Hekjes moeten voor SDE++ voor warmteprojecten zorgen

07.12.2021 Jan de Wit

Hekjes moeten voor SDE++ voor warmteprojecten zorgen
©Royal HaskoningDHV

De grote hoeveelheid aanvragen voor de SDE++ zorgen ervoor dat (onder andere) vrijwel alle warmteprojecten naast deze subsidie te grijpen, ten faveure van het afvangen – en met name opslaan – van CO2. De doelstelling en de financiële structuur van de SDE++ zitten hiermee structurele hervormingen in de weg. Dilan Yeşilgöz, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, hoopt daarom vanaf 2023 hekjes tussen verschillende domeinen te introduceren.

Onlangs schreef Dilan Yeşilgöz, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, in een Kamerbrief over het verloop van de SDE++ voor 2021. Er is voor 12 miljard euro aan SDE-subsidie aangevraagd, terwijl er 5 miljard euro beschikbaar is vanuit de SDE++.

“Daar komt nog 3 miljard euro bij vanuit de toezeggingen op Prinsjesdag”, memoreert Steven Heshusius, hoofdonderzoeker van Dutch New Energy Research. 8 miljard euro in totaal, dat is een serieus bedrag, en toch gaat de warmtesector daar vrijwel niets van terug zien.

Het budget van de SDE++ wordt toegekend doordat “de technieken met de laagste subsidie-intensiteit als eerste subsidie krijgen en aanvragers gestimuleerd worden om goedkoper in te dienen”, zo legt Yeşilgöz nogmaals uit in haar brief aan de Tweede Kamer. Oftewel de subsidiebehoefte per ton CO2-besparing.

Voor het afvangen en opslaan van CO2 (CCS) is 6,1 miljard euro aangevraagd dat moet leiden tot een besparing van 4,74 megaton CO2. Voor het opslaan en gebruiken van CO2 (CCU) is 1,1 miljard euro aangevraagd, dat zou moeten leiden tot nog eens 0,67 megaton CO2-besparing.

“De categorie voor afvang en opslaan heeft de laagste intensiteit staat en staat relatief vooraan in de rangschikking.  De tweede categorie heeft een iets hogere kosten per ton uitstoot. Als de rangschikking dan maakt gaat er naar verwachting 6,5 miljard euro vanuit de SDE++ naar het afvangen van CO2”, stelt Heshusius. “Als je de doelstelling van de SDE++ volgt, is dit een logische uitkomst, maar je kunt je afvragen in hoeverre de energietransitie hier bij gebaat is.”

‘Stimuleer een brede inzet van technieken’
Hoewel de CCS- en CSU-projecten inderdaad veel CO2 afvangen, zorgen ze niet voor een reductie van de CO2-uitstoot en gaat dit dus ten koste van meer structurele oplossingen. Na aftrek van de 6,5 miljard euro blijft er nog zo’n 1,4 miljard euro voor de technieken die naast CCS en CSU de laagste subsidie-intensiteit hebben.

“Dat is een probleem omdat deze technieken nodig zijn om de sectordoelen in het Klimaatakkoord te halen voor industrie, gebouwde omgeving en glastuinbouw. Een ruimer budget en aanpassingen in de SDE-systematiek zijn dus gewenst”, zo stelt een statement van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE).

Voor de SDE+ ging de rangschikking nog op basis van de hoeveelheid opwek per project, maar voor de SDE++ wordt allereerst per CO2-reductie gemeten. De NVDE verwacht dat de aanvragen voor “bijna alle technieken voor duurzame warmte (geothermie, aquathermie, bio-energie, elektrische boilers, industriële warmtepompen) niet gehonoreerd zullen worden”. Technieken die “hard nodig” om de warmtevoorziening te verduurzamen, zo memoreert de vereniging.

Lees ook: Geothermie Nederland pleit voor aparte SDE voor grootschalige warmteprojecten

“Hiermee stimuleer je geen breed palet aan verduurzamende technieken om zoveel mogelijk sectoren aan het werk te zetten met de warmtetransitie. Waarvoor subsidie eigenlijk zou moeten worden ingezet”, aldus Heshusius.

SDE++ moet geschikt worden voor ‘noodzakelijke technieken’
Voor de SDE++ 2022 wordt alleen het plafond voor CCS verhoogd en wordt er meer budgettaire ruimte gecreëerd, zodat er voldoende ruimte zou over moeten blijven voor andere technologieën. Daarnaast zegt staatssecretaris Yeşilgöz ernaar te streven om de openstelling al uiterlijk in juli 2022 te doen en deze ook langer, namelijk tot eind september 2022, open te stellen.

Voor 2022 wil de NVDE ook een verruiming van het budget in méér projecten binnen het budget, door de subsidietarieven te baseren op actuelere verwachtingen van de prijs van CO2. De SDE++ rekent immers met een CO2-prijs van 46 euro per ton in 2030, ook al zit de huidige prijs net onder 80 euro.

“Het huidige beleid drijft de CO2-prijs omhoog”, ziet Heshusius. “Dat heeft gevolgen voor de stimulering van zonne-energieprojecten, maar ook voor CCS en CSU. Nu rekenen kabinetten met een raming aan het begin van hun kabinetsperiode om te bepalen hoeveel budget er beschikbaar moet worden gesteld. Vervolgens wordt het uitgekeerde subsidiebedrag gecorrigeerd voor de daadwerkelijke prijzen in het jaar. Met de grote budgetclaim en de hoge C02-prijs ontstaat het risico dat grote hoeveelheden van het toegekende budget blijven liggen. Het jaarlijks beschikbare budget zou hiervoor gecorrigeerd moeten worden.”

Yeşilgöz geeft ook in haar Kamerbrief aan de noodzaak te zien van het aanpassen van de SDE++, maar wil dit vanaf 2023. Volgens haar is het wenselijk om te komen tot “een betere balans tussen de kosteneffectiviteit op de korte termijn en het ondersteunen van de technieken die voor het behalen van klimaatdoelstellingen in 2030 en op de langere termijn”.

De huidige opzet van de SDE++ heeft als voordeel dat CO2-uitstoot op kosteneffectieve wijze kan worden gereduceerd en overheidsmiddelen effectief worden ingezet, aldus de staatssecretaris. Tegelijkertijd erkent zij dat dit op termijn nadelen heeft omdat “noodzakelijke technieken” op korte termijn worden verdrongen.

Zo wordt de SDE++ gestuurd op het laagste kostenplaatje richting 2030 en niet op de laagste maatschappelijke kosten van de transitie naar een nieuw energiesysteem. De Kamerleden Henri Bontenbal (CDA) en Pieter Grinwis (ChristenUnie) dienden om die reden een motie in waarin de regering werd verzocht om de voor- en nadelen van een schot voor warmte te onderzoeken.

Lees ook: Den Haag wil nu ook SDE-schotten om de warmtetransitie te versnellen

Hekjes moeten spreiding gaan waarborgen
Yeşilgöz stelt naar aanleiding van de motie voor om vanaf 2023 hekjes te plaatsen binnen de SDE++. In tegenstelling tot schotten biedt dit meer flexibiliteit om eventueel resterend budget direct voor andere technieken in te zetten. Hiermee zou een breder scala aan technieken kunnen worden bediend dan nu het geval is.

Deze hekjes kunnen tussen sectoren (vanuit het Klimaatakkoord), techniekgroepen of domeinen geplaats worden. De staatssecretaris heeft hierbij een voorkeur voor hekjes tussen domeinen.

“Zo geven domeinspecifieke hekjes het gewenste detailniveau (een domein is kleiner dan een sector en groter dan een techniek), een goede balans tussen generieke en zeer specifieke sturing, sluiten ze aan bij de klimaattafels en is er relatief weinig overlap tussen verschillende domeinen.”

Hiermee denkt ze meer te kunnen sturen binnen de SDE++ op de “gewenste ontwikkelingen”. Potentiële domeinen zijn Elektriciteit (productie van hernieuwbare elektriciteit), Lagetemperatuurwarmte, Hogetemperatuurwarmte, CO2-afvang, -opslag of -gebruik en Moleculen (onder andere groen gas, geavanceerde hernieuwbare brandstoffen en waterstofproductie).

De staatssecretaris stelt dat de hekjes een “betekenisvolle stap” zou kunnen worden, maar waarschuwt dat de SDE++ een “generiek instrument” blijft. Toch ziet de NVDE veel aanknopingspunten in de voorstellen en gaat de vereniging graag met het ministerie in gesprek over de verdere uitwerking ervan.