Het Nationaal Klimaat Platform roept duurzame ondernemers op om mee te denken met de politiek

03.04.2023 Brendan Hadden

Het Nationaal Klimaat Platform roept duurzame ondernemers op om mee te denken met de politiek
©Nationaal Klimaat Platform

Eind 2022 werd het Nationaal Klimaat Platform (NKP) aangekondigd als opvolger van het Voortgangsoverleg Klimaatakkoord dat onder leiding van Ed Nijpels stond. Warmte365 ging op bezoek in Utrecht om met voorzitter Kees Vendrik te praten over wat het NKP wil bereiken en hoe het de duurzame energiesector daarbij wil betrekken.

De centrale locatie is geen ongeluk, vertelt Vendrik. Zijn werk brengt hem door het hele land, en brengt mensen vanuit het hele land bij hem.

“Ik heb in ieder geval bedacht, toen ik op gesprek kwam bij de minister over deze functie: ik moet dit een aantal dagen per week kunnen doen”, vertelt hij. “Dat stelt me in staat om hier mensen te ontvangen en elke dag met het team te werken, maar ook op pad te gaan. Dat brengt me in allerlei uithoeken: van RES-regio’s tot burgerberaden. Ik ga naar de Hoeksche Waard. We gaan met regionale ondernemers afspraken maken in Brabant, Zeeland en Groningen. Enzovoort.”

Het nieuwe platform is dan ook – meer dan haar voorganger onder Nijpels – juist gericht op de maatschappij, in plaats van vooral de politiek. Op de website verschijnen de woorden ‘versnellen en verbinden’ groot in beeld, wat verwijst naar de missie van het NKP om een schakel te zijn tussen de maatschappij en de politiek. Vendrik en het team bij het NKP gaan ‘kansen en knelpunten’ ophalen en op de agenda zetten bij bestuurders.

Maar ook het ‘versnellen’ moet niet worden vergeten. Gevraagd naar de demonstraties in Den Haag het weekend voor het interview, zei Vendrik: “Wat ik zie is een jonge generatie die zich ontzettend veel zorgen maakt over wat hen te wachten staat. Dat snap ik heel erg goed. Eerlijk is eerlijk, dat zien we allemaal: het schiet niet op met de klimaat- en energietransitie. We zijn dertig jaar te laat en het tempo vandaag de dag is ook nog niet om over naar huis te schrijven. Ook in Nederland halen we de doelen niet. Dus dat jongeren zich zorgen maken, snap ik heel erg goed.”

Vendrik zelf is al lange tijd bezig met het aanjagen van klimaatbeleid. Van 1998 tot 2010 zat hij namens GroenLinks in de Tweede Kamer, en van 2019 tot 2022 namens dezelfde partij in de Eerste Kamer. Naast het maken van klimaatbeleid heeft Vendrik ook een oog voor het financieren ervan: van 2011 tot 2017 was hij lid van de Algemene Rekenkamer en van 2017 tot 2022 was hij hoofdeconoom bij de Triodos Bank.

Warmte365 sprak met Vendrik over hoe het NKP hoopt bij te dragen aan het versnellen van de energietransitie. Het onderstaande gesprek is bewerkt voor lengte en duidelijkheid.

Een onderdeel van het Nationaal Klimaatplatform is het ophalen van signalen uit de maatschappij. Kunt u iets vertellen over hoe dat in zijn werk gaat?
"Dat gaat eigenlijk heel praktisch. Wij zorgen ervoor met het platform dat we openstaan naar de praktische wereld van alledag. Daar hoort bij dat we praten met ondernemers en burgers, maar ook dat we signalen ophalen via rapportages, mensen in het veld die op ons verzoek ingaan, of op eigen initiatief ons benaderen.

Daarnaast zijn we bezig een maatschappelijk raad op te richten. We noemen dat de ‘versnellingsdialoog’, met een aantal professionals die in de uitvoering zitten. Die helpen mij om te snappen wat al die signalen betekenen.

We zijn geen ombudsman – we gaan niet per signaal of per klacht van een individuele ondernemer erachteraan. Maar we kunnen wel af en toe een beetje helpen om het goede loket te vinden. Wij kijken natuurlijk vooral naar wat dit zegt over het grotere verhaal. Hoe gaat het nu eigenlijk precies met de klimaat en energie transitie in verschillende sectoren? Dat proberen we te snappen en daar hebben we die raad voor. En eens in een paar maanden ga ik dan naar Rob Jetten toe, de minister voor Klimaat en Energie, om te vertellen wat ik gevonden heb."

