Kan de houtkachel in de ban of is hij juist nodig door de hoge gasprijs?

27.01.2022 Joyce Beuken

Kan de houtkachel in de ban of is hij juist nodig door de hoge gasprijs?

Geven de stookalerts voldoende lucht of is het einde van de houtkachel in aantocht? Er is veel te zeggen voor het stoken op hout met de huidige gasprijzen, maar of het voordeel opbokst tegen de grote hoeveelheid fijnstof die de kachel produceert is nog maar de vraag.

Open haarden en houtkachels in Nederlands woonkamers zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor 23 procent van de landelijke uitstoot aan fijnstof. Fijnstof is slecht voor de gezondheid en het milieu. De klachten zijn het ergst bij mensen met onderliggend leed, als astma en COPD, maar ook (ex-)coronapatiënten lijken meer last te hebben van houtrook. Een ander groot nadeel? De stank, stellen tegenstanders.

Duur filter
Toch zag het vorige kabinet een verbod niet zitten. Wel zouden er strengere eisen gesteld kunnen worden, zoals het verplichtstellen van een filter dat de uitstoot van fijnstof aanzienlijk vermindert. Maar zo’n filter is wel weer heel prijzig. De kosten kunnen oplopen tot 3.500 euro, schrijft Radar.

Pilots met houtrookvrije buurten moeten aantonen of een plaatselijk verbod wellicht de oplossing kan bieden. Het zou dan gaan om een verbod in buurten waar de huizen te dicht op elkaar staan. Sven Ringelberg, duurzaamheidsadviseur voor de gemeente Rotterdam en energiestrateeg bij Transitiepaden, denkt dat hout stoken met name in delen van de wereld waar men veel ruimte tussen woningen heeft een logische zet is.

Op elkaars lip
“Dat is in Nederland alleen vaak niet het geval”, stelt Ringelberg. “Het is hier te dichtbevolkt.” Hij verwacht ook niet dat gedupeerden van hoge gasprijzen hierom vaker naar het hout grijpen. “Heel misschien in buitengebieden waar het qua omgeving kan.”

We hebben in Nederland met veel regels en afspraken te maken omdat we zo op elkaars lip zitten, stelt Ringelberg. “In Amerika is dat bijvoorbeeld wel anders. Maar in Nederland hebben we al discussies over dat de warmtepomp stiller moet. Dat is ook logisch. We wonen hier dicht op elkaar en moeten ook rekening houden met elkaar.”

Uitstervende bronnen
Energiebronnen sterven volgens hem heel langzaam uit. “We begonnen in 1600 met het stoken van turf en dat werd pas in de jaren ’60 uitgefaseerd. Ook zal er nog een handjevol mensen zijn die kolen stoken.” Dat is dan zeker niet vanwege de functionaliteit, maar puur uit sentimentele overweging, denkt Ringelberg.

Hij begrijpt houtstokers dan ook wel. “Ik denk dat het levende vuur op de verbeelding van mensen speelt. Het geeft ook een zeker gevoel van onafhankelijkheid. In een gebied met meer hout kun je zelfvoorzienend zijn.” Er is volgens hem niet voor niets een godin van de open haard, besluit Ringelberg. “Het zit heel diep in de menselijke aard.”