Digitale kaarten helpen bij het ontwerpen, aanleggen en onderhouden van warmtenetten

04.08.2025 Evelien Schreurs

Digitale kaarten helpen bij het ontwerpen, aanleggen en onderhouden van warmtenetten
©ESRI

Waar liggen de kansen voor een succesvol warmtenet? Hoe zien de warmtevraag en de woningtypen in een buurt er uit? En wanneer moet welk onderdeel van het warmtenet onderhouden of vervangen worden? Bij dit soort vraagstukken omtrent warmtenetten kunnen geografische data inzichten bieden die lastiger uit een ‘platte’ dataset te halen zijn. Over het gebruiken van zogeheten Geografisch Informatie Systeem (GIS) vertelt Alex van der Leer, accountmanager bij ESRI.

ESRI produceert en verkoopt Geografische Informatie Systemen (GIS), ofwel software die organisaties gebruiken voor het maken van kaarten en uitvoeren van ruimtelijke analyses. “Dat is eigenlijk alles wat een locatiecomponent heeft en wat je dus kan terugschrijven naar een kaart. Dus allerlei zaken in de openbare ruimte, alle woningen, parkeerplaatsen, lantaarnpalen, bankjes, al het groen, kabels, leidingen, alles wat je maar kan bedenken aan eenheden in de openbare ruimte dat staat op een kaart”, legt van der Leer uit.

Ook bij warmtenetten komt deze GIS-software van pas, en dat begint al bij de ontwerpfase, vertelt Van der Leer. Je kan verschillende kaarten als het ware over elkaar heen leggen, om te kijken of een warmtenet ruimtelijk past in de omgeving naast bijvoorbeeld alle waterleidingen, gas- en elektraleidingen.

Die technische haalbaarheid is vaak niet zo’n probleem, vertelt Van der Leer. Interessanter is het onderzoeken van een geschikte wijk om een warmtenet te plaatsen. Ofwel het maken van een ‘kansenkaart’. “Dan kijk je naar de warmtevraag, hoeveel huizen er zijn die aangesloten kunnen worden en de details van de woningen, zoals het energielabel, bouwjaar en eigendom. Zo kan je uitrekenen of die wijk geschikt is en wat de investeringen zijn om zo’n wijk aan te sluiten.”

©ESRI

Door zo’n analyse met GIS kan het zijn dat het originele plan voor het warmtenet nog wordt aangepast, bijvoorbeeld omdat een andere wijk toch geschikter blijkt te zijn. Want sommige inzichten krijg je niet uit ‘platte data’, maar wel uit kaarten, volgens Van der Leer. “Zo’n kaart kan je vertellen waar de meeste potentie is voor zo’n warmtenet, in plaats van andersom te beredeneren van ‘ik heb een wijk waar ik een warmtenet wil plaatsen’. Maar soms zal je in zo’n analyse merken dat zo’n wijk zich minder goed leent daarvoor.”

Ook na de ontwerpfase, wanneer het warmtenet er daadwerkelijk komt, komt een GIS om de hoek kijken: “Het is van essentieel belang dat die warmtenetten heel goed geregistreerd worden. Die registratie is niet alleen de precieze coördinaten op de kaart waar het warmtenet dan ligt, maar ook de diepte waarop het in de grond ligt, de dimensionering en de locatie van specifieke onderdelen. Het is heel belangrijk om dat precies te weten bij het plannen van onderhoud, bij inspecties en monitoring.”

©ESRI

Daarbij benadrukt Van der Leer het belang van datamodellen: al bij de aanleg van het warmtenet moet duidelijk zijn welke data je precies gaat bijhouden. “Welke onderdelen nemen we op en in welk detailniveau?” Dat wiel hoeft ook niet door ieder warmtebedrijf opnieuw uitgevonden te worden, er bestaan gewoon standaard ‘pakketten’ voor data die relevant is om te verzamelen omtrent warmtenetten, wat een hoop tijd kan besparen. “Dan ben je sneller in staat om een warmtenet te registreren, en kan je met een goede basis richting het beheer en richting de aanleg van nieuwe warmtenetten.” ESRI heeft daarvoor het District Heating and Cooling datamodel, ontwikkeld.

Wcw

Nu de Wcw is ingestemd door de Tweede Kamer zullen waarschijnlijk, meer dan voorheen, veel verschillende partijen samen aan een warmtenet gaan werken. Een GIS maakt het voor deze verschillende partijen, zoals een warmtebedrijf, een gemeente en energieleverancier eenvoudig om bepaalde data in te zien en om er samen aan te werken. Tenslotte kan een GIS ook gekoppeld worden aan andere systemen, bijvoorbeeld over het onderhoud van het warmtenet.

Die kennis over GIS is er meestal al, volgens Van der Leer. Zowel bij gemeentes, die ook buiten de warmtetransitie vaak al jaren werken met GIS, als binnen bijvoorbeeld warmtebedrijven en energieleveranciers is deze kennis er al. Warmtebedrijf Ennatuurlijk was het eerste warmtebedrijf dat ArcGIS Online gebruikt bij het ontwikkelen van warmtenetten.

Met de instemming van de Wcw, zullen er waarschijnlijk weer meer warmtenetten ontwikkeld gaan worden. Van der Leer hoopt dat deze nieuwe warmtenetten op een goede en eenduidige manier geregistreerd worden. “Er komen dadelijk allemaal nieuwe netten bij, die worden straks allemaal aangelegd, doe die registratie alsjeblieft een beetje op dezelfde manier.”