U noemde al dat mensen bij jullie komen, maar dat jullie ook mensen benaderen. Hoe ligt die verhouding, of hoe zou u willen dat die ligt?
"Nou, het maakt mij eigenlijk niet zo heel veel uit. Ik hoop dat het platform voor mensen herkenbaar is. Het is een nieuw initiatief. Het is wel de follow-up van het Klimaatakkoord, wat iedereen kent, maar dit initiatief is nog niet overal bekend. Dus we zijn er nu hard mee bezig om te zorgen dat meer mensen weten dat het platform er is.

Ik zeg ook tegen iedereen die voorbij komt: beschouw het als publiek bezit. Het platform is ook van jullie. Weet ons te vinden en vertel waar kansen liggen die we moeten grijpen. Vertel ons waar de knelpunten zitten die te hardnekkig zijn, die we gewoon maar niet weten op te lossen.

Op dit moment speelt bijvoorbeeld het proces van het Landbouwakkoord. We hebben na een gesprek met Piet Adema, de minister van Landbouw, bedacht: er zijn vanuit het Klimaatakkoord zo veel discussies geweest over duurzame verdienmodellen in landbouw die het klimaat vooruit helpen, maar ook grote voordelen hebben voor stikstof, water, biodiversiteit, natuurherstel, enzovoort. Laten we die nog eens een keer op een rij zetten. Wat is er eigenlijk allemaal te koop aan duurzame verdienmodellen?

Dus we hebben in februari snel een sessie belegd met een aantal van de koplopers in de agrarische sector. Zij hebben daar gepresenteerd wat er al gaande is aan duurzame verdienmodellen en nieuwe vormen van landbouw. Dat hebben we gebundeld en aan de minister aangeboden. Dat is een manier om de verbinding te maken. Er zijn duurzame boeren bezig, dat zijn koplopers. Maar er kunnen ook boeren in het midden zitten en zich zorgen maken: welke kant moet ik nou op? Die kunnen daar inspiratie aan ontlenen.

En de boodschap was natuurlijk aan de minister en aan alle partijen in het landbouwakkoord; probeer dat nou te verzilveren. Er moeten natuurlijk een aantal knoppen omgezet worden, om te zorgen dat die duurzame verdienmodellen voor de boeren opgeschaald worden."

U had het over dat u de signalen in een gesprek aankaart bij minister Jetten. Maar u krijgt natuurlijk een hoop signalen binnen. Hoe bepaalt u of u iets in het gesprek met de minister ter sprake gaat brengen? En hoe regelmatig gaan die gesprekken plaatsvinden?
"Die gesprekken zijn eens in de paar maanden. Wat betreft het bepalen van wat ik aankaart, dat doe ik op twee manieren. Ten eerste ben ik gelukkig gezegend met een team, dat hier in opbouw is, die me daarbij gaan helpen. Daar zijn we al mee bezig.

Het tweede is dat we bezig zijn die maatschappelijke raad op te richten, de versnellingsdialoog. Die gaat mij helpen, met hoe we tegen de berichten die we binnenkrijgen aankijken. En ik ga er eerlijk gezegd vanuit dat alle mensen die wij gaan vragen om in die raad te gaan zitten zelf ook met stevige boodschappen binnenkomen. Want die zien natuurlijk ook van alles.

Dan geldt verder ook dat we heel praktisch uitsorteren: waar zit nou echt de grootste meerwaarde in ons werk? En dat zit dan vooral bij die kansen en knelpunten waarvan we het idee hebben dat het eigenlijk nog niet goed wordt verstaan en begrepen in Den Haag. Of dat het eigenlijk nog niet bekend is. Daar heeft uiteindelijk het kabinet het meeste aan."

Dus de mensen en groepen die nog geen goede route hebben naar de politiek.
"Bijvoorbeeld. Dat kan een functie zijn. Maar het kan ook gaan om nieuwe voorbeelden van kansen die we nog niet eerder op het spoor waren, die eigenlijk relatief nieuw zijn. We gaan ons ook laten verrassen. Dat is nou juist ook de kern van ons werk. We zetten de deur open voor de praktische wereld van alledag."

Heeft u al zo'n gesprek gehad? Hoe gaat dat in zijn werk?
"Dat gaat binnenkort voor de eerste keer gebeuren, in april. Ik stuur hem van tevoren een brief, met mijn eerste reflecties op de klimaat- en energietransitie. Daar zijn we nu mee bezig. Daar kan ik je nog niks over zeggen, want dat is toch onderhandelwerk, maar die komt eraan."

Ik zag in een interview met de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie dat jullie focus wat betreft het bedrijfsleven op het midden- en kleinbedrijf (mkb) komt te liggen. Vanwaar die keuze?
"De grote bedrijven – groot in de zin van; verantwoordelijk voor een stevige hoeveelheid CO2-uitstoot – die zijn zelf al lang wakker. En die hebben natuurlijk hun connecties ook met de Haagse wereld, met maatwerkafspraken. Dus ik denk; die redden zich wel.

Ik maak me iets meer zorgen over de hele grote groep bedrijven in het mkb. Dat zijn natuurlijk vele duizenden. Dat zijn bedrijven met een of twee mensen, tot bedrijven met tien, vijftien of dertig werknemers. Die zijn natuurlijk voor een deel midscheeps geraakt door de gasprijscrisis van het afgelopen jaar. Ik denk dat daar nog heel veel potentie zit. En dat daar ook heel veel verborgen vragen zitten: die energietransitie, hoe doe ik dat?

Dus daar willen we echt nadrukkelijk de deur voor open zetten om te kijken of we wat voor hen kunnen betekenen. En ik denk dat ik ook wel de boodschap meeneem naar hun: probeer hier actief op te worden, beste ondernemers. Want de kans is vrij groot – misschien niet morgen, maar wel volgend jaar, of over drie, vijf of tien jaar – dat jouw markt, jouw waardeketen waar jij een positie in hebt, gaat veranderen.

Dat raakt alle ondernemers en dat biedt ook geweldige kansen. En ik hoop graag van hun te horen: wat hebben zij nou nodig? Om die kansen te pakken. Dat gesprek wil ik graag met ze voeren. Wat hebben zij nodig om een koploper te worden? "

Heeft u al gesprekken met ondernemers gehad? Hoe gaan die gesprekken?
"Dat is nu in ontwikkeling. We zijn nu afspraken aan het maken met ondernemersorganisaties, en dan gaan we binnenkort de regio in. Ik ben nu met de eerste gesprekken begonnen, zodat we hopelijk straks van noord tot zuid, van oost tot west, met ondernemers zelf in gesprek kunnen.

Verder zie ik dat steeds meer bedrijven heel erg actief worden. En dat er af en toe echt goud tussen zit. Fantastisch ondernemerschap, hartstikke groen en duurzaam. Dan denken wij ook: dat verhaal mag meer verteld worden.

Dat gaan we dus ook voor een deel doen. We hebben als Nationale Klimaatplatform ook een beetje de erfenis van het Klimaatakkoord op het terrein van jaarbijeenkomsten, webinars – het zorgen dat we het publieke gesprek met elkaar voeren over de klimaat- en energietransitie. Wij gaan zeker mooie ondernemers die we tegenkomen een podium geven."

U noemde al de koplopers. Zou u daar wat meer over kunnen vertellen? De sector waar wij in werken heeft toch ook een soort voortouwrol in de energietransitie. Hoe hoopt u die koplopers te betrekken bij het proces?
"Die koplopers weten ons vanzelf wel te vinden. Dat is mijn goede ervaring. Dat hoeven niet per se alleen maar bedrijven te zijn. Het kan ook een coöperatieve ontwikkeling zijn, je hebt allerlei soorten en maten. Maar laten we zeggen de duurzame initiatieven, vaak ondernemers. 

Die moeten vooral doen waar ze goed in zijn en dat is ondernemen. Daar kijken we heel erg naar: hoe kan je opschalen? Hoe kan je zorgen dat partijen elders in de economie – maar ook burgers die op enige afstand staan van de transitie – aan boord komen en profijt hebben van wat die koplopers allemaal aan het doen zijn?

Daar speelt de overheid een hele belangrijke rol in, door te zorgen dat de duurzame koplopers ook een kans maken. Want ze opereren bijna altijd op een markt die niet voor hen gemaakt is, dus het is heel erg belangrijk dat de overheid ook goed kijkt naar hoe je kan zorgen dat er opgeschaald wordt. En ook hoe je ervoor kan zorgen dat de vruchten daarvan bij burgers komen die op enige afstand staan, en misschien niet alle middelen hebben om meteen een elektrische auto te kopen.

