Warmtepompen dragen voor een kwart bij aan groei hernieuwbare energie
08.01.2025 Sjoerd Rispens
De productie van hernieuwbare energie is in 2024 met 11 procent gestegen, blijkt uit cijfers van Energieopwek. De grote motoren achter deze groei zijn zonne- en windenergie, maar ook de warmtepomp zit in de lift en heeft een flink aandeel gehad in de groei. Naast de groei waren er ook steeds vaker overschotten van groene stroom te zien.
Vooral de productie van windmolens en zonnepanelen, met een stijging van respectievelijk 14 en 15 procent, heeft bijgedragen aan de groei van hernieuwbare energie. Dat was goed voor tweederde deel van de groei in totaal. Dit is vooral te danken aan het feit dat er dit jaar twee windparken op zee in productie zijn genomen. Daarnaast is het aantal geïnstalleerde zonnepanelen ook toegenomen. Het totale percentage van hernieuwbare energie komt uit op 54 procent.
Naast de windmolens en zonnepanelen heeft de warmtepomp voor een kwart van de groei gezorgd. De totale hernieuwbare bijdrage van warmtepompen komt daarmee uit op bijna 30 Petajoule, dat is ruim 1,5 procent van de finale energievraag. De onderzoekers plaatsen hierbij wel een kanttekening. Warmtepompen worden over het algemeen gebruikt in zeer goed geïsoleerde gebouwen, die relatief weinig warmte nodig hebben.
Nihil of zelfs negatief
De cijfers laten enkele andere opvallende zaken zien. In vergelijking met 2023 is er vorig jaar iets minder biomassa gestookt in kolencentrales, al was die daling beperkt. In de laatste maanden van 2024 moesten de centrales op volle sterkte draaien toen er relatief weinig wind was. Tevens is het gebruik van biomassa met 9 procent gegroeid, dat komt vooral omdat het gebruik van biobrandstoffen is toegenomen.
Volgens de onderzoekers had de groei van hernieuwbare energie uit kunnen komen op 13 procent. Dat percentage is niet gehaald omdat molens en panelen vaker zijn uitgezet omdat er geen tot weinig vraag was naar energie er ook niet genoeg opslagmogelijkheden waren. Dit gebeurt tevens als de totale productie van zon en wind hoger dreigt te worden dan de nationale stroomvraag plus de export.
Het gevolg hiervan was dat de stroomprijs op sommige momenten nihil of zelfs negatief was. Het is op een dergelijk moment dan verliesgevend om de installaties aan te laten.
De overschotten hadden gebruikt kunnen worden om groene waterstof te maken. De totale hoeveelheid afschakelde elektriciteit wordt dit jaar geschat op ruim 3 terrawattuur. Dat is driemaal zoveel als vorig jaar. Met die hoeveelheid had 60 miljoen kilogram waterstof kunnen worden gemaakt. Dat had bijna 250 miljoen kubieke meter aardgas kunnen vervangen.
Europese cijfers
Uit cijfers van Eurelectric blijkt dat dit fenomeen zich niet alleen tot Nederland beperkt. In heel Europa was de elektriciteitsprijs op 1480 momenten negatief. De energieprijs op de day-ahead markt kwam in 2024 gemiddeld uit op 82 euro per megawatt uur, waar dit in 2023 nog 97 euro was.
Deze gemiddelde prijs lag lange tijd zelfs nog lager, op 76 euro per megawatt uur. Maar in het laatste kwartaal van het jaar steeg de prijs en waren er pieken te zien vanwege het grote aantal windstille dagen.