De zorgen van de warmtepompinstallateur
28.07.2025 Gijs de Koning

Innovaties maken het installeren van warmtepompen sneller en efficiënter, maar leiden ook tot frustraties en zorgen op de werkvloer. TNO deed, samen met Team Duurzaam Installeren en Mensen Maken de Transitie, onderzoek naar de ervaringen van installateurs met vier trends in de warmtepompsector. Hieruit kwam naar voren dat installateurs zich zorgen maken om steeds zwaarder wordende warmtepompen en afname in flexibiliteit die de beweging richting standaardisatie met zich mee brengt.
TNO onderzocht het effect van innovaties op het gebied functie splitsing, prefab installaties, digitalisering en remote asset managing onder zestien monteurs van zeven verschillende bedrijven in een kwalitatief onderzoek. De monteurs varieerden in leeftijd van 21 tot 60 jaar en hadden een half tot 26 jaar ervaring als monteur.
Een van de belangrijkste conclusies van het onderzoek is dat de monteurs de vrees hebben dat innovaties de vrijheid en verantwoordelijkheid van de monteurs zelf zullen beperken. Daarnaast merkt het onderzoek dat de monteurs veel waarde hechten aan het klantcontact en dat dit in sommige gevallen minder wordt door de innovaties.
Prefab maakt werk zwaarder en minder flexibel
Het onderzoek merkt op dat het werk voor warmtepompmonteurs fysiek steeds zwaarder wordt. De opkomst van prefab installaties zijn hier een voorbeeld van. Bij een prefab-installatie wordt de warmtepomp grotendeels al bij de fabrikant in elkaar gezet. TNO noemt als voorbeeld de SKID, waarbij de drukvaten, het leidingwerk en de appendages al op een frame zijn gemonteerd. Dit scheelt de installateur werk op locatie, maar zorgt er ook voor dat er minder flexibiliteit is als het aankomt op de plaatsing van de warmtepomp. Prefab installaties zijn ook zwaarder dan warmtepompen met minder geïntegreerde onderdelen. Ook stillere buitenunits en monoblocks maken warmtepompen zwaarder.
De monteurs maken zich dan ook zorgen over de houdbaarheid van hun werkzaamheden. Een monteur merkt op aan de onderzoekers: “Het sleepwerk is voor de toekomst niet duurzaam. Dan wordt ik in de toekomst liever ergens technisch beheerder”. TNO raadt dan ook aan om zwaar tilwerk te beperken en waar dat kan verhuisservices te gebruiken.
Twijfel over de warmtepomp zelf
Opvallend is dat TNO ook ontevredenheid opmerkt onder de monteurs over de warmtepomp zelf. Ze stellen dat niet alle monteurs te spreken zijn over het rendement, de hoge kosten en de werking. De monteurs stellen dan ook tegenover de onderzoekers dat ze vaak airco’s aanraden omdat dit een minder grote investering vraagt en volgens de monteurs ook goed verwarmt.
TNO wijst hierbij op het feit dat monteurs via hun adviezen een grote invloed hebben op de energietransitie. Het onderzoeksinstituut raadt daarom aan goed af te spreken met monteurs in welke gevallen ze een warmtepomp aanbevelen en wanneer een airco. Hierbij is ook voorlichting over de verschillende typen warmtepompen voor bewoners van belang.
Houd monteurswerk divers
Functiesplitsing ofwel, het fenomeen dat installateurs zich steeds meer gaan toespitsen op een onderdeel van de installatie, speelt ook een belangrijke rol in de veranderende werkzaamheden van de monteurs. Denk hierbij bijvoorbeeld aan monteurs die zich specialiseren in het installeren van de koelvloeistofleidingen of de buitenunit. De installateurs gaven bij de onderzoekers aan bang te zijn de diversiteit van het werk kwijt te raken. TNO raadt dan ook aan in gesprek te gaan met de monteurs om ze duidelijk uit te leggen wat functiesplitsing voor hen gaat betekenen en uiteindelijk toch hun vrijheid hierin te waarborgen.
Warmtepomp-apps
Digitalisering bij warmtepompen komt vaak in de vorm van apps die de werking van de warmtepomp inzichtelijk maken en helpen bij het inregelen. Voor monteurs is dit soms een bron van frustratie omdat het proces niet altijd even soepel verloopt. Een monteur stelt tegenover de onderzoekers: “Je heb wifi nodig als je de pomp instelt. Dat valt best wel vaak weg, en dan moet je weer helemaal opnieuw beginnen. Of je drukt op de verkeerde knop of iets per ongeluk weg en dan moet je ook helemaal opnieuw beginnen.”
TNO raadt aan om de apps samen met monteurs zo gebruiksvriendelijk mogelijk te maken en ook waar dat kan gebruik te maken van displays op de warmtepomp zelf in plaats van een connectie via de telefoon.
Problemen op afstand oplossen
Met remote asset management kunnen veel problemen op afstand worden opgelost, waar monteurs zeer tevreden mee zijn. Er is hiervoor wel goede communicatie tussen de monteurs en kantoor vereist zodat iemand die de installatie kent eventueel kan helpen bij het oplossen van problemen op afstand. Ook vraagt remote asset management een hele nieuwe set aan vaardigheden. TNO raadt dan ook aan om cursussen aan te bieden. Verder merken de monteurs op dat er bij bewoners vaak zorgen zijn om privacy omdat remote asset managent wel betekent dat er iemand op afstand toegang heeft tot de installatie.
Al met al concludeert TNO dat monteurs positief staan tegenover (hybride) warmtepompen en de genoemde innovaties, maar dat het belangrijk blijft om de autonomie, gezondheid en het sociale contact van hun werkzaamheden te blijven waarborgen.