Hoe creëren we draagvlak voor duurzame warmte en koude?

03.02.2020

Hoe creëren we draagvlak voor duurzame warmte en koude?


Het nhow Amsterdam RAI hotel, New Babylon in Den Haag en de Tasmantoren in Groningen zijn allemaal gebouwen die het milieu minimaal belasten. Wat deze projecten gemeen hebben, is een duurzame warmte- en koudevoorziening gerealiseerd door Eteck Energie Bedrijven B.V.. Dit en de meer dan 200 andere projecten maakt Eteck de grootste duurzame warmte- en koudeleverancier van Nederland.

“Het verduurzamen van de gebouwde omgeving kent uitdagingen, met name in de bestaande bouw,” vertelt Jaap van Eck, directeur van Eteck. “De huidige hoog-temperatuur-afgiftesystemen, noodzakelijk in verband met de beperkte isolatiegraad, kunnen problemen vormen. Om hoge temperaturen te maken met warmtepomptechniek heb je namelijk zoveel elektriciteit nodig dat de capaciteit van het huidige elektriciteitsnet maal drie zou moeten,” licht Van Eck toe.

Draagvlak
Daarnaast benoemt Van Eck de discrepantie tussen betaalbaarheid en keuzevrijheid als uitdaging. “Als 2.000 woningen van het gas af moeten, is de oplossing het meest betaalbaar als iedereen meedoet. Mensen verplichten mee te doen, zit echter de keuzevrijheid in de weg. Aan de andere kant is het een ingewikkelde opgave als 1.000 eigenaren met keuzevrijheid tot een oplossing moeten komen.” Het belangrijkste volgens Van Eck is daarom het creëren van draagvlak: het aanleveren van succesprojecten en dan pas richting een aansluitplicht of –wens bewegen, zodat het systeem betaalbaar wordt en blijft.

Dit is precies waarom Eteck complexe warmtevraagstukken aanpakt. Met 45.000 aansluitingen op dit moment beoogt het bedrijf in de nieuwbouw met zo’n 15.000 tot 20.000 aansluitingen per jaar te groeien. “De komende jaren zullen wij ook binnen de vervangingsmarkt meer projecten realiseren om op de 35.000 aansluitingen per jaar te komen,” zegt Van Eck. Met deze ambitie speelt Eteck een belangrijke rol in de verduurzaming van de Nederlandse warmtevraag.

Warmte-koudeopslag
Eteck levert duurzame collectieve warmte en koude met lokaal beschikbare bronnen. Om vraag en aanbod van duurzame warmte op elkaar af te stemmen maakt het bedrijf vaak gebruik van warmte-koudeopslag (WKO) met ondersteuning van warmte uit oppervlaktewater, restwarmte of zonnewarmte. Volgens Van Eck is er negen van de tien keer dan wel meer een koude- dan wel meer een warmtebehoefte. “Als vergunninghouder van een WKO ben je verplicht het evenwicht te bewaren: de bodem mag niet opwarmen, maar ook niet afkoelen. Bij een grote warmtevraag ontstaat er een onbalans die je moet weten te regenereren. Dit kan bijvoorbeeld met oppervlaktewater via aquathermie.’’

“Je moet onze oplossingen zien als techniekonafhankelijk. Wij kijken op projectniveau naar wat op basis van ons eigen oordeel het meest optimale systeem is.” Dit kan volgens Van Eck een combinatie van verschillende technieken zijn, ook stadsverwarming, zolang de vereiste EPC (of eventueel nu al de BENG-eis) maar gehaald wordt. “Wij zoeken naar een oplossing die technisch inpasbaar is en een antwoord geeft op de gewenste duurzaamheid,” aldus Van Eck.

De eerste WKO
Deze houding komt voort uit een traditioneel Haags sloopbedrijf, dat is opgericht in 1895 en zich uitbreidde met een boor- en malingsbedrijf. “Met de kennis die wij hierin hebben opgebouwd, hebben wij in 2001 onze eerste warmte-koudeopslag (WKO) geplaatst. Na verschillende projecten te hebben gerealiseerd, zijn wij in 2006 zelf als exploitant begonnen,” vertelt Van Eck. In 2009 had het bedrijf al enige omvang en is Eteck zich gaan focussen op duurzame warmte- en koudevoorziening.

Lokale collectiviteit
Deze focus heeft recentelijk op de PROVADA-vakbeurs geleidt tot Eteck’s grootste project tot nu toe: de nieuwe stadswijk Hyde Park in Hoofddorp. Hiermee krijgt Hoofddorp de grootste all-electric WKO in de Nederlandse woningbouw bestaande uit ongeveer 3.800 woningen en 40.000 m2 commercieel vastgoed. Voor alle projecten van Eteck geldt: “Er moet sprake zijn van voldoende collectiviteit en voldoende omvang. Een minimumomvang van bijvoorbeeld 50 eenheden betekent al gauw dat we met een professionele opdrachtgever in zee gaan,” legt Van Eck uit. Eteck voltooit niet alleen opdrachten voor projectontwikkelaars en institutionele beleggers, maar ook voor gemeenten. Hiervan zijn het Centrumeiland in Amsterdam en Keizershof-Tuindershof in Pijnacker een goed voorbeeld.

Alle projecten van Eteck vinden plaats op lokaal en collectief niveau. Eteck is als exploitant eigenaar of beheerder van de installatie en financiert het grootste deel van de initiële investering. “Gedurende een exploitatieperiode van 30 jaar betaalt de bewoner een maandelijks vastrechtbedrag en de variabele kosten voor verbruik. Wij garanderen de leveringszekerheid van warmte,” licht Van Eck toe. Eteck controleert het rendement van de installatie en biedt een energieprestatiegarantie. Hiermee maakt het Eteck het ontwikkelen van energieneutrale of zelfs Nul-op-de-meterwoningen betaalbaar.