De nieuwe warmtewet is weer vertraagd volgens Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie, dat meldt Energeia. Het wetvoorstel zou pas in de zomer bij de Raad van State terechtkomen. De nieuwe wet zou officieel in werking treden op 1 juli 2024.

Het is niet de eerste keer dat de Wet Collectieve Warmtevoorziening vertraging oploopt. Volgens de oorspronkelijke planning zou het nieuwe Wet Collectieve Warmtevoorziening op 1 januari 2022 in werking treden. Maar het conceptvoorstel werd niet gesteund door de decentrale overheden en het wetsvoorstel is niet naar de Raad van State gezonden voor advies. Door deze vertraging werd de datum van de inwerkingtreding verplaatst naar 1 januari 2024.

Later gaf minister Jetten aan dat deze planning ook niet haalbaar is, en dat dit tijdrovende dossier nog een half jaar naar voren werd geschoven. Tijdens het commissiedebat zei hij: “Ik heb me, zeker in die eerste maanden als minister, ook wel echt verbaasd over hoe lang dit al voortsleept. [...] Ik dacht: zitten we nu nog steeds ruzie met elkaar te maken?”

Minister Jetten wil vooruitgang boeken en wil het wetvoorstel voor 1 juni naar de Raad van State verzenden, daarna kan het voorstel doorgestuurd worden naar de Tweede Kamer en vervolgens gepubliceerd worden. In antwoord op vragen van Energeia vermeldde de minister dat ze een aantal aanpassingen gaan doen in het proces om het voorstel tijdig af te ronden. Hij geeft dus aan dat het nog steeds mogelijk is om de wet op 1 juli 2024 te publiceren.

Het inzetten op loskoppeling van het gas- en het warmtetarief moet ook in de nieuwe wet gerealiseerd worden. Deze loskoppeling kan enkel in het begin van kalenderjaar plaatsvinden, waardoor de prijzen op zijn vroegst per 1 januari 2025 losgekoppeld kunnen worden.