Hittevraagstuk vraagt om afstemming tussen omgeving, gebouw en bewoner

11.06.2021 Jan de Wit

Hittevraagstuk vraagt om afstemming tussen omgeving, gebouw en bewoner

Wanneer het meer dan vier dagen meer dan 27 graden Celsius is in Nederland, dan wordt het Nationaal Hitteplan geactiveerd. Door klimaatverandering is dit de afgelopen jaren steeds vaker nodig gebleken en de effecten werken steeds meer door in woningen. Groene Huisvesters, Klimaatverbond Nederland en Samen Klimaatbestendig organiseerden een bijeenkomst met ‘hittestress’ als thema.

In 2020-2021 waren er drie pieken in de Nederlandse oversterfte te zien, twee door de coronapandemie en een door de zeer warme zomer van 2020. Dit heeft ook effect op de leefomgeving van Nederlanders, reden voor woningcorporaties om in juni 2020 een interne enquête uit te zetten.

Bij de helft van de huurders is hittestress een thema en 60 procent van de corporaties hebben hitteklachten ontvangen. Isolatie werd het vaakst genoemd als hittewerende maatregel. Toch houdt minder dan 30 procent bij na-isoleren of renovatie rekening met de toenemende koeltebehoefte en slechts 11 procent van de corporaties heeft voldoende kennis van de omvang en aard van het hittestressprobleem.

Hittegroep
Groene Huisvesters, Klimaatverbond Nederland en Samen klimaatbestendig hebben besloten om de Hittegroep op te zetten, om het hittestressprobleem in woningen beter aan te pakken. Zo moet gezondheidsschade en waardedaling van het vastgoed voorkomen worden en de samenwerking van belanghebbende partijen versterkt worden door kennisoverdracht.

Hiervoor wil de groep een ‘eerste ring’ van 15 wooncorporaties creëren die willen investeren in het vraagstuk en deskundigheid kunnen bieden. In de ‘tweede ring’ moeten de corporaties komen te zitten die op de hoogte gehouden willen worden. Uiteindelijk moet er een toolbox met informatie, concrete maatregelen en adviezen gemaakt worden, zodat er een beter beeld komt over de urgentie en de aanpak van het hittevraagstuk.

Combinatie van maatregelen
Een belangrijke indicatie voor de urgentie en aanpak zijn de onderzoeken van van Froukje de Vries, onderzoeker bij de Hogeschool van Amsterdam en Marieke van der Linde-van Persie, adviseur energietransitie bij TAUW. Uit het onderzoek van TAUW blijkt dat zowel jongeren als ouderen last hebben van hitte in woningen, al geven jongeren verrassend genoeg vaker aan dat zij er last van ervaren. “Binnen de leeftijdsgroepen geldt dat hoe jonger de respondenten waren, hoe sneller ze aangaven last te hebben van de hitte. 89 procent van de respondenten jonger dan 25 jaar gaf aan last te hebben”, aldus Van der Linde-van Persie.

Veel mensen passen al slim ventileren toe en voorkomen zoninstraling door het sluiten van gordijnen en gebruik van zonwering, slechts 20 procent heeft een airco. Door te goede isolatie en een gebrek aan schaduw warmen woningen op.

Volgens TAUW vraagt het hittevraagstuk daarom om een combinatie van maatregelen op gebieds-, gebouw- en gebruikersniveau. Omgeving kunnen vergroend worden, gebouwen kunnen gebruik maken van duurzame WKO-systemen en zonwering en gebruikers kunnen op de juiste momenten ventileren en gordijnen sluiten en voldoende drinken.

Praktijkonderzoek
Voor hun hitteonderzoek hebben onderzoekers van Urban Technology aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) temperatuurmetingen gedaan in verschillende type woningen in de binnenstad van Amsterdam. Ook werden de handelingen van de bewoners bijgehouden en hebben zij een enquête ingevuld.

Metingen tussen dag en nacht ramen helemaal open of dicht laten zien dat dit tot wel 6 graden Celsius verschil in de binnentemperatuur kan geven. Een combinatie van het sluiten van ramen overdag en ‘s nachts openen blijkt het meest gunstig. Nachtventilatie scheelt 2 tot 4 graden Celsius.

In de toekomst worden langere en meer periodes van flinke warmte voorspeld en de HvA denkt daarom dat de vraag naar airco’s zal toenemen, maar verwacht net als TAUW ook veel van de omgevingsfactoren. “Bij het zo lang mogelijk koel houden van een ruimte in een woning is een goede afstemming tussen de omgeving, het gebouw en de bewoner van groot belang”, zegt De Vries.