Dat is waar de transitie over gaat. Wat er al is in de markt, zorgen dat dat groter en sterker wordt en dat het op een gegeven moment het nieuwe normaal wordt. Dat is de transitie.

Daar kijken wij natuurlijk heel goed naar. En de lezers van dit interview zitten natuurlijk in de koplopersgroep. Dat is fantastisch; hulde voor het feit dat men ooit is begonnen. De volgende stap is: laten we kijken of we het zo groot mogelijk kunnen maken. Dan pas is de transitie succesvol. En dan gaan we in die cijfers zien, die nationale emissies, dat we een doel een keer wel gaan halen. De tijd is daar namelijk wel rijp voor langzamerhand."

U had het over het zorgen dat de voordelen bij iedereen terechtkomen. In onze sector zie je bijvoorbeeld ook vaak dat mensen die kunnen investeren in duurzaamheidsmaatregelen daar het voortouw in nemen, en dus ook daar de vruchten van plukken. Hoe zou u de koplopers willen betrekken in dat proces, van zorgen dat de opbrengsten bij iedereen terecht komen?
"Een hele praktische vraag ligt nu bijvoorbeeld op tafel in het debat over die salderingsgeregeling. Hoe kunnen huurders met een smalle beurs, in bijvoorbeeld corporatiewoningen, ook profiteren van die  zonnepanelen? Hebben we daar een regeling voor?

Ik zou aan de sector zeggen: denk mee. Dat is volgens mij nog iets wat uitgevonden moet worden. Ik zie dat daar veel belangstelling voor is, en dat vind ik terecht. Want het zijn juist deze mensen, weten we ook uit onderzoek, die heel kwetsbaar zijn voor die alsmaar stijgende energierekening. 

Dus kom met voorstellen, help ook de politiek. Hoe zouden dat soort regelingen eruit kunnen zien? Hoe kun je zorgen, al dan niet in samenwerking met woningcorporaties, dat die huurders rechtstreeks profijt kunnen trekken van goedkope stroom die ze zelf opwekken?"

En dan ziet u jullie rol als zorgen dat die voorstellen gehoord worden door de juiste mensen?
"Ik geloof niet dat we daarvoor nodig zijn, dat kan de sector heel goed zelf. Maar we helpen natuurlijk graag mee. Ik vind het een heel belangrijk debat. Precies wat je zegt; heel veel regelingen op dit moment komen vooral toe aan mensen met een wat bredere portemonnee. En we hebben het afgelopen jaar gezien hoe juist de mensen met een smalle portemonnee heel kwetsbaar zijn. Dus ik zou het heel goed vinden als we langs verschillende wegen – en benutting van zonnestroom door huurders van corporatiewoningen is er een van – mensen met een smalle beurs ook toegang geven tot de klimaat- en energietransitie."

Wat zou tot slot dan uw oproep aan ondernemers in de duurzame sector zijn?
"Kijk, wat ik zie is dat de klimaat- en energietransitie ook steeds meer een sociale opgave is. Dat heb je het afgelopen jaar toch wel vrij hardhandig gezien.

Om weer dat voorbeeld te nemen van mensen met een smalle beurs, in een corporatiewoning met een slecht label en een hoge energierekening; die zijn natuurlijk in blinde paniek geraakt over die hoge energierekening. Het is ongelooflijk belangrijk – dat is ook een boodschap aan de politiek – dat we deze mensen als eerste helpen. Want ze hebben de minste ruimte en de minste kansen om iets te doen.

Maar het is ook een uitnodiging aan de sector: duurzame stroom is goedkope stroom, probeer dat voordeel zo veel mogelijk aan deze mensen te gunnen.

Dat is nou precies wat ze nodig hebben. Dat ziet men niet altijd, dus ik hoop heel erg dat de sector elk initiatief daarvoor wil aangrijpen. In het geval van de PV-sector, noem ik dan het voorbeeld van woningcorporaties met zonnepanelen waarvan het voordeel rechtstreeks ten goede komt aan de huurders die onder dat dak wonen.

Ik zou zeggen: jongens, doe het zo snel mogelijk. Bied het aan. Zorg dat je de samenwerking met de corporaties aangaat en intensiveert. Dat zou ik echt fantastisch vinden. Als wij daar iets aan kunnen bijdragen om dat verder aan te moedigen, dan doe ik dat heel graag."