland, en het Rijk ontwikkelen een procedure over hoe die bijsturing eruit moet gaan zien. De verwachting is dat deze begin 2022 af zal zijn.

Hybride oplossingen
Om te bepalen welk alternatief geschikt is om huizen en andere gebouwen in een wijk of buurt te verwarmen heeft het Expertise Centrum Warmte samen met het Planbureau voor de Leefomgeving een tool ontwikkeld voor gemeenten: de Leidraad.

Die beschrijft per wijk of buurt vijf mogelijke warmtealternatieven en geeft aan wat de maatschappelijke kosten zijn en wat de kosten voor de eindgebruiker zijn. Met behulp van de Leidraad kunnen gemeenten een afgewogen keuze maken welk warmte-alternatief voor welke wijk of buurt het meest passend is.

Een interessant voorbeeld waar Programma Aardgasvrije Wijken zelf mee komt is proeftuin Garyp  van de Friese gemeente Tytsjerksteradiel. Ondanks dat er al tachtig woningen van het aardgas af zijn doordat ze volledig geïsoleerd zijn en er een elektrische warmtepomp is geïnstalleerd, wordt er nu voor een andere aanpak gekozen.

Voor een deel van de woningen blijken de kosten simpelweg te hoog en daarom voert de gemeente nu een stapsgewijze aanpak in. De gemiddelde investering in de proeftuin is tot nu toe 26.000 euro. In samenspraak met de bewoners is er daarom gekozen voor een extra optie met hybride oplossingen.

Mensen kunnen nog steeds in één keer aardgasvrij gaan
De investering is voor een groot deel van de woningen, met name voor de woningen die na de oorlog tot de jaren ’70 gebouwd zijn. Daarvoor zijn de gemiddelde kosten ongeveer 40.000 euro. Bij woningen gebouwd voor 1945 is de investering zelfs nog veel hoger dan 40.000 euro, vooral wanneer de woning geen spouwmuur heeft. Qua kosten en renovatieoverlast een enorme stap.

De woningen worden daarom nu eerst ‘aardgasarm’ gemaakt, zodat ze later met een paar aanpassingen toch van het aardgas af kunnen. Alleen woningen die voor 1995 zijn gebouwd komen nu nog in aanmerking om in één klap van het aardgas af te gaan. Maar ook zij kunnen kiezen voor de optie die nu het meest voor de hand ligt: isolatie in combinatie met hybride oplossingen.

“We laten de mensen zien wat de investeringen en de kosten zijn voor beide opties: aardgasvrij of hybride. Mensen kunnen vervolgens zelf de keuze maken. Soms scheelt het maar een paar duizend euro en kiezen mensen toch voor direct aardgasvrij”, aldus projectleider Jacob Miedema.