Hoe verduurzaam je een eeuwenoud monument?

15.06.2021 Joyce Beuken

Hoe verduurzaam je een eeuwenoud monument?

Hoe ouder een woning, hoe lastiger het is om het gebouw te verduurzamen. Toch moeten alle gebouwen uiteindelijk de verduurzamingsslag maken, ook in de erfgoedsector. Hoe verduurzaam je een monument?

Hans de Witte werkt als specialist erfgoed & duurzaamheid bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. “Monumenten zijn misschien lastig om te verduurzamen, maar daardoor is het ook des te interessanter.” Je kan bijvoorbeeld niet zomaar overal dikke pakketten isolatie  plaatsen. Wat volgens De Witte nooit vergeten moet worden, is het belang van de historische waarde van een monument en hoe dit intact wordt gehouden. “Technisch kun je (bijna) alles realiseren, maar als je een fikse slag maakt is het de kunst om de monumentale waarde overeind te houden.”

Op maat
Wel benadrukt hij dat er altijd wel iets mogelijk is; vaak meer dan je zou denken. “Het is maatwerk. Het is verstandig dat je een totaalplan opstelt. Je kunt dan een rangorde maken die oploopt van eenvoudige maatregelen die niet teveel kosten, naar dure en ingrijpendere aanpassingen.”

Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed heeft de maatregelen zelf ook opgedeeld in verschillende stappen. “De eerste maatregel die heel effectief is, is het aanpassen van je gedrag. Zorg bijvoorbeeld dat je ruimten niet verwarmt als je die niet gebruikt. Ook zie je vaak dat mensen de gordijnen ’s avonds niet sluiten, waarbij veel warmte verloren gaat. Met dit soort simpele veranderingen in je gedrag bespaar je al een hoop energie.”

Binnenklimaat
Na gedragsverandering volgen op de tweede plaats de zogenoemde basismaatregelen. Hieronder vallen bijvoorbeeld isolerende gordijnen en het dichten van kieren. “Een monument heeft ‘van nature’ veel ventilatie. Als je alle kieren dicht ventileert het niet meer, wat een ongezond binnenklimaat als gevolg kan hebben. Dus zorg voor een goede ventilatievoorziening.”

Esthetiek
Na de basismaatregelen kun je wat De Witte betreft kijken naar isolatie van gevels, dak en vloer. Daarmee beperk je het grootste verlies aan warmte. Hierna volgt het aanpassen van installaties met bijvoorbeeld een warmtepomp. Als laatste staan zonnepanelen op de lijst. Daarvan kunnen er niet altijd voldoende geplaatst worden op het monument zelf, uit esthetisch en praktisch oogpunt. “Als ze niet op het monument kunnen, kijk dan of je in panelen op een nabijgelegen geschikt gebouw kunt investeren.”

Wat te doen met panden die niet geschikt zijn voor een warmtepomp, als aardgas uiteindelijk in de ban gaat? De Witte: “Er wordt vaak gekeken naar waterstof, maar dat is niet zaligmakend. Ik denk zelf dat we een combinatie van verschillende bronnen nodig zullen hebben om in onze energie te gaan voorzien. Anderzijds hebben we een uitstekend gasnet liggen dat geschikt  kan worden gemaakt voor waterstof.”

Gedrag als eerst
De Witte haalt zijn totaalplan nogmaals aan. “Met een integrale benadering kun je de maatregelen op elkaar afstemmen. Om bijvoorbeeld over te kunnen stappen op lage temperatuurverwarming moet je een pand wel goed isoleren. De volgorde waarin je dat doet is dan ook van groot belang. Eerst isoleren, dan pas de warmtevoorziening installeren. Als je stap voor stap maatregelen treft, kun je je plan gaandeweg bijstellen, als daar aanleiding voor is.”

“De meest logische stap,” besluit De Witte, “is nog altijd gedragsverandering. Maar je moet niet onderschatten hoe moeilijk dat gaat.”