Houtsnippers en schimmel vormen biobased isolatiemateriaal
21.10.2024 Evelien Schreurs
Door resten van gras, riet en houtsnippers aan elkaar te verbinden met een schimmel vormt zich een biobased bouw- en isolatiemateriaal. Startup FC-i (First Circular Insulation) maakt deze isolatieplaten met reststromen afkomstig van Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten.
Hans Borra, oprichter van FC-i, werd een paar jaar geleden nog raar aangekeken als hij begon over isolatiemateriaal dat is gemaakt van schimmels. Maar volgens hem staan de bouwbedrijven ondertussen in de rij voor het materiaal. Hij ziet het belang en de voordelen van biobased isolatiemateriaal langzaam maar zeker doordringen.
Bij Staatsbosbeheer werd al jaren gezocht naar een duurzame toepassing voor houtsnippers en andere maaisels. Die worden vaak gebruikt voor duurzame warmte, vertelt Henk Wanningen, hoofd biogrondstoffen bij Staatsbosbeheer. Maar bij die verbranding komt het CO2 dat in het restmateriaal opgeslagen ligt weer snel vrij. In het isolatiemateriaal van FC-i vond Staatsbosbeheer een hoogwaardige toepassing van hun reststromen waarbij CO2 voor langere tijd wordt opgeslagen.
Mycelium-mal
Wanningen vertelt dat Staatbosbeheer restmateriaal overhoudt van maaien, snoeien en bijvoorbeeld van stukjes van bomen die niet worden gebruikt voor balken of planken. Die mix van materialen vormt de basis van het isolatiemateriaal. “Daar wordt een schimmel op geënt en dan gaat dat in een mal. En die mal heeft de standaardmaten van een isolatieplaat.”
“Dan gaat er een deksel op die mal en dan gaat er uiteindelijk een verzameling van die mallen in een klimaatkamer op een lekkere temperatuur waar die schimmels bij gaan groeien. Als die mal dan vol zit, wordt het groeiproces gestopt en wordt de plaat nog wat bijgesneden.”
Bij het maken van het isolatiemateriaal is het belangrijk om te letten op de verhouding van de reststroom. Er moet bijvoorbeeld voldoende riet gebruikt worden, dat is luchtig en zorgt voor een goede isolatiewaarde. Tegelijkertijd moet er ook een bepaalde hoeveelheid hout gebruikt worden om de platen voldoende sterkte te geven.
Om dit isolatiemateriaal te maken is dus geen coating of lijm nodig, waardoor het volledig biogeen materiaal is. In principe zou het in de natuur weer worden verteerd door nieuwe schimmels, maar dan komt wel de CO2 vrij die in het materiaal opgeslagen zat. Een duurzamere optie is dus om het te hergebruiken. Dat kan door het materiaal te verpulveren, opnieuw in het productieproces te brengen en er een nieuwe isolatieplaat van te maken.
Het isolatiemateriaal slaat CO2 op, maar de grootste CO2-winst zit in het feit dat er geen traditioneel isolatiemateriaal wordt gebruikt, legt Wanningen uit. Want bij de productie van die materialen komt juist heel veel CO2 vrij. “Het verschil zit hem in het feit dat bij de een de productie leidt tot een bepaalde uitstoot, en bij de ander buffer je juist CO2.” Bovendien wordt het, omdat het in een gebouw zit, voor lange tijd opgeslagen.
Dakisolatie
De isolatiewaarde van het mycelium-isolatiemateriaal ligt iets onder dat van traditioneel isolatiemateriaal, zoals pur, steenwol en glaswol, waardoor een iets dikker pakket gebruikt moet worden, vertelt Wanningen.
Maar op andere vlakken doet het zeker niet onder aan andere isolatiematerialen, volgens Wanningen. “Het laat zich op dezelfde manier behandelen, het heeft dezelfde maatvoering, het heeft het voordeel dat het wat sterker is dan het isolatiemateriaal dat er nu op gaat, want je kan er ook zonnepanelen op plaatsen. Je kan er gewoon overheen lopen, of een gat in boren als je er iets op wil monteren.”
Borra voegt daaraan toe dat het materiaal op een unieke manier isoleert: het houdt warmte buiten in de zomer en houdt het binnen in de winter. “Dat heeft te maken met de accumulatie van warmte, met dit materiaal duurt het veel langer om op te warmen.” Dat zorgt bovendien voor een gezondere leefomgeving voor de bewoners.
Wanningen: “Er is een transitie nodig in de bouw. Dat betekent dat ondernemers, aannemers en architecten veel meer traditionele oplossingen in hun systeem hebben zitten, zoals staal en beton, in plaats van het op een duurzamere manier te doen. Daarvoor moet je net anders gaan dimensioneren, je zit in je logistiek anders, je moet er dingen voor veranderen. En verandering is altijd vragen om problemen. Je moet er wat voor doen en je moet het willen. Ik denk dat daar, in de transitie en het opzetten van een duurzame keten, meer problemen zitten dan in de technische kant.”
In de eerste instantie maakt FC-i isolatieplaten voor daken, vertelt Borra. Dat zijn standaardmaten en daardoor handig om mee te beginnen, maar tegelijkertijd zijn er ook strenge eisen voor dakisolatie omdat het onder andere moet voldoen aan eisen voor brandwerendheid stevig genoeg moet zijn.
Volgens Borra is dakisolatie dus een mooi beginpunt, maar kan het isolatiemateriaal zeker gebruikt worden in andere vormen van bouw- of isolatiematerialen. Door de samenstelling van het materiaal iets aan te passen is het bijvoorbeeld ook geschikt voor wanden. FC-i is bezig met het verkennen van de mogelijkheden voor dit soort toepassingen. Naar verwachting zal FC-i in 2025 een commerciële fabriek openen, zodat hun productie kan worden opgeschaald.