‘Door het goede Europese klimaat voor warmtepompen zijn we een geduchte concurrent van China’
31.07.2025 Sjoerd Rispens

De productie van zonnepanelen vindt bijna geheel plaats in China, maar bij warmtepompen ligt dat anders. Hoewel er in China nog steeds meer warmtepompen worden geproduceerd, is Europa volgens de European Heat Pump Association (EHPA) een sterke concurrent van het Aziatische land en wordt de meerderheid van Europese warmtepompen op dat continent geproduceerd. Warmte365 spreekt met Eleonora Shehu, beleidsmaker van de EHPA, over de concurrentie tussen Europa en China en wat er op het continent moet gebeuren om de positie in stand te houden.
“De verwachting voor de langere termijn van onze warmtepompfabrikanten is dat Europa de perfecte markt zal zijn voor de technologie”, zegt Shehu. “Dat komt door het positieve EU-beleid voor warmtepompen dat al jaren van kracht is. Zo’n twintig jaar geleden waren warmtepompen een onbekende technologie bij het grote publiek, ondanks dat ze al heel lang bestaan. De warmtepomp bestaat al sinds 1840, een koelkast is een omgekeerde warmtepomp. Het technologische gereedheidsniveau van een warmtepomp is 9, het hoogste niveau. Het is een zeer goede technologie en fabrikanten weten dat de werking is bewezen.”
“Dankzij de Europese erkenning van warmtepompen investeren onze fabrikanten en van buiten Europa”, gaat Shehu verder[gd1] . “Ze worden hier als hernieuwbare technologie gezien. Wat ook helpt is de consensus dat warmtepompen bijdragen aan het klimaatbeleid en dat warmtepompen zijn opgenomen in de Europese klimaatdoelstellingen op de lijst van de Net Zero Industry Act staan. Al deze dingen stimuleren investeringen en productie van warmtepompen in Europa.”
Volgens Shehu spelen ook hele praktische redenen een rol. “Denk maar eens aan hoe groot een warmtepomp is, het kost veel tijd om ze te vervoeren. Het is veel makkelijker om dat lokaal te produceren in plaats van dat je het moet importeren. Toen het Suezkanaal een paar jaar geleden geblokkeerd raakte was alle import vertraagd.”
“Fabrikanten investeren veel in innovatie en het verder perfectioneren van warmtepompen. Ze zijn tegenwoordig superslim, stil en bieden flexibiliteit voor het elektriciteitsnet en gaan een belangrijke rol spelen bij de transitie naar een meer geëlektrificeerde samenleving, waarbij het balanceren van het net nodig is om netcongestie te voorkomen.
Behoud van een concurrerende markt
Op basis van informatie van de Europese Commissie weet de EHPA dat 60 tot 70 procent van de warmtepompen in Europa daar ook wordt geproduceerd. Shehu noemt Europa een geduchte concurrent van China, maar zij blijven de grootste producent. “China heeft simpelweg meer mogelijkheden dan Europa om op massale schaal te produceren.”
Wat moet er volgens de EHPA gebeuren zodat Europa een concurrerende markt blijft? “Wij pleiten voor langdurige stabiliteit van het beleidskader”, zegt Shehu. “Eén van de redenen dat de verkoop zo sterk is gedaald in het afgelopen jaar, is omdat het beleid steeds verandert. Elke keer als we met fabrikanten spreken, horen we hetzelfde: de steeds veranderende regelgeving is het grootste probleem.”
“In 2022, tijdens de energiecrisis, boden overheden subsidies aan om huishoudens te helpen bij de aankoop van warmtepompen. Maar toen de gasprijzen weer normaliseerden, verdwenen die stimuleringsmaatregelen. Dus keerden veel consumenten terug naar gasboilers omdat die goedkoper waren.”
“We hebben stabiliteit nodig, en die komt voort uit consistent beleid”, zegt Shehu. “Daarnaast moeten de elektriciteitsprijzen omlaag. Het is belangrijk dat de lidstaten gezamenlijk besluiten om in elk geval de belastingen en heffingen van de elektriciteitsrekening af te halen, zeker als die niets met elektriciteit zelf te maken hebben. In Italië zit er bijvoorbeeld belasting op het bezit van een televisie in de elektriciteitsrekening verwerkt. Dat heeft helemaal niets te maken met je stroomverbruik, maar je betaalt die belasting toch.”
“Haal dat soort belastingen en heffingen dus van de elektriciteitsrekening af of schaf ze helemaal af, zeker als ze niets met energieverbruik te maken hebben. Dat zijn onze belangrijkste verzoeken.”
Noorwegen en de andere Scandinavische landen komen altijd het beste uit de bus op het gebied van het meeste aantal warmtepompen per huishouden. Kan de rest van Europa iets van hun beleid overnemen? “In Zweden geldt al sinds de jaren zeventig een koolstofbelasting op fossiele brandstoffen”, zegt Shehu. “Er is daar ook geen gasnet meer. Dat hielp bij de uitrol van warmtepompen, maar voor veel landen is dat niet haalbaar. Wat in Zweden werkt, werkt misschien totaal niet voor Griekenland.”
“Elk land moet de volledige vrijheid hebben om te bepalen welke benadering ze kiezen voor hun energiegebruik. Elk land in Europa heeft andere behoeften, klimaten, samenlevingen en infrastructuren. Het punt is: ondanks de keuzevrijheid zijn er wel degelijk stappen die gezet kunnen worden om de situatie te verbeteren.”
Blik op de toekomst
Volgens Shehu hoort de EHPA van haar fabrikanten dat de capaciteit om snel veel warmtepompen te produceren er is. Het Europese REPowerEU-plan streeft naar 60 miljoen extra geïnstalleerde warmtepompen in Europa tegen 2030, als vervanging van Russische olie en gas. “Maar door de economische terugval na COVID moesten markten snijden. Ze produceren nu enkel wat gevraagd wordt. Ze kunnen veel meer aan, maar gaan niet overproduceren voor een markt met te weinig vraag.”
“De zorg van de EHPA is dat als deze daling van de verkoop van warmtepompen zich voortzet, we het doel van 2030 nooit zullen halen. Er zal dan een grote kloof ontstaan wat betekent dat dat we onze gebouwenvoorraad niet in de mate kunnen verduurzamen zoals we willen. Meer dan 50 procent van het energieverbruik in Europa komt namelijk voor rekening van de gebouwde omgeving. Dat is dus enorm veel gas dat gebruikt wordt voor het verwarmen van onze gebouwen. Omdat we onze gebouwenvoorraad willen verduurzamen en daar hard aan werken, zou het niet halen van dit doel een verlies zijn, voor het klimaat én voor iedereen.”