Warmtenetbuizen gaan in Delft de grond in: WcW-proof en uniek met eigen geothermiebron

06.11.2025 Evelien Schreurs

Warmtenetbuizen gaan in Delft de grond in: WcW-proof en uniek met eigen geothermiebron
©Netverder

In Delft is een warmtenet bijna klaar om gebruikt te gaan worden. Zo’n 6.000 corporatiewoningen zullen worden aangesloten op een geothermische bron. Op termijn komen daar nog meer woningen en bedrijven bij. Maaike Zwart, Wethouder duurzaamheid bij de gemeente Delft, vertelt hoe dit warmtenet tot stand is gekomen en wat dit warmteproject zo bijzonder maakt.

Het warmtenet komt te liggen in de wijken Voorhof en Buitenhof en bij de TU Delft Campus. In deze buurt kan gebruik gemaakt worden van geothermie, hiermee is er een duurzame warmtebron beschikbaar. Ook is er in deze wijken veel hoogbouw, wat zich goed leent voor efficiënte warmtelevering.

Het project bestaat eigenlijk uit twee fases, legt Zwart uit. Het eerste deel van het warmtenet bestaat uit ongeveer 6.000 corporatiewoningen. Dat deel is bijna klaar, momenteel worden de buizen gelegd, Zwart hoopt dat het warmtenet dit jaar nog zal starten met het leveren van warmte.

Deze corporatiewoningen hebben collectieve ketels in hun gebouw. Daardoor hoeft er voor de aansluiting op het warmtenet niets achter de voordeur te gebeuren en was er ook geen toestemming van de huurders nodig. Tegelijkertijd is er wel veel tijd en moeite gestoken in het informeren van bewoners van de gebouwen die op het warmtenet worden aangesloten.

“Bijvoorbeeld door op strategische plekken in de wijken informatieboekjes te hebben liggen, hebben we informatiemarkten georganiseerd, publiceren we in de wijkkrant en hebben we een informatiekeet in de wijk voor mensen met vragen”, vertelt Zwart. “Dus we hebben een veelheid van manieren ingezet voor het meenemen, betrekken, beantwoorden van vragen inspelen op zorgen van bewoners. De afdronk is dat dat het plan goed valt en er weinig weerstand is, het is eigenlijk rustig.”

Kostengebaseerde warmte

Zwart: “Voor zowel de geothermiebron als het warmtenet hebben we geld van Het Rijk gekregen. Dat is super belangrijk om een project als deze van de grond te krijgen.” Zonder deze subsidies was dit project niet haalbaar geweest.

Bewoners hebben de garantie gekregen, dat op het moment van overstap verwarmen met het warmtenet niet duurder is dan verwarmen met gas. “En daarna beweegt de warmteprijs mee met een heel aantal indicatoren, zoals inflatie, zodat het ook transparant en openbaar is waarom die prijs is wat die is”, legt Zwart uit.

“Dus de overstap is gelijk, en daarna zal je een veel gelijkmatigere prijs zien. Waar gas nog weleens kan pieken en dalen, zal je hier een gelijkmatiger beeld zien.” De warmteprijs zal, zoals de WcW ook voorschrijft, kostengebaseerd zijn.

Tweede fase: eigenaren

Naar verwachting zal de warmtelevering voor de eerste woningen in fase 1 dit jaar nog beginnen, de rest van de circa 6.000 woningen wordt tussen 2025 en 2027 aangesloten.

Ondertussen wordt er al gewerkt aan de tweede fase: een verdere uitbreiding van het warmtenet. Hier gaat het om een mix van koop-, huur-, corporatie- en VvE-woningen en mogelijk ook bedrijven die worden aangesloten op het warmtenet.

Daarmee is het echt een andere fase van het project, want hier gaat het vooral om private eigenaren. De gemeente is in de Multatulibuurt gestart met het eerste Wijkuitvoeringsplan, waarin met bewoners wordt gesproken over welke stappen mogelijk zijn om de overstap te maken naar duurzame schone warmte. Daarbij is het warmtenet ook een optie, daarvoor wordt nu gewerkt aan een concreet aanbod, zegt Zwart. “Het plan moet kloppen en het moet betaalbaar zijn, dat is stap één.”

Bijzonder project

Het project heeft een lange aanloop gehad, de eerste gesprekken over de geothermiebron begonnen al zo’n twaalf jaar geleden. Ondertussen is er veel gebeurd in de warmtetransitie, zoals het instemmen van de Wet collectieve Warmte (WcW). Heeft die een rol gespeeld in de ontwikkeling van het warmtenet? “Voor ons geeft het wel duidelijkheid over hoe Het Rijk wil sturen op warmtenetten. Ons warmtenet was eigenlijk al WcW-proof ingericht, dus we hoefden niet hele andere besluiten te nemen door het aannemen van de WcW”, aldus Zwart.

Het warmtenet is genomineerd voor een Warmtenetwerk Award. Wat maakt dit project bijzonder? Dat komt in de eerste instantie doordat we een eigen geothermie warmtebron hebben op de TU Delft Campus, zegt Zwart. “Het aanleggen van zo’n groot binnenstedelijk warmtenet, met een eigen geothermiebron is nog niet eerder in Nederland gebeurd en al helemaal niet op deze schaal.”

“Juist in de tijd dat een heleboel warmteprojecten zijn gestopt, is het hier gelukt, met publieke partijen. We laten hier binnen de kaders van de Wet collectieve Warmte zien dat publieke partijen in samenwerking met private partijen een warmtenet kunnen aanleggen van dusdanige omvang. Dat is denk ik in de timing en de uitvoering erg bijzonder.”

Zwart vindt ook de samenwerking tussen de verschillende deelnemende partijen bijzonder, en één van de succesfactoren van het warmtenet. “Die samenwerking is gebaseerd op transparantie en heeft gezorgd voor onderling vertrouwen. Het was een intensieve samenwerking waarin we met de betaalbaarheid van huurders voorop steeds goed rekening hebben gehouden met elkaars belangen. Iedereen heeft vanaf het begin het idee gehad dat het zo duidelijk is dat dit nodig is, en dit echt willen, dat ze echt met elkaar het gesprek hebben gevoerd over wat ze nodig hebben om dit project mogelijk te maken.”

Die samenwerking zou Zwart ook als belangrijke tip meegeven aan andere warmtenetten die nu worden ontwikkeld. Zowel met de regio’s, “want de logica van warmte houdt zich niet aan gemeentegrenzen”, als met de partijen die bij een warmtenet betrokken zijn. “Een project als deze krijg je niet van de grond als je niet je samenwerking met je partners goed op orde hebt. Dus daar heel veel tijd in investeren, dat je echt snapt wat iedereen nodig heeft om hier een succes van te maken.”

©Netverder