Is de Omgevingsdienst klaar voor energielabel C voor kantoren?

05.09.2022 Simone Tresoor

Is de Omgevingsdienst klaar voor energielabel C voor kantoren?

Als je als kantoorpandeigenaar met een matig verduurzaamd gebouw nu nog niet aan de slag bent met het duurzaam renoveren van je pand ben je rijkelijk laat. In 2023 moet het pand minimaal energielabel C hebben en in 2030 moet dat A zijn. De tijd om achterover te leunen is voorbij.

Zeker gezien de huidige energieprijzen zal menigeen de urgentie voelen. Aan de Omgevingsdienst de edele taak om te controleren hoe de vlag erbij staat, te adviseren en in een later stadium, indien nodig, sancties te treffen.

Direct investeren voor label A?
Co de Smalen is duurzaamheidsadviseur en kwartiermaker ‘Toezicht op label C’ bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Dit betekent dat hij het voorbereidende werk doet, zodat de toezichthouders aan de slag kunnen met hun opgave. Hij heeft een helikopterblik over de totaalopgave en geeft aan hoe het toezicht moet worden aangepakt, zodat men in januari 2023 aan de slag kan.

Landelijk gezien moet bij 28.000 kantoren de komende maanden nog wat gebeuren. Dat komt neer op 150 kantoren per dag. Voor het Noordzeekanaalgebied zijn dat rond de 3.400 panden. Gas is momenteel twaalf maal duurder geworden dan vorig jaar. De kantoorpandeigenaar die nog onderweg is naar energielabel C krabt zich dus wel even achter de oren.

Waarschijnlijk denkt hij na of het niet verstandiger is direct iets meer te investeren en voor energielabel A te gaan. In plaats van dwang door wetgeving is het nu bittere realiteit: het gaat hem enorm veel geld kosten als hij blijft hangen in C. Zijn pand wordt minder waard en het wordt moeilijker verhuurbaar.

Nederlanders blinken niet uit in langetermijnplanning
Merkt de Omgevingsdienst iets van deze trend? De Smalen: “Eerlijk gezegd merken we het nog niet in het aantal labelsprongen die we zien, maar daar zit natuurlijk ook enige vertraging in. Eigenaren heroverwegen momenteel hun investeringsplannen. Maar dat de energieprijs effect heeft op de terugverdientijden en dus de verduurzaming is evident. De werkelijke verbruiken worden steeds bepalender.”

De verplichting om van C naar A te gaan ligt er al een tijdje. De eigenaren zijn reeds vanaf 2021 herhaaldelijk door de Omgevingsdienst op de hoogte gesteld dat ze aan de bak moeten. Er zijn via de gemeenten gratis energiescans en energielabelopnames aangeboden. Toch lijkt het gevoel van urgentie bij sommigen te ontbreken. Nederlanders blinken nu eenmaal niet uit in lange termijnplanning. Aan de Omgevingsdienst de taak om volgend jaar de bedrijven die achterblijven tot actie aan te sporen en te adviseren.

Geen reactie of plan? Dan wordt er gehandhaafd
Een behoorlijke klus waar veel extra mensen voor nodig zijn. Nu heeft het bedrijf een toezegging uit Den Haag binnen voor meer budget, maar waar vind je ‘de handjes’. De Smalen: “Dat is inderdaad een uitdaging. We zijn voor het Noordzeekanaalgebied druk doende met het oprichten van een energieteam van tien tot veertien personen die alleen maar gaat toezien op de energiebesparingstaken. De werving is in volle gang en die teams leiden we zelf op.”

Hoe gaat zo’n controle nu in zijn werk? “Vrij eenvoudig: Wij constateren dat een pand niet voldoet aan de eis en nemen dan contact op om te checken of dat inderdaad het geval is. Is een bedrijf al bezig met verduurzamen of betreft het hier een uitzondering? Zo niet dan geven we ruimte voor het indienen van het verduurzamingsplan dat binnen een jaar uitgevoerd moet zijn. Als men geen plan indient of niet reageert wordt er direct gehandhaafd. Dat kan een boete zijn of dat kan het sluiten van een pand betekenen”, zegt De Smalen.

Banken doen ook mee
Uiteraard kan de Omgevingsdienst niet alles tegelijk aanpakken. In overleg met de opdrachtgever (red. drie provincies en acht gemeenten in het geval van deze Omgevingsdienst) kijken ze dan of ze beginnen bij de grootste panden of juist de kleinere. Een stevige stok achter de deur is dat de banken de duurzaamheidsstatus van een pand inmiddels meenemen in hun producten. Als bijvoorbeeld de hypotheek van een pand in het geding komt is men ook sneller bereid tot actie.

Heeft de Omgevingsdienst nog zaken nodig om het werk straks goed te kunnen doen? “We zijn behoorlijk ver op weg met de voorbereiding voor volgend jaar. Er is ook landelijk tussen de verschillende Omgevingsdiensten veel overleg, zodat we van elkaar kunnen leren en informatie kunnen delen. Het is natuurlijk van belang dat we ook landelijk het speelveld gelijk houden.”

Aanpassing Energiewet
De afgelopen jaren heeft de Omgevingsdienst gewerkt aan het ophalen van energiegegevens bij bedrijven. Een issue waar ze tegenaan liepen was dat ze, in verband met de wet op de privacy, niet konden beschikken over de cijfers wat betreft het energieverbruik van een pand.

De Smalen: “We hebben dit probleem bij de minister aangekaart. Hij heeft aangegeven dat dit hem ter oren was gekomen en is voornemens de Energiewet hierop aan te passen. Wij verwachten dat het anderhalf tot twee jaar gaat duren voordat dit geregeld is. Deze aanpassing gaat ons uiteraard enorm helpen”, besluit De Smalen.