Een nieuw onderzoek van Nederlandse klimaatwetenschappers laat zien dat de broeikasgassen methaan, lachgas en F-gassen een belangrijkere rol spelen in de opwarming van de aarde dan eerder gedacht, meldt het FD. F-gassen worden in veel warmtepompen gebruikt als koudemiddel, en moeten volgens het Europees Parlement zo snel mogelijk worden uitgefaseerd.

Hoewel de discussie over broeikasgassen meestal over CO2 gaat, zijn er ook andere broeikasgassen. In het onderzoek stellen de wetenschappers dat ongeveer een derde van de huidige opwarming van de aarde het gevolg is van gassen als methaan, lachgas en F-gassen. Verder werd onderzocht hoeveel verschillende maatregelen om deze broeikasgassen terug te dringen daadwerkelijk bijdragen.

Een groot deel van de opwarming door deze groep gassen is afkomstig van het methaan dat vrijkomt bij het houden van vee in de landbouw. Koeien, schapen en andere dieren stoten methaan uit, en er zijn nog weinig goede manieren om deze uitstoot te verminderen. Ook komen broeikasgassen vrij bij lekkages in de olie- en gaswinning. Deze lekkages dichten is niet heel duur en zou een belangrijke bijdrage aan de klimaatdoelen kunnen leveren.

Ook F-gassen werden meegenomen in het onderzoek, hoewel de schaal en impact daarvan kleiner is dan van de andere broeikasgassen. De onderzoekers gaan ervan uit dat het gebruik van F-gassen voor een groot deel kan worden teruggedrongen en in de toekomst weinig impact meer zal hebben op de opwarming van de aarde. Dit gaat er wel van uit dat het gebruik ervan in technologieën als warmtepompen wordt teruggedrongen.

De potentiële negatieve impact van F-gassen op het klimaat is ook gereflecteerd in de MPG-score (Milieuprestatie Gebouwen). Warmtepompen hebben hierdoor een relatief grote voetafdruk, qua materiaalgebruik. De overstap naar meer duurzame koudemiddelen zou hier verandering in kunnen brengen.