Wat zijn de politieke standpunten over de warmtetransitie?

07.11.2023 Jan de Wit

Wat zijn de politieke standpunten over de warmtetransitie?

Er is de afgelopen jaren ontzettend veel gebeurd rondom de warmtetransitie. Er zijn er een hybride warmtepompnorm en een Nationaal Isolatieprogramma gekomen en zijn warmtenetontwikkelaars in een spagaat gekomen door de aangekondigde marktordening. Toch blijven sommige partijen angstvallig weg bij sommige warmtethema’s omdat ze politiek gevoelig liggen, zeker wanneer er gevoel van dwang in de vorm van normering bij komt kijken. Op isolatie kunnen de partijen elkaar vinden: dat moet veel sneller, zeker bij huishoudens met een laag inkomen. Wat zijn de verdere standpunten?

De standpunten van alle politieke partijen, eenmansfracties en one-issuepartijen op alle facetten van de energietransitie uiteenