Gemeente Utrecht wil inzetten op geothermie en restwarmte

12.05.2025 Sjoerd Rispens

Gemeente Utrecht wil inzetten op geothermie en restwarmte
©Geothermie Nederland

De gemeente Utrecht wil de komende jaren, om de warmtetransitie te laten slagen, lokale duurzame bronnen gaan ontwikkelen en de energie-infrastructuur wijzigen. De gemeente wil uiteindelijk naar een systeem waar zowel centrale als lokale duurzame energiebronnen benut worden. Dat blijkt uit de Beleidsnota Warmte 2025-2035. Van de geanalyseerde alternatieven worden geothermie en restwarmte als meest kansrijk gezien.

Voor de gemeente Utrecht zijn vijf alternatieven geanalyseerd. Het eerste alternatief draait om gebouwen die geïsoleerd zijn en minstens energielabel C hebben door een middentemperatuur stadswarmtenet. Dat warmtenet moet dan gevoed worden door restwarmte en geothermie. Het bevat tevens warmtebuffers voor de tijdelijke opslag van warmte. De gemeente zet vooral in op deze bronnen omdat ze relatief goedkoop zijn en vragen weinig elektriciteit.

De gemeente presenteert in de beleidsnota meerdere doelstellingen waar het de komende jaren aan wil gaan werken. Zo wil de gemeente in gaan zetten om voor het merendeel van de buurten in Utrecht collectieve warmteoplossingen te vinden. De seizoensopslag, slimme oplossingen en  vraag en aanbod moeten daarmee beter op elkaar aansluiten. De gemeente wil deze doelstelling op de volgende manier bereiken.

De druk op het elektriciteitsnet moet verminderd worden door met collectieve warmteoplossingen minder verbruik plaats zal vinden op de piekmomenten. Het elektriciteitsnet zal dus moeten worden uitgebreid. De gemeente Utrecht wil daarnaast de energievraag- en aanbod koppelen door middel van collectieve opslag. Ook moet er ‘minder gedoe achter de voordeur’ zijn. Dat betekent zoveel als dat er weinig werkzaamheden bij mensen thuis moeten zijn, door te focussen op warmtenetten en geothermie. Ook moeten er meer mogelijkheden komen om kosten te verdelen, door investeringen niet door een iemand te laten doen.

Grote mate van elektriciteit is nodig
Een andere maatregel waar de gemeente op in wil zetten is het vergroten van de inzet van duurzame warmtebronnen, door deze eerlijk te verdelen en efficiënt te gebruiken. Utrecht beschikt volgens de gemeente niet over grote bronnen met restwarmte uit de industrie. Er zijn wel veel lokale, duurzame bronnen maar die moeten nog verder ontwikkelt worden. Daarvoor is veel elektriciteit nodig om ze op de juiste temperatuur te krijgen.

Om de overstap naar duurzame warmte te maken is er extra ruimte nodig bij gebouwen, wijken en de ondergrond, meer dan de stad nu biedt. Er moeten meer transformatorstations en warmteoverdrachtstations komen. Waar warmtenetten de beste optie zijn moet ook ruimte daarvoor beschikbaar zijn. In de ondergrond zit natuurlijk al infrastructuur zoals de riolering, maar bijvoorbeeld ook ondergrondse afvalcontainers kunnen in de weg zitten. Om voldoende ruimte te bieden reserveert de gemeente nu alvast grond die bedoeld is voor de warmtransitie.

Een andere maatregel die de gemeente de komende jaren toe gaat passen is het actief ondersteunen van buurtinitiatieven, zodat zij hun rol goed kunnen vervullen. De gemeente juicht toe dat zij zich volledig op kunnen werken tot warmtegemeenschap. De gemeente wil de bewoners actief in een vroeg stadium betrekken, zodat hun wensen en perspectieven bekend zijn. Als er in een wijk een collectieve warmteoplossing komt dan wil de gemeente samen met de inwoners aan een wijkuitvoeringsprogramma werken.

Publiek eigendom
De gemeente gaat ook meer inzetten op energiebesparing in de gebouwde omgeving. Utrecht wil de energievraag laten dalen door meer te gaan isoleren, gebruik te maken van efficiëntere installaties en gedragsverandering te stimuleren. De gemeente kijkt daarbij ook naar koeling. Idealiter lukt het om de afhankelijkheid van koeling zo klein mogelijk te maken. Bij nieuwbouwwoningen zullen collectieve systemen gebruikt gaan worden die ook koeling kunnen leveren.

Een andere belangrijke maatregel van de gemeente is om voor publiek eigendom te kiezen in de warmtetransitie. Een warmtebedrijf met een publiek meerderheidsbelang, zo redeneert de gemeente, laat duurzaamheid en betaalbaarheid zwaarder wegen dan commerciële belangen. Volgens de gemeente Utrecht zullen bewoners meer vertrouwen hebben in een warmtebedrijf dat in publieke handen is.

De gemeente heeft ook naar andere bronnen gekeken. Groen gas en waterstof zijn geen serieuze optie voor de directe levering aan gebouwen. Tegelijkertijd worden de bronnen niet geheel opzij geschoven, want ze kunnen wel van pas komen in de piek- en back-up voorziening van een warmtenet. De gemeente maakt zich er wel sterk voor dat de industrie toegang krijgt tot waterstof.