Congres Regionale Energie en Lokale Warmte: Volgende stappen in de warmtetransitie
03.11.2025 Evelien Schreurs

Bij het Congres Regionale Energie en Lokale Warmte kwamen 1.400 professionals uit de energiesector bijeen. De dag, georganiseerd door het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie, stond in het teken van nieuwe stappen in de energietransitie.
Verschillende thema’s uit de energietransitie kwamen voorbij op het congres, met een focus op warmtenetten. “Warmtenetten moeten er uiteindelijk voor zorgen dat iedereen mee kan in de energietransitie”, aldus Maureen van Eijk, directeur van het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie.
Frustraties die professionals in de energietransitie tegenkomen, hebben vaak te maken met stroeve regels, geeft het publiek in de zaal aan. ‘Dat je een warmtenet wil aanleggen om netcongestie tegen te gaan, maar dat dat niet kan vanwege netcongestie.’ Na inspiratie in de vorm van geslaagde voorbeeld-energieprojecten, is het tijd voor activatie in de deelsessies.
Een aantal deelsessies richtten zich op de warmtetransitie en hoe die eruit gaat zien met het oog op nieuwe wetgeving, warmtegemeenschappen en (publieke) warmtebedrijven. Warmtegemeenschappen en publieke warmtebedrijven zullen bijvoorbeeld veel gaan samenwerken. Maar hoe die samenwerking er precies uit zal zien, is niet helemaal uitgekristalliseerd.
Vanuit het klimaatakkoord wordt gestreefd naar 50 procent publiek eigendom voor warmtenetten. Ook moeten gemeenten ‘opgroeiruimte’ bieden aan warmtegemeenschappen, ofwel ruimte en ondersteuning bieden bij het ontwikkelen van een warmteproject.
Er zijn verschillende vormen die zo’n samenwerking kan aannemen. Een warmtebedrijf kan ondersteuning en dienstverlening leveren, gedeelde zeggenschap hebben, gedeeld eigenaar zijn, en het kan ook zijn dat die rol in de loop van de tijd verandert. In het ideale geval versterken de twee elkaar: het lokale maatwerk van de warmtegemeenschap in combinatie met de schaalvoordelen van een warmtebedrijf.
Bij het bepalen van de vorm van samenwerking, is het belangrijk om eerst te inventariseren welke rol bewoners willen en kunnen innemen. Als bewoners graag een actieve rol innemen is een ander samenwerkingsvorm gewenst dan wanneer bewoners liever meer op de achtergrond blijven.
In een van de deelsessies wordt in een panel gediscussieerd over warmtenetten uit de pauzestand halen. Afvalverwerkingsbedrijf HVC ziet dat dat bijvoorbeeld gebeuren bij nieuwbouwwoningen. Het bedrijf ziet namelijk minder aanvragen vanuit woningcorporaties en woningeigenaren, maar juist meer vanuit nieuwbouwwoningen. Deze moeten namelijk netneutraal worden gebouwd, en daar kan een warmtenet uitkomst bieden.
Ook de aanwijsbevoegdheid van gemeenten kan worden ingezet als middel om warmtenetten uit de pauzestand te krijgen. Door aan te wijzen waar een warmtenet moet komen, en waar wordt ingezet op warmtepompen krijgen zowel overheid als gebruikers duidelijkheid.
Tegelijkertijd vraagt dat om goede communicatie naar bewoners toe: waarom er bijvoorbeeld verschillen zijn in beleid of subsidies voor verschillende wijken of steden. Het is als gemeente belangrijk om goed uit te kunnen leggen waarom welke keuzes gemaakt worden. Het is belangrijk om te blijven uitleggen dat warmte steeds duurder wordt en dat iedere verduurzamingsmaatregel, of dat met een warmtepomp of warmtenet is, geld zal kosten.
Uiteindelijk zullen de WcW en WGiW zorgen voor nieuwe stappen in de warmtetransitie, met meer mogelijkheden en aandacht voor warmtegemeenschappen en inspraak en eigenaarschap van gebruikers. Daarvoor zijn het opbouwen van goede relaties en vertrouwen binnen warmtegemeenschappen, maar ook tussen warmtegemeenschappen en warmtebedrijven, essentieel.























