Europees emissiehandelssysteem bewijst zich ondanks prijsvolatiliteit

22.06.2022 Jan de Wit

Europees emissiehandelssysteem bewijst zich ondanks prijsvolatiliteit
©RWE

In mei 2021 ging de CO2-prijs voor het eerst door de grens van 50 euro per ton heen. Begin dit jaar werd zelfs bijna de 100 euro aangetikt. Sindsdien lijkt de prijs voor emissierechten enigszins gestabiliseerd te zijn op ruim 80 euro. Maar nog steeds ver boven de oorspronkelijke verwachtingen van beleidsmakers. Al is dat volgens Hans van Cleef, senior energie-econoom bij ABN AMRO, in het licht van de afgelopen maanden goed te verklaren. “Het blijft een politiek instrument.”

In een eerder interview met Warmte365 legde Van Cleef uit dat de toenmalige hoge emissieprijzen met name kwamen door marktspeculanten. “Zij speculeren op toenemende schaarste van emissierechten, verdere prijsstijgingen en zullen die rechten daarna met winst willen verkopen.”

Die prijsstijgingen hielden nog enkele maanden aan totdat de CO2-prijs op 8 februari piekte op 96,93 euro per ton. Vanaf de dag van de Russische invasie in Oekraïne begon de prijs echter hard te dalen tot een laagtepunt van 58,30 euro per ton CO2 op 7 maart.

“Na de Russische invasie schoten de grondstofprijzen nog verder omhoog”, memoreert Van Cleef. “Om succesvol te speculeren met futures contracten moet je een marge aanhouden en die schoten ook de lucht in, waardoor het vasthouden van de posities duur werd. Daarop hebben veel hedge- en beleggingsfondsen hun posities op emissierechten gesloten.”

Het aantal emissiehandelscontracten binnen het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) zag hij in deze periode snel afgebouwd worden. “Het volume van openstaande EU ETS-contracten is een fractie van eerdere situaties, maar het zijn met name de olie- en gascontracten die dramatisch zijn afgebouwd.”

En dat heeft de marktspeculanten vermoedelijk geen windeieren gelegd. “Over het algemeen hebben dit soort fondsen een redelijk korte horizon, dus ik verwacht dat het gros van hen flink verdient heeft.”

‘Het systeem werkt’
Drie dagen na de invasie stond de prijs alweer boven de 75 euro. De oorlog in Oekraïne was niet alleen de grootste veroorzaker van de snelle daling van de CO2-prijs, maar ook van het snelle terugveren. Van Cleef zag twee groepen inspelen op de prijsdalingen.

“De aardgasprijs schoot omhoog, waarna veel landen de productie van kolencentrales hebben opgeschroefd. Om die extra productie te realiseren moeten die kolencentrales ook meer emissierechten kopen. Daarnaast hebben ook verschillende industriële partijen extra emissierechten ingekocht. CO2-prijzen tussen de 80 en de 100 euro lijken het nieuwe normaal, dus als je die emissierechten toch wel nodig hebt, is 60 euro een aardige prijs.”

Het waren daarmee meer de daadwerkelijke gebruikers van emissierechten die ze vlak na het begin van de oorlog in Oekraïne kochten, en minder speculanten. Dat brengt ook een ander punt met zich mee, een dalend aantal beschikbare koolstofvergunningen verhoogt ook het risico op prijsvolatiliteit, zo waarschuwde ABN AMRO.

Polen, Tsjechië en Denemarken hebben hun bezorgdheid hierover al aan de Europese Commissie laten weten. “Zij willen marktspeculatie verbieden en hebben gevraagd de handel in de EU ETS over te laten aan de bedrijven in de betrokken sectoren”, zo schrijft de bank.

“De extreme volatiliteit die we de afgelopen maanden hebben gezien wil de Commissie wel uit de markt, maar niet door de speculanten uit de markt te weren”, stelt Van Cleef. “Zij zorgen namelijk ook voor liquiditeit, waardoor bedrijven meer mogelijkheden krijgen om te handelen. De CO2-prijs blijft al enige tijd rond de 80 euro hangen, dat de emissierechten dus niet uit de markt worden geprijsd geeft aan dat het systeem werkt en nog wel degelijk stuurt richting de klimaatdoelen.”

Meer emissierechten én meer verduurzaming kan niet
Wat volgens Van Cleef ook een reden is om speculanten niet van de markt te weren, is dat veel bedrijven met schaduwprijzen werken. Zij schatten de ontwikkeling van de prijs voor emissierechten op lange termijn in en baseren daar hun investeringsbeslissingen op.

“Dat doen ze op toekomstige prijzen van 100 tot 200 euro, dan loont het om nu al te investeren voordat de CO2-prijs die hoogte heeft bereikt. Daarnaast is de ontwikkeling van het EU ETS – waarbij in 2024 en 2026 weer extra emissierechten uit de markt worden gehaald – weliswaar een stok achter de deur, maar niet de enige reden voor bedrijven om hun activiteiten te verduurzamen. Het is wel zo dat sommige industrieën nou eenmaal sneller kunnen verduurzamen dan anderen.”

Met enige verbazing heeft hij daarom ook gekeken naar de recente ontwikkelingen op Europees niveau. Eerst stelde de Europese Commissie binnen REPowerEU namelijk voor om vanuit de Market Stability Reserve – een reserve bedoelt om het Europese emissiehandelssysteem stabiel te houden – 20 miljard euro extra emissierechten op de markt te brengen.

Volgens de Commissie zou dit moeten gebeuren “zonder de markt te verstoren”. Volgens Van Cleef kan dat helemaal niet. “Zo veel extra emissierechten op de markt brengen werkt altijd marktverstorend. Daarnaast bijt het met de klimaatdoelstellingen. Je kunt niet meer emissierechten veilen én de doelstellingen verhogen.”

Toch is het ook weer niet zo vreemd, want het EU ETS “blijft een politiek instrument”, merkt hij op. “Ik hoor wel vaker dingen die niet rijmen met de werkelijkheid vanuit de politiek. Als je als Europese Commissie duidelijk zegt dat we eerst onze afhankelijkheid van Russisch gas gaan afbouwen en daarna weer verder gaan verduurzamen heb je een prima verhaal, maar allebei tegelijk gaat niet. Je kunt de doelstellingen niet eindeloos verhogen, je loopt een keer tegen de grens aan.”

Maar waarom dan toch extra emissierechten de markt opbrengen? “REPowerEU is een groot programma dat toch gefinancierd moet worden. De energietransitie is gewoon niet makkelijk.”

Nationale belangen nu meer in het spel
Een klein jaar geleden presenteerde de Europese Commissie zijn Fit for 55-suggestie. Ondanks dat het breeduit besproken is en grote delen al door nationale overheden zijn geïmplementeerd, heeft het plan nog altijd de status van een suggestie.

Lees ook: Nederland neemt Fit for 55 over, maar beraadt zich nog op RepowerEU

Daar had onlangs verandering in moeten komen, maar het Europees Parlement stemde tegen grote delen van de suggestie. Frans Timmermans, als Eurocommissaris verantwoordelijk voor de Europese Green Deal en Fit for 55, waarschuwde nog dat landen het plan beter intact konden laten. “Je kunt er niks vanaf knabbelen. Je kunt er hooguit iets anders in stoppen”, zo tekende NRC hem op.

Een meerderheid van de Europarlementariërs ging echter eerst akkoord met amendementen die de industrie meer tijd zouden geven voor verduurzaming, maar de sociaaldemocraten en groenen stemden uiteindelijk toch voor het terugtrekken van het hele wetsvoorstel. Ook de uitbreiding van het handelssysteem voor scheepsvaart, transport en verwarming in de gebouwde omgeving redde het niet volledig. Het Europees Parlement wilde voorkomen dat de lasten voor burgers verder op zouden lopen.

“Je ziet nu dat landen ook met andere belangen komen. De verwachting was wel dat het afgezwakt zou worden. Het afzwakken van het voorstel voor scheepvaart en transport had ik niet verwacht. Dat had in deze sectoren ruimte kunnen bieden voor laaghangend fruit op korte termijn en oriëntatie op lange termijn”, zegt Van Cleef.

“De energietransitie is wat dat betreft niet alleen lastig, het blijft ook een samenspel tussen politiek en bedrijfsleven. Maar uiteindelijk gaat de afbouw van emissierechten eraan bijdragen dat Europa klimaatneutraal wordt.”