Den Haag wil nu ook SDE-schotten om de warmtetransitie te versnellen
19.10.2021 Jan de Wit
In een recent tweeminutendebat Klimaat en energie dienden de Tweede Kamerleden Tom van der Lee (GroenLinks) en Joris Thijssen (PvdA) een motie in waarin ze de regering oproepen om de positie van warmte binnen de SDE++ beter te waarborgen. Op 5 oktober werd deze motie aangenomen.
Op Prinsjesdag maakte het kabinet bekend dat het schotten wil introduceren tussen technologieën binnen de SDE++, zo bleek uit de Miljoenennota. Door minimumbedragen voor verschillende technologieën af te spreken, zijn meer technieken van subsidie verzekerd. Een schot is hier figuurlijk, omdat het voorkomt dat subsidie van de ene technologie naar de ander 'weglekt' en de hele som eerlijk verspreid. De Kamerleden verzoeken de regering om dit uiterlijk in 2023 te doen en om in de SDE++ 2022 te borgen dat er voldoende budget voor warmte beschikbaar is.
Lees ook: 6,8 miljard extra voor klimaatmaatregelen
Dat is belangrijk voor het slagen van de energietransitie, zo memoreert Van der Lee. “50 procent van onze energievraag bestaat uit warmte. Wanneer die opgave niet duurzaam wordt ingevuld gaat het mis met onze energietransitie.” Zoals het nu gaat, blijft de ontwikkeling van warmte ver achter.
Warmtetransitie wordt onderschat
“Veel politici – en media – onderschatten het warmteaandeel in de energietransitie. Waar warmte de helft van de energievraag vormt, doet elektriciteit dat ‘maar’ voor 20 procent, terwijl de ontwikkeling van wind- en zonne-energie veel sneller gaat”, ziet Olof van der Gaag, directeur van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie. “Wind- en zonne-energie zijn ook veel meer zichtbaar in het landschap dan bijvoorbeeld biomassa en aardwarmte.”
Van der Gaag hoopt dat schotten tussen technologieën binnen de SDE++ verandering gaan brengen in de scheve verhoudingen. “Ondergrondse CO2-opslag, wind- en zonne-energie kregen ook in de laatste subsidieronde weer volop de ruimte, maar warmte blijft achter. Voor aardwarmte vielen er bijvoorbeeld nul projecten in de prijzen.”
Lees ook: Uitblijven subsidie geothermie funest voor klimaatdoelen
Hij legt hier met name nadruk op een betere verdeling. “In het huidige tempo bestaat het Nederlandse elektriciteitsaanbod over negen jaar voor driekwart uit wind- en zonne-energie – wat een geweldige doorbraak is, maar voor slechts 15 procent uit duurzame warmtebronnen. Gezien het grote aandeel in de energievraag is dat echt vrij weinig.”
Van der Lee sluit zich hierbij aan. “In principe zou het beschikbare budget geen rem moeten zijn op het aantal duurzame warmteprojecten. Geothermie komt al lastig van de grond, het budget zou dan geen obstakel moeten zijn.”
Meer ruimte voor meer technologieën
Dat de schotten uiterlijk in 2023 worden ingevoerd, refereert volgens het Kamerlid “naar het beleid wat in de Miljoenennota is aangekondigd. Wat GroenLinks betreft worden de schotten eerder ingevoerd en hier had al veel eerder actie op ondernomen moeten worden.” Meer gerichte ondersteuning kan volgens hem de katalysator zijn om de warmtetransitie te gaan versnellen.
“Warmteprojecten zoals een warmtenet of aardwarmte voor de industrie en glastuinbouw, dat zijn markten op zich, met eigen kenmerken. Heel anders dan bijvoorbeeld ondergrondse CO2-opslag of hernieuwbare energie uit wind- en zonne-energie.” Nu de warmtevraag beter gescheiden zal worden binnen de energietransitie, is er niet alleen sprake van meer financiële stimulans, maar ook een verbreding van het aanbod.
“Met een specifiek budget kun je veel meer maatwerk leveren om ook meer technieken concurrerend te maken. Schotten binnen de SDE++ moeten warmteprojecten daarom waarborgen en zekerheid bieden dat ook de warmtetransitie van de grond komt en gaat vliegen”, zo concludeert Van der Gaag.