Shell en ExxonMobil, die allebei een aandeel van 50 procent in de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) hebben, hopen 1 miljard dollar (1 miljard euro) over te houden aan de verkoop van een deel van haar activiteiten, dat melden Nederlandse media op basis van berichtgeving van het Britse persbureau Reuters. De hoge aardgasprijzen zouden de reden zijn. Op de achtergrond speelt echter de parlementaire enquête naar de Groningse gaswinning door de NAM.

Reuters meldt dat Shell en ExxonMobil van de NAM af zouden willen vanwege de huidige ontwikkelingen op de gasmarkt, met name vanwege de sterk gestegen prijzen. Ook zou gasproductie niet langer tot de kernactiviteiten van de twee bedrijven horen. De bedrijven willen de kleine gas- en olievelden buiten Groningen – land en zee – en de bijbehorende platformen, installaties en infrastructuur.

Ondertussen vermeldt Shell nog altijd het tegendeel op zijn website. “Wij zoeken en vinden manieren om nieuwe aardgasreserves, de schoonst brandende fossiele brandstof, aan te boren.”

Hetzelfde geldt min of meer voor ExxonMobil. “De overvloed en veelzijdigheid van aardgas maken het een waardevolle energiebron om aan een verscheidenheid aan behoeften te voldoen”, zo stelt het energiebedrijf.

“We verwachten dat ongeveer 40 procent van de verwachte groei van de wereldwijde vraag naar energie van 2016 tot 2040 zal worden gedekt door aardgas.”

Parlementaire enquête
Ondertussen speelt op de achtergrond de parlementaire enquête naar de aardgaswinning in Groningen. Vorig jaar maakte de NAM al bekend dat alle gas- en olievelden in Nederland zullen worden verkocht, met uitzondering van het Groningenveld en gasopslagen bij Norg in Drenthe en Grijpskerk in Groningen.

De Groningse gaswinning leidde tot aardbevingen en onveilige woonsituaties voor Groningers – wat de NAM overigens ontkent. De versterkingsoperatie en herstelbetalingen lopen al jaren buitengewoon moeizaam.