Warmtepompindustrie kan aan de bak, kostprijs daalt voorlopig niet

19.09.2022 Jan de Wit

Warmtepompindustrie kan aan de bak, kostprijs daalt voorlopig niet
©Topsector Energie

Recentelijk presenteerde adviesbureau BDH zijn onderzoek naar kostprijsdalingen van verschillende typen warmtepompen in een webinar. In opdracht van TKI Urban Energy onderzocht BDH hoe de productie- en installatiekosten zich ontwikkelen, omdat een kostprijsdaling noodzakelijk is om een volgende stap te zetten richting een aardgasvrij Nederland in 2050. Om dat te realiseren moeten er flinke stappen gezet worden, want voorlopig lijkt die prijs niet te dalen.

Om de warmtetransitie in de gebouwde omgeving te versnellen is het nodig om de uitrol van warmtepompen fors op te schalen. In het Actieplan hybride warmtepompen hebben Rob Jetten, minister voor Klimaat en Energie, en Hugo de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, duidelijk gemaakt dat deze versnelling met de hybride warmtepomp gaat gebeuren.

Lees ook: Zo wil Jetten de belemmeringen wegnemen voor ‘onmisbare’ hybride warmtepompen

De hybride warmtepomp moet de katalysator worden van de warmtetransitie in de gebouwde omgeving. Het kabinet hoopt namelijk 125.000 extra hybride warmtepompen te installeren tot en met 2024 en zo een flinke slag te slaan in de CO2-reductie in de gebouwde omgeving.

Om de uitrol van de hybride warmtepomp in de gebouwde omgeving te versnellen moeten vier zaken snel verbeteren: de bekendheid bij consumenten en installateurs, de communicatie, de kosten van een hybride warmtepomp en de productie- en installatiecapaciteit.

Een kostprijsdaling is daarmee een van de vier pijlers van de warmtetransitie op de middellange termijn geworden. Maar zit dat er wel in? Edwin Hoogerwerf, directeur van Daikin Nederland, en Frank Agterberg, voorzitter van de Vereniging Warmtepompen, zeiden allebei in een radio-uitzending van BNR dat niet haalbaar te achten.

Lees ook: ‘De warmtepomp zal niet goedkoper worden’

Totaalprijzen per warmtepomptype
Uit het onderzoek van BDH valt eenzelfde conclusie te trekken. De warmtepomp is niet goedkoper geworden en de historische ontwikkelingen bieden weinig hoop tot optimisme.

Zo namen de groothandelsprijzen in de periode van 2016 tot en met 2020 toe met gemiddeld 3 procent per jaar. Daarbij valt het op dat er grote prijsverschillen zijn tussen bepaalde warmtepompmerken die een vergelijkbare capaciteit bieden. Zo is de prijs van de duurste hybride warmtepomp met een capaciteit van 5 tot 6 kilowatt dubbel zo hoog ten opzichte van de goedkoopste.

“De informatie en kostenposten op de facturen verschillen enorm of zijn niet gespecificeerd, daardoor is het lastig de totaalprijs te gebruiken voor de warmtepompprijs”, zegt Maarten Hommelberg, managing consultant bij BDH. Voor het onderzoek zijn daarom verschillende kostenposten gecombineerd.

De totaalkosten van de hybride warmtepomp dalen niet, evenals de installatiekosten. Zonder de installatiekosten daalde de prijs van de hybride warmtepomp tot 2019, maar daarna is deze weer gestegen. “Daarbij valt het op dat de hybride warmtepomp weinig wordt toegepast in combinatie met andere ingrepen, maar voornamelijk los wordt geïnstalleerd”, aldus Hommelberg.

De all-electric warmtepomp wordt vaker toegepast in combinatie met andere werkzaamheden en lijkt in aanschafprijs te dalen na 2020, maar er is een grote variatie zichtbaar tussen de verschillende merken. Ook is er geen daling zichtbaar in de installatiekosten, waardoor de totaalprijzen enorm kan verschillen.

Geen daling in de totaalprijs, wel variatie in kostenverdeling
Hoewel de installatiekosten van de ventilatiewarmtepomp significant variëren blijft de totaalprijs redelijk constant. Ook de ventilatiewarmtepomp wordt weinig toegepast in combinatie met andere ingrepen aan het huis, maar “er is weinig data beschikbaar voor deze groep” waarschuwt Hommelberg.

Al met al lopen de kosten per kilowatt bij alle typen logischerwijs op bij een groter vermogen en liggen de kosten van een hybride lager dan all-electric met een vergelijkbaar vermogen.

Op de factuur heeft kostprijs van de warmtepomp echter altijd het grootste aandeel, ongeacht het type. De installatiekosten van hybride en ventilatiewarmtepompen blijken vergelijkbaar. De installatiekosten van een all-electric zijn hoger, maar hebben een relatief kleiner aandeel op de factuur. Het materiaal en de nemen eigenlijk altijd maar een klein deel voor de rekening.

De belangrijkste conclusie van de factuurstudie van BDH is dat er geen dalende trend in de totaalkosten van warmtepompen zichtbaar is, ongeacht het type. De verdeling van de kosten variëren weliswaar tussen de verschillende type warmtepompen, maar de algemene trend is dat de totale kostprijs van de onderzochte warmtepompen niet daalt.