Iedereen aardgasvrij? ‘Dan moet de warmtetransitie júíst haalbaar en betaalbaar’

12.07.2022 Jan de Wit

Iedereen aardgasvrij? ‘Dan moet de warmtetransitie júíst haalbaar en betaalbaar’
©Gemeente Rotterdam

Vanwege de stijgende gasprijzen en de meestijgende kosten van mensen die op een warmtenet zijn aangesloten, heeft het imago van warmtenetten ook een knauw gekregen, zo merkte Stichting Warmtenetwerk. Op de kennissessie van de stichting sprak Petra de Groene, directeur economie en duurzaam bij de gemeente Rotterdam, over de gebiedsaanpakken die de warmtetransitie haalbaar en betaalbaar voor alle Rotterdammers moet maken. Ook voor de lagere inkomens.

Recent kreeg de gemeente Rotterdam na lange onderhandelingen een nieuw college van Burgemeester en Wethouders. "Een apart college. Zowel Denk als Leefbaar Rotterdam zit erin, wat tot voor kort nog echt ondenkbaar was. Maar het laat ook zien hoe hoog de urgentie is", aldus De Groene.

"In sommige wijken was de opkomst bij de verkiezingen lager dan 20 procent, dat gebrek aan vertrouwen van de burger in de politiek moet snel hersteld worden. De partijen hebben dat ingezien en zijn over hun eigen ideologie heengestapt om de problemen in Rotterdam aan te kunnen pakken."

In het coalitieakkoord hebben Leefbaar Rotterdam, VVD, D66 en Denk afgesproken dat zij vasthouden aan het huidige beleid om Rotterdam per gebied aardgasvrij te maken. De bestaande gebiedsaanpakken worden afgemaakt, maar nieuwe gebiedsaanpakken worden pas uitgerold als er meer financiële middelen vanuit het Rijk komen. De Rotterdamse aanpak is met een behoorlijke participatiegraad vrij succesvol, ook onder groepen met lage inkomens. Maar dat komt tegen een prijs.

"We beginnen door vast te stellen wat wij willen voor de stad en de bewoners. Wij willen dat de warmtetransitie haalbaar en betaalbaar is voor de Rotterdammers. Een warmtenetaansluiting van in totaal 14.000 euro is voor de meeste inwoners gewoon niet betaalbaar."

Om de kosten te drukken kijkt de gemeente al vroeg in het traject naar mogelijke koppelkansen met andere projecten. "Dat scheelt geld en dan hoeft de grond niet steeds open."

Werk vanuit de aanwezigheid in de wijk
De gemeente Rotterdam heeft zes wijken in vijf gebieden – met ongeveer 33.000 aardgasaansluitingen – aangewezen om als eerste aardgasvrij te maken, wijken die "qua samenstelling en ligging erg van elkaar verschillen", zegt De Groene.

"Dat hebben we zo gekozen om optimaal te leren van de ervaringen en resultaten. Er is veel corporatiebezit in deze wijken, maar ook veel verschillen in bouwstaat en maatschappelijke problematiek, daarom hebben we voor een brede gebiedsaanpak gekozen."

Een brede aanpak houdt in dit geval in dat de gemeente over meer in gesprek wil gaan dan alleen een aansluiting op een warmtenet. De brede gebiedsaanpak van de gemeente Rotterdam bestaat uit drie kernpunten: duurzaam, zorg en werk.

“Met het verhaal over een aardgasvrije woning kom je achter de voordeur, maar door het verhaal aan te laten sluiten bij wat er speelt in de wijk, sluit je ook aan bij wat de bewoners belangrijk vinden. Dan moet je denken aan zaken als (energie)armoede of eenzaamheid, daarom nemen we ook gemeentelijke zorgpartners of taalcoaches mee als blijkt welke andere problemen spelen.”

Daarbij krijgen werkzoekenden de mogelijkheid om in een paar maanden te worden klaargestoomd als monteur van bijvoorbeeld zonnepanelen of laadpalen. WijkEnergieWerkt leidt buurtbewoners daarnaast op tot energiecoach die buurtgenoten kunnen adviseren over verduurzaming. “Dat werkt goed, bewoners vertrouwen iemand uit hun eigen wijk eerder”, aldus De Groene.

Ook is de gemeente Rotterdam met zijn aardgasvrije aanpak zichtbaar aanwezig in de wijk. Zo staan er het Energiehuis Pameijer in de wijk Reyeroord en de Huiskamer aardgasvrij Pendrecht. Hier kunnen buurtbewoners terecht voor praktische duurzame adviezen.

“Daar kunnen bewoners zelfs een elektrische kookcursus, of vragen stellen over een mogelijke aansluiting op het warmtenet. Daar zitten de zorgen voor de bewoners. Overleeft mijn tuin de verbouwing of past mijn auto straks nog onder de warmtebuizen in de garage.”

Vragen die weinig urgentie hebben voor warmtebedrijven, maar “als bewoners daar geen goede uitleg voor krijgen, dan gaan ze gewoon niet mee”, stelt De Groene.

Rotterdammers hebben wat te kiezen
Naast de praktische zorgen over een mogelijke aansluiting op een warmtenet is het kostenplaatje een belangrijke factor. “De energierekening is natuurlijk een onderwerp van gesprek”, merkt De Groene. “Maar een gemiddelde aansluiting kost nu nog zo’n 14.000 euro, dat is voor de meeste bewoners gewoon geen realistisch bedrag.”

De gemeente Rotterdam heeft daar een antwoord op gevonden door de bewoners vijf keuzes voor te schotelen en er stevige subsidiëring bij te bieden. “Door subsidies uit het Programma Aardgasvrije Wijken kunnen we bewoners om een eigen bijdrage van maximaal 1.500 euro vragen. Dat maakt het behapbaar voor de bewoners en voor de warmtetransitie is het leergeld.”

Bewoners kunnen kiezen voor een complete, basis of beperkte aansluiting op het warmtenet. Ook de aansluiting zelf of later regelen is mogelijk. “Met dit telefoniemodel houden bewoners de controle over de ingrijpendheid en het tijdspad van hun eigen warmtetransitie.”

Voor wie een instaptarief van 1.500 euro ook te hoog gegrepen is behoort een renteloze lening tot de mogelijkheden. Maar dan nog zijn er ook bewoners die niet meegaan, vertelt De Groene.

“Sommige bewoners willen gewoon geen warmtenet, bijvoorbeeld omdat ze geen vertrouwen hebben in de overheid of de warmtebedrijven. Aardgasvrij kun je verplichten, maar een aansluiting op een warmtenet niet. Dat wordt een spannend punt, met name voor het draagvlak.”

In tien stappen van het gas af
Desondanks zijn er mooie resultaten te melden. Zo doet ongeveer 70 procent van de bewoners van de wijk Heindijk mee in 2022 en mikt de gemeente op 84 procent in 2027. Ook in de andere vijf wijken wordt progressie geboekt.

Hieruit heeft de gemeente Rotterdam een drie sporenbeleid ontwikkeld: ruimtelijk, financieel-technisch en sociaal-maatschappelijk. Daaruit volgt een stappenplan waar andere gemeenten van kunnen leren:

1. Analyse van het gebied;
2. Aan de slag met koppelkansen;
3. Ontwerpen van het alternatief voor aardgas;
4. Bepalen van de fasering;
5. Schouw van de woningen;
6. Gezamenlijke businesscase van het gebied;
7. Aanbod voor gebouweigenaren;
8. Met het aanbod de wijk in;
9. Afspraken maken;
10. Overstap naar een aardgasvrij alternatief.

Daarbij zijn twee zaken van groot belang – naast de aanwezigheid in de wijk, volgens De Groene. De businesscase moet transparant zijn en de samenwerking met de woningcorporaties. In Rotterdam is ongeveer 50 procent van de woningen in bezit van woningcorporaties en worden daarom ook betrokken bij de aanbestedingen.

“Een gezamenlijke inzet op een gebiedsaanpak is goedkoper voor alle partijen. De aanpak kan dan bijvoorbeeld worden afgestemd op de renovatieplannen van de woningcorporaties afgestemd. Daarbij is ook een gezamenlijke transparantie businesscase essentieel voor het vertrouwen.”