Uitrol warmtepompen moet sneller om doelstellingen te halen

06.09.2022 Jan de Wit

Uitrol warmtepompen moet sneller om doelstellingen te halen
©Inventum

Natuur & Milieu heeft zijn Gasmonitor 2022 uitgebracht en de boodschap is duidelijk: de groei van het aantal warmtepompen gaat te langzaam. De huidige groei van 16 procent is hoofdzakelijk toe te wijzen aan nieuwbouwwoningen. De hr-ketel blijft ook in 2021 het meest verkochte verwarmingsapparaat. “Alle hens aan dek”, stelt directeur Rob van Tilburg.

431.000, zoveel hr-ketels werden er in 2021 verkocht. Een groei van 0,8 procent ten opzichte van 2020, wat betekent dat de eerder ingezette daling van het aantal verkochte hr-ketels niet doorzet.

Daar staan weliswaar 72.300 verkochte warmtepompen tegenover, een groei van 16 procent, maar die worden nog altijd voornamelijk in nieuwbouwwoningen geplaatst. Huishoudens in de bestaande bouw blijven op grote schaal kiezen voor een nieuwe hr-ketel.

“Het aandeel warmtepompen op de warmtemarkt is nog steeds te klein. Als we op dit tempo doorgaan zijn slechts een half miljoen bestaande woningen tussen 2020 en 2030 uitgerust met een (hybride) warmtepomp, en heeft een groot aantal huishoudens nog jarenlang te maken met extreem hoge gasprijzen”, aldus Rob van Tilburg, directeur programma’s van Natuur & Milieu.

“Dit komt niet vanzelf goed ondanks inspanningen van de overheid en de sector. Alle hens aan dek is nodig om zo snel mogelijk meer installateurs en apparaten beschikbaar te krijgen voor de overgang naar aardgasvrij wonen.”

Met name de verkoop van hybride warmtepompen zal moeten groeien
De komende jaren moet met name de uitrol van het aantal hybride warmtepompen flink versnellen, zo bleek uit het Actieplan Hybride Warmtepompen. Vanaf 2026 zijn huiseigenaren verplicht om bij vervanging van hun hr-ketel minimaal een hybride warmtepomp te laten installeren.

Lees ook: Zo wil Jetten de belemmeringen wegnemen voor ‘onmisbare’ hybride warmtepompen

In 2021 waren er volgens Natuur & Milieu 3.817 toegekende ISDE’s voor een hybride warmtepomp, een toename van 6 procent. “Op basis van deze cijfers is het niet aannemelijk dat huishoudens binnen vijf jaar de overstap kunnen maken naar een hybride warmtepomp”, aldus de organisatie.

Hoewel de Vereniging Warmtepompen het beeld en de zorgen van Natuur & Milieu zegt te delen, plaatst het vraagtekens bij dit cijfers. “Nadere analyse van de werkelijke getallen is nodig voor effectief beleid en zal in het in november te verschijnen Warmtepomp Trendrapport 2022 nader worden gerapporteerd”, zo schrijft de vereniging.

“Door de groei in het aantal hybride warmtepompen weer te geven op basis van het aantal ISDE-aanvragen, ontstaat een vertekend beeld van de bijbehorende trend”, stelt Steven Heshusius, hoofdonderzoeker van Dutch New Energy Research, dat het Warmtepomp Trendrapport ieder jaar uitgeeft.

“Er zijn in 2021 veel minder ISDE-aanvragen gedaan, waardoor er relatief gezien veel meer ISDE-aanvragen naar hybride warmtepompen gingen. Per saldo resulteert dit in een sterke toename van het aandeel hybride warmtepompen, dat dan op 34 procent van de ISDE-aanvragen voor 2021 uitkomt.”

Vervangingsmarkt schetst een ander perspectief
Voor 2022 verwacht de Vereniging Warmtepompen dat het aantal verkochte warmtepompen zal groeien naar 100.000, waarvan er 30.000 in de bestaande bouw worden geplaatst. Ongeveer de helft van deze 30.000 warmtepompen zijn hybride exemplaren.

Dit baseert de vereniging op de voorspelling van de RVO dat het aantal ISDE-aanvragen voor warmtepompen zal verdubbelen, en dat de vervangingsmarkt van de bestaande woningbouw gestaag groeit sinds 2014 van 360.000 naar 450.000 in 2021.

Hier ligt volgens de Vereniging Warmtepompen de potentie voor (hybride) warmtepompen die veel meer moet worden benut. “Wanneer je de potentieel hybride units in het overzicht van Natuur & Milieu meeneemt, komt het aandeel hybride warmtepompen zelfs op 55 procent van de aanvragen. Het hoogste aandeel sinds het bijhouden van deze dataset”, concludeert Heshusius.

“In tegenstelling tot wat de beperkte groei van het aantal aanvragen suggereert, zou dit betekenen dat de keuze om de ISDE vanaf 2020 gericht in zetten voor warmtepompen in de bestaande bouw nu al te zien is. Dan nog blijven de verkoopcijfers overigens achter op de doelstellingen.”

Supply chain moet in lijn met de doelstellingen worden gebracht
Wat de betrokken partijen – waaronder Natuur & Milieu – ook concluderen in het Actieplan Hybride Warmtepompen, er zijn nog grote uitdagingen om de uitrol van de (hybride) warmtepomp op te schalen. Hoge productiekosten door grondstof-, materiaal- en chipstekorten en lange levertijden door een behoorlijke vraag en een tekort aan personeel.

“Huishoudens worden nu geconfronteerd met extreem hoge gasprijzen. Het belang om snel meer hybride warmtepompen bij consumenten te krijgen is groot, zodat mensen op de energierekening kunnen besparen”, zegt Van Tilburg.

Olof van der Gaag, voorzitter van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie, merkt dezelfde problematiek en pleit daarom voor meer verduurzaming van wijk-voor-wijk of van straat-voor-straat, in plaats van huis-voor-huis.

Ook zegt hij te hopen op meer investeringen in technische mensen en (circulaire) materialen en een goed gevulde ISDE-pot. Volgens de Vereniging Warmtepompen is het daarom “zaak dat de overheid en de sector samen blijven optrekken”.

Aantal warmtenetten en zonnewarmtesystemen blijft ook toenemen
Ook het aantal aansluitingen op een groot warmtenet en het totaal geplaatste oppervlak van grote én kleine zonnewarmtesystemen stegen in 2021, zo blijkt uit de Gasmonitor.

Het aantal warmtenetaansluiting steeg 366.000 naar 380.000, een groei van 4 procent. Het totaal geplaatste oppervlak van grote én kleine zonnewarmtesystemen groeide in 2021 met 6 procent naar bijna 32.000 vierkante meter.

Met name het aantal grote zonnewarmtesystemen nam met een groei van 53 procent flink toe. Het nieuw geplaatste oppervlak van de kleine systemen daalde met een totaal van 21.000 vierkante meter met 8 procent ten opzichte van 2020.

Ten slotte concludeert Natuur & Milieu nog dat elektrisch koken nu echt de norm is. Sinds 2016 is de verkoop van de elektrische inbouwkookplaat groter dan die van de inbouwkookplaat op gas en dat verschil wordt alleen maar groter. In 2021 was 85 procent van alle verkochte inbouwkookplaten elektrisch.