In de Energiewet zouden de bestaande Elektriciteitswet en Gaswet in één wet worden opgenomen, maar de Raad van State oordeelde dat het “geen meerwaarde” zag in het voorstel. De samenvoeging zou daarentegen wel risico’s hebben, met name voor de integratie in het Europese recht.

Het wetsvoorstel bestond uit verschillende onderdelen, waarvan de Raad van State opmerkt dat het onvoldoende duidelijk is hoe ze zich tot elkaar verhouden. De drie functies die de Raad van State in haar samenvatting noemt zijn het samenvoegen van de regels voor de elektriciteits- en gasmarkten, het omzetten van Europese verordeningen en regels in Nederlandse wetgeving en het uitvoering geven aan onderdelen van het Klimaatakkoord.

De Raad van State merkt op dat het voorstel hierdoor “verschillende gezichten heeft”: het zou onduidelijk zijn welke delen om omzetting van Europees recht gaan en welke delen eigen beleidskeuzes zijn. Ook stelt het adviesorgaan dat ontwikkelingen in de Europese regelgeving voor respectievelijk elektriciteit en gas niet helemaal parallel lopen, waardoor de integratie van die stelsels moeilijkheden kan opleveren.

Tot slot noemt de Raad van State een aantal alternatieven in haar advies. Zo stelt ze voor om een regeling op te nemen om kwetsbare afnemers van gas en elektriciteit te beschermen. Ook moeten er regels komen waarmee netbeheerders prioriteit aan uitbreidingsinvesteringen kunnen geven. Tot slot moet de regering beoordelen of burgers met het wetsvoorstel uit de voeten kunnen en moet ze concreet toelichten hoe het wetsvoorstel voldoet aan Algemene verordening gegevensbescherming.