Door gevalideerde opsporingsmethoden in te zetten hoeven isolatiebedrijven minder last te ondervinden van de invloed van vleermuizen op het isolatietempo, dat laat de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) weten. Onderzoek van W/E Adviseurs wijst uit dat isolatiebedrijven 69 procent meer spouwmuren kunnen isoleren tot aan 2030 wanneer de methode wordt toegepast.

Sinds de Raad van State onlangs een uitspraak deed, waarbij een isolatiebedrijf met haar werkwijze de zorgplicht in de Wet natuurbescherming had overtreden, is de vraag naar isolatie sterk afgenomen. De uitspraak gaf onduidelijkheid over de wijze waarop er onderzoek moet worden gedaan naar beschermde diersoorten zoals vleermuizen.

In het onderzoek worden verschillende aanpakken voor natuurvriendelijk isoleren besproken. Het onderzoek stelt een werkwijze genaamd Innovatieve Opsporingsmethode (IOM) voor. Dit houdt in dat er bijvoorbeeld een uitgebreid sporenonderzoek of een (e)DNA-methode moet worden gedaan, waardoor uitgesloten kan worden dat beschermde fauna zich in de gevel bevindt. IOM zou moeten worden toegepast vanaf het moment dat deze gevalideerd en geaccepteerd is door de provincies.

Olof van der Gaag, voorzitter van de NVDE reageert: “Met nieuwe, nog te valideren opsporingsmethoden kunnen we zowel de vleermuizen als het gevelisolatietempo redden. Het is hard nodig dat die opsporingsmethoden, in aanvulling op de tijdelijke werkwijze, snel kunnen worden ingezet, anders valt een groot deel van de arbeidscapaciteit in de isolatiesector blijvend weg. Dan moeten te veel bewoners te lang wachten op een geïsoleerd huis.”