Om de bestaande bouw te verduurzamen moet er nog een hoop gebeuren

25.04.2024 Evelien Schreurs

Om de bestaande bouw te verduurzamen moet er nog een hoop gebeuren

Henk Visscher is hoogleraar woningkwaliteit en procesinnovatie aan de faculteit bouwkunde van de TU Delft. Vanuit Nederlandse en Europese onderzoeksgroepen doet hij onderzoek naar het verduurzamen van de bestaande bouw in Nederland. Waar het met de duurzaamheid van nieuwbouw relatief goed gaat, moet er volgens Visscher nog een hoop gebeuren om ook reeds bestaande woningen energieneutraal te maken.

In de onderzoeksgroepen waar Visscher onderdeel van is, worden onderwerpen behandeld zoals besluitvormingsprocessen bij woningcoöperaties (Align4Energy), businessmodellen voor VVE’s (Condoreno), rechtvaardige energietransitie (JustPrepare) en het ontwikkelen van een Digitaal Gebouw Logboek voor verschillende Europese landen (DemoBlog). De rode draad in deze projecten is het verbeteren van de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad.

Waar het onderzoek van Visscher in het verleden meer ging over het verbeteren van de kwaliteit van woningen in brede zin, wordt dat ondertussen al een tijd gedreven door verduurzaming en de energietransitie. “Al sinds lange tijd is het feit dat we die woningen moeten verbeteren voor de energietransitie gewoon heel dominant in allerlei onderzoek. Dat is een opgave, we moeten sowieso onderhouden en verbeteren, maar we moeten nu ook zorgen dat de energievraag wordt teruggedrongen in woningen.”

In zijn onderzoek neemt Visscher verschillende betrokkenen mee die te maken hebben met woningverduurzaming. “Zodat alle partijen die daar wat aan kunnen doen, kunnen doen wat ze moeten doen. Dat kan zijn op het niveau van regelgeving, maar ook zijn vanuit het perspectief van de eindgebruiker, de woningeigenaar en de bewoner. Hoe zorgen we dat zij op een goede manier een rol kunnen spelen? En hoe zorgen we vanuit overheidsperspectief dat er dingen worden gedaan?”

Energieneutraal wonen in 2050
In 2050 moet de complete gebouwde omgeving in Nederland energieneutraal zijn. Om dat te bereiken is bijvoorbeeld het Nationaal Isolatieprogramma in het leven geroepen, met als doel om 2,5 miljoen woningen geïsoleerd te hebben in 2030. Ook moeten 1 miljoen warmtepompen geplaatst zijn in bestaande woningen en 500.000 woningen zijn aangesloten op het warmtenet. Zo moet uiteindelijk iedere woning aardgasvrij worden. 

Maar daar zijn we nog niet, vertelt Visscher. Volgens hem zijn we met de nieuwbouwwoningen al wel op het goede niveau, maar geldt dat nog niet voor bestaande woningen. “75 tot 80 procent van de woningvoorraad van 2050, is de huidige voorraad. En het deel van die huidige woningvoorraad dat al voldoet aan die eisen van 2050 is nog maar beperkt. Dus er moet nog heel veel gebeuren in die periode van 25 jaar.”

Volgens Visscher zijn die eisen van de overheid duidelijk – CO2 neutraal in 2050 – maar gaat het nu om het faciliteren en geven van informatie en helderheid. Daar zijn bijvoorbeeld nog stappen te zetten als het gaat om duidelijkheid wat betreft kosten van warmtenetten, en regionale en lokale strategieën per wijk.

Naast de overheid spelen woningeigenaren ook een rol, zij worden zeker al geholpen bij het verduurzamen van hun woning, vindt Visscher. Bijvoorbeeld met subsidies, informatiecampagnes en hypotheken zo inrichten dat het aantrekkelijk is om te verduurzamen. Ook wordt verduurzamen van woningen steeds profijtelijker wanneer energieprijzen stijgen.

“Waar je vroeger het verduurzamen deed om in de eerste plaats je woning comfortabeler te maken, en daarnaast ook vanuit klimaatoverwegingen, denk ik dat mensen nu ook die prikkel hebben om te zorgen dat hun energierekening laag blijft.”

Gedoe en gebrek aan capaciteit
Visscher ziet dat woningeigenaren tegen meerdere dingen aanlopen als zij hun woning willen verduurzamen. “Ik denk dat het vaak voor woningeigenaren complex is om te bedenken wat ze moeten doen, wat een goede oplossing of goede investering is op de langere termijn, hoe je een betrouwbare partij vindt om dat uit te voeren en hoe je de beschikbare capaciteit vindt. En het moet natuurlijk ook gefinancierd worden, niet iedereen heeft een grote zak geld klaar staan.” Kortom, vertelt hij, blijft woningverduurzaming voor veel mensen gewoon ‘gedoe’.

De bottleneck hierin is volgens Visscher toch wel echt het personeelstekort in de sector. “Stel dat we alles geregeld hebben met regelgeving, financiering, bereidheid van mensen om mee te doen. Dan nog is de vraag waar we de werkcapaciteit vinden om dat te doen.” Een tweede belangrijk obstakel is volgens Visscher dat we voor veel gebouwen nog niet weten of ze op een warmtenet zullen overstappen of niet.

Qua energieverbruik is gedrag van bewoners ook een belangrijke factor. Visscher onderzocht bijvoorbeeld energielabels van woningen en het daadwerkelijke energieverbruik. “Dan blijkt dat in slecht geïsoleerde woningen, die dus een slecht energielabel hebben, dat mensen daar naar verhouding minder energie verbruiken dan wat dat label aangeeft.” Bij de modellen die energielabels berekenen wordt ervan uitgegaan dat een woning altijd comfortabel verwarmd is, zowel voor goed als slecht geïsoleerde woningen. Dus op gedragsverandering is volgens Visscher nog wel wat te winnen, maar gemiddeld genomen wordt dat ook al gedaan.

Oplossingen
De komende jaren zal er dus nog veel gewerkt moeten worden aan het verduurzamen van de bestaande bouw. Visscher denkt, als het aardgasvrij-maken niet snel genoeg gaat, dat verandering dan vooral bij de overheid zal liggen. “Toen we aardgas hadden in Nederland, is door de overheid heel snel in een paar jaar een heel distributienetwerk voor gas aangelegd. Iets vergelijkbaars zou je kunnen doen voor de plekken waar je warmtenetten wil faciliteren. En waar dat niet zo is, mee-investeren in het verbeteren van het elektriciteitsnetwerk.”

En misschien zullen er nieuwe manieren gevonden worden om woningverduurzaming te versnellen. Visscher noemt bijvoorbeeld de One-stop-shop, “één organisatie die alles zou kunnen aanbieden, die goed inventariseert wat er mogelijk is, een plan maakt, en zorgt dat de partijen die moeten uitvoeren worden gecontracteerd.” Dat kan het uitzoekwerk wegnemen dat woningeigenaren of vve’s hebben bij het zoeken naar mogelijkheden om te verduurzamen.

Ook zien sommigen mogelijkheden in prefab, om isoleren van woningen eenvoudiger te maken. In de nieuwbouw wordt dat al ingezet om woningbouw te standaardiseren en zo te versnellen. Maar volgens Visscher is dat toch lastiger bij bestaande bouw. “Die zijn in een paar dagen geïnstalleerd en maken de woning helemaal energieneutraal. Dat kan, maar het is best ingrijpend en kostbaar en niet voor alle bestaande woningen de beste oplossing. Het is uiteindelijk toch maatwerk om isolatie toe te voegen of te veranderen.”

Ten slotte onderschrijft Visscher de rol van universiteiten bij het ontwikkelen van vernieuwende concepten op het gebied van woningverduurzaming. “Universiteiten spelen een belangrijke rol in het verkennen van nieuwe technieken en modellen. Niet alleen in de zin dat wij specialisten zijn. In nieuwe projecten stellen wij ook nieuwe jonge mensen aan die echt in staat worden gesteld om op nieuwe innovatieve onderwerpen heel veel kennis te ontwikkelen. Daarmee zijn zij heel erg waardevol voor de maatschappij.”