Olof van der Gaag: ‘We zitten op een kantelpunt naar een nieuwe fase in de energietransitie’
09.12.2025 Evelien Schreurs

De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) bestaat tien jaar. In die tijd zijn er grote stappen gezet in de energietransitie. De NVDE groeide mee en heeft ondertussen 1.600 aangesloten bedrijven, die gezamenlijk twee derde van de Nederlandse hernieuwbare energieconsumptie opwekken. Hoe kijkt voorzitter Olof van der Gaag terug op de afgelopen tien jaar? En wat hoopt hij in de volgende tien jaar te zien?
Hoe is de NVDE begonnen zo’n 10 jaar geleden?
“Teun Bokhoven was de oprichter, die was initiatiefnemer en heeft het voor elkaar weten te krijgen. Ik ben als eerste directeur aangenomen om de organisatie op te bouwen. Ik denk dat in oktober 2015 de startbijeenkomst was, in Den Haag bij sociëteit de Witte. Daar zat ik achterin de zaal om te kijken of ik dit een leuke club zou vinden om voor te gaan werken. En aan het eind van de bijeenkomst dacht ik ‘ja hier wil ik graag directeur van worden.’”
“Ik was daarvoor directeur marketing en campagnes van Natuur en Milieu, dat was dus ook op het terrein van duurzaamheid. Daar deden wij onder andere inkoopacties voor zonnepanelen, warmtepompen en woningisolatie voor particulieren. Daarvoor werkten we samen met bedrijven die dat leverden, dus daardoor kende ik een aantal van die markten best goed, ook vanuit de praktijk.”
Is de rol van de NVDE veranderd in de afgelopen jaren?
“Dat denk ik wel. Sowieso is onze positie veel steviger geworden en kunnen we praktisch gezien meer werk verzetten omdat we met meer mensen zijn en met meer leden. Ik denk dat tien jaar geleden duurzame energie echt nog voor een deel in de pioniersfase zat, nog op de poort aan het rammelen was. En nu draait zeker het elektriciteitssysteem primair op duurzame energie. Dus we zijn niet meer de uitdager van het systeem, we zijn het systeem. En dat is wel een hele andere positie in toch wel relatief korte tijd. En uiteraard is nog lang niet het hele systeem duurzaam, er is ook nog veel fossiel nodig op dit moment en er is nog heel veel te doen om dat te vervangen.”
“Zo zie ik ook onze rol. Die is altijd gekoppeld met hoe het gaat met duurzame energie in Nederland, dus dat kan je niet los van elkaar zien. Ook heel praktisch, als bedrijven in onze sector het moeilijk hebben, dan werkt dat door naar de contributies van de NVDE, dus wij voelen letterlijk hoe het met de markt gaat.”
Wat zijn de belangrijkste veranderingen in de energietransitie geweest in de laatste tien jaar?
“Het belangrijkste vind ik dat het aandeel duurzame energie in alle hoedanigheden is verviervoudigd in tien jaar. En daarbinnen is elektriciteit de grootste groeier, maar het is bijvoorbeeld ook ontzettend belangrijk dat het aantal elektrische auto’s meer dan vertienvoudigd is. Er zijn ruim 1,1 miljoen auto’s die je kan opladen met een stekker in Nederland. En er worden elke dag gemiddeld ruim 300 warmtepompen geïnstalleerd in Nederland. Dus er zijn heel veel vormen van verduurzaming die echt op turbo-tempo zijn gegaan.”
“De tweede belangrijke verandering is denk ik de laatste jaren gekomen, dat de energietransitie niet alleen maar wordt gedreven door klimaat, want tien jaar geleden was dat wel echt het belangrijkste argument voor verduurzaming. Maar de afgelopen jaren is daar een hele belangrijke reden bijgekomen, namelijk energieonafhankelijkheid. Het feit dat die energie fossiel is kreeg altijd al aandacht. Maar het feit dat dat ons enorm afhankelijk maakt van import uit landen als Rusland, dat is natuurlijk de laatste jaren heel pijnlijk zichtbaar geworden.
“Wij spreken zelf vaak van oranje-groene energie tegenwoordig. Het groene drukt uit dat het duurzaam is, het oranje drukt uit dat het van eigen Nederlandse bodem of van eigen Nederlandse Noordzee is. En dat gaat vrijwel volledig samen, je hoeft niet te kiezen tussen die twee. Eigenlijk alles wat je doet om energie duurzamer te maken, maakt ons ook onafhankelijker, dat geldt ook voor energiebesparing. Dus dat is denk ik een tweede grote verandering.”
“En wat ik vooral de laatste twee jaar scherper ben gaan zien, is dat de energietransitie voor een heel groot deel draait op groene technologie. Het zijn eigenlijk allemaal apparaten: een zonnepaneel, een windmolen, een warmtepomp een batterij, een batterij op wielen namelijk een elektrische auto. Dat is allemaal groene technologie waar het op draait. En het mooie van technologie is dat als de volumes in de markt toenemen, het automatisch beter en goedkoper wordt. Ieder jaar weer.”
Hoe denk je dat we over tien jaar terugkijken naar waar we nu zijn in de energietransitie?
“We zitten nu denk ik op een kantelpunt naar een nieuwe fase in de energietransitie. Als ik terugkijk op tien jaar geleden ging het toen over het opschalen van verduurzaming. En bij opschaling hoort ook professionalisering, kostenreductie et cetera. We zijn toen van een pioniersfase naar een opschalingsfase gegaan. Waar het denk ik nu de komende tien jaar om gaat, is dat we al die puzzelstukjes die zijn opgeschaald in elkaar moeten zien te klikken.”
“We zijn heel erg gewend, zo is het klimaatakkoord letterlijk georganiseerd, van ‘wat kan jij doen om in de elektriciteitssector groene stroom op te wekken, wat kan jij in de mobiliteitssector doen om elektrisch rijden te bevorderen, en wat kan jij in de gebouwde omgeving doen om warmtepompen te bevorderen’. Dus dat was heel erg in hokjes georganiseerd. Ik heb weleens nagedacht of we dat anders hadden moeten doen, maar volgens mij was het toch goed dat we het zo deden om het hanteerbaar voor iedereen te houden. Want als je dat niet doet dan houd je iemand een hele watermeloen voor en zeg je ‘neem er maar een hap uit’, maar dat gaat niet, je moet die watermeloen in stukjes snijden. Dus dat hebben we met het klimaatakkoord per sector gedaan, en dat heeft ook grosso modo gewerkt. Maar de volgende fase redden we alleen maar als we die puzzelstukjes in elkaar gaan klikken.”
Maar dat is geen makkelijke opgave.
“Dat is de grap. De mensen die dit proberen in gang te krijgen, vinden het moeilijk, en dat is het ook. Alleen daarom is het ook wel weer leuk dat ik dit al tien jaar doe, want ik weet nog dat het tien jaar geleden ook niet allemaal zo makkelijk en zo evident leek. Dus als je nu terugkijkt op de afgelopen tien jaar denkt iedereen ‘logisch, dat was laaghangend fruit’, maar dat is helemaal niet waar. We hebben er zelf laaghangend fruit van gemaakt door goede maatregelen te nemen. Net als bij een appelboom hangt er elk jaar weer laaghangend fruit in de boom, dus het is niet zo dat het laaghangend fruit op is. Dus aan de ene kant wordt alles makkelijker omdat groene technologie beter en goedkoper wordt, aan de andere kant wordt het complexer omdat je niet meer gewoon stand alone allemaal opties een boost kan geven en er dan op kan rekenen dat het vanzelf goedkomt.”
Vaak begin je met de randjes van een puzzel. Kan ik jullie brief aan de formateur zien als de randjes van de energietransitie-puzzel?
“Ja, dat zijn denk ik de belangrijke randen van de puzzel, dat je zorgt dat er altijd een businesscase is voor verduurzaming en dat je ook altijd zorgt dat projectontwikkelaars daar vlot een locatie en vergunning voor kunnen krijgen. En als je dat iedere keer scherp voor ogen houdt en daar ook op bijstuurt, kom je op hele praktische dingen.”
“Voor die businesscase zijn bijvoorbeeld de SDE-regeling en de ISDE regeling voor particulieren en MKB’ers heel belangrijk. Daar moet dus voldoende budget voor zijn. Een ander voorbeeld is dat wij vinden dat de energiebelasting op elektriciteit omlaag moet. Want die stroom is hartstikke schoon aan het worden, dus dat moet je belonen. En als je dat beloont, dan maak je ook de warmtepomp en de elektrische auto betaalbaarder. Dus dat zijn voorbeelden waar je de businesscase kan verbeteren. En aan de andere kant duren ruimtelijke procedures, bijvoorbeeld voor de uitbreiding van het elektriciteitsnet, soms tien en weleens twintig jaar. We moeten zorgen dat die ruimtelijke procedures maximaal twee jaar in beslag nemen.”
Waar hoop je dat we over tien jaar staan met de energietransitie?
“In de elektriciteitssector zijn we nu aan de tweede helft begonnen, want we zijn voorbij de 50 procent hernieuwbaar. Maar over 10 jaar zouden we voor het energiesysteem als geheel echt aan de tweede helft moeten zijn begonnen, dus meer dan de helft van onze energie zou dan hernieuwbaar moeten zijn. En ik hoop en verwacht dat we voor een aantal sectoren en oplossingen dan eigenlijk niet eens de discussie meer hebben, de goedkoopste auto is dan gewoon een elektrische auto, de goedkoopste bestelbus of vrachtwagen is dan gewoon elektrisch. Dat is niet alleen wat ik hoop, maar dat is ook echt wat ik verwacht. Dus in die zin dat we ook een deel van de politieke en soms ideologische discussies achter ons hebben gelaten, omdat het gewoon evident de beste en meest betaalbare oplossingen zijn.”


























