‘Liever bewust onbekwaam dan deze koeltevraag onbewust laten liggen’
04.11.2024 Sjoerd Rispens
Gemeenten hebben volgens Jasper Schilling, adviseur bij CE Delft, niet genoeg aandacht voor het feit dat veel woningen niet tegen hitte bestand zijn. Samen met Esther Snepvanger en Edwin van der Strate van advies- en ingenieursbureau TAUW heeft hij een handreiking met maatregelen opgesteld voor gemeentelijke warmteprogramma's, om ervoor te zorgen dat de koeltevraag in de programma’s wordt opgenomen. “Oververhitting in woningen kan leiden tot de dood.”
“Mijn doel met deze handreiking is dat de koeltevraag een aandachtspunt is of al is besproken als gemeenten warmteprogramma’s in 2026 klaar moeten hebben”, zegt Schilling. “Ik wil dat gemeenten minimaal bewust onbekwaam zijn, maar dit onderwerp niet onbewust laten liggen. Daarnaast moet er meer aandacht zijn voor de cross-over tussen hitte in de woningen en aardgasvrij.”
Het is niet wettelijk verplicht om de koeltevraag mee te nemen in warmteprogramma’s, wat volgens Schilling een logische verklaring is voor de omissie. “Wat je daarnaast bij gemeenten ziet is dat de beleidsmedewerker van woningen totaal niet op een lijn zit met de medewerker die met klimaatadaptie bezig is. Zij spreken elkaar vaak niet dagelijks over de inhoud van hun werk, terwijl ze de verbinding moeten zoeken en dit samen aan moeten pakken.”
“Dit thema is pas de afgelopen jaren sterk gegroeid, en er worden tegenwoordig Kamervragen over gesteld. En dat is een goede zaak, want oververhitting in woningen kan bij kwetsbare groepen leiden tot de dood. We weten van KNMI-scenario’s dat er warmere zomers aankomen. Dan vertelt je gut feeling dat mensen meer gaan koelen. Het gebrek aan aandacht is niet heel verwonderlijk, maar die aandacht had er wel sneller moeten komen.”
Goud, zilver en brons
In de Handreiking Koelte in Warmteprogramma’s onderscheiden de onderzoekers drie verschillende niveaus waarin de koeltevraag kan worden meegenomen in het Warmteprogramma: brons, zilver en goud. Maatregelen die in te delen zijn op het bronzen niveau hebben vooral tot doel om vast te stellen in welke wijken hitte een probleem vormt en dit te benoemen in het Warmteprogramma. De onderzoekers raden gemeenten aan om klimaateffectkaarten te gebruiken om vast te stellen wat de warmste buurten zijn.
Bij het zilveren niveau nemen gemeenten de toenemende koeltevraag in de woning mee als een afweging bij het maken van keuzes in het Warmteprogramma. En bij het gouden niveau wordt de toenemende koeltevraag integraal meegenomen in de modelberekeningen van warmte en koudetechnieken. “Dit is momenteel nog niet mogelijk, vandaar dat we die goud hebben genoemd”, zegt Schilling.
Pomp met een bodemlus
Zonwering en ventilatie zijn volgens Schilling de eerste oplossingen om naar te kijken om oververhitting in huizen tegen te gaan. Maar is daar niet al veel aandacht voor? “Ik ben tijdens dit onderzoek op wijksafari geweest in Amsterdam. Het was een warme en zomerse dag en overal staken stokken en kranten uit de brievenbus. Want dat was het enige plekje waar je iets open kon zetten dat voor ventilatie zorgde.”
“Zonwering zag je lang niet overal. In plaats daarvan hadden mensen lakens over de balkons opgehangen om zonnestralen tegen te gaan. Woningcorporaties hebben niet per se regels voor zonwering. Je mag die onder voorwaarden meestal wel plaatsen maar als je verhuist moet je het ook weer weghalen. Een volgende huurder mag er dan weer op zijn of haar beurt geld aan uitgeven.”
In de Handreiking worden warmtepompen en zeer-lage temperatuur (ZLT) warmtenetten ook als oplossing genoemd wanneer je er met zonwering en ventilatie niet uit komt. Schilling: “Je zou dan het liefste een warmtepomp met een koudebron zien, dan hoef je de pomp alleen maar aan te zetten en wordt de woning gekoeld.”
“Door ZLT-netten loopt water van 15 graden Celsius, dat is op zomerse dagen heel koel. Je kan je vanuit de warmtetransitie wel afvragen of dat de beste techniek is, dat hangt onder meer af van de impact op elektriciteitsnetten en de beschikbare ruimte in woningen.”
Hoe meer mensen last krijgen van hitte in woningen, hoe luider de roep om maatregelen zal zijn. Lost dit probleem zichzelf dan niet op? “Jawel, maar worden er dan wel de juiste prioriteiten gesteld?” antwoordt Schilling. “We zien nu een groei van airco’s, inmiddels heeft een op de acht Nederlanders er een. Als die massaal voor koeling worden gebruikt kost dat weer veel energie en warm je de buitenruimte verder op. Daarnaast weten we dan sowieso weinig over het gedrag van consumenten. Gaat de airco gemiddeld al aan bij een temperatuur van 21 graden of pas bij 27 graden Celsius? Dat maakt echt uit voor de grootte van het probleem.”
Over de beleidsterreinen heen
Schilling heeft nog weinig reacties gehad op zijn handreiking maar de paar gemeenten die hij sprak waren positief. “Zij zijn vooral blij dat er een hulpmiddel ligt. Andere gemeenten, zoals Amsterdam, zijn al heel ver op dit gebied.”
“Ik denk dat het nog wel een uitdaging wordt om deze opgave tot een succes te maken”, besluit Schilling. “Koelte blijft een van de vele aspecten in de warmtetransitie. Er ligt nu een voorstel van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor een integrale hitteaanpak. Dat gaat niet alleen over zonwering en groen op de daken, maar ook over communicatie richting bewoners op hete dagen. Gesprekken hierover kunnen leiden tot een integrale aanpak over de beleidsterreinen heen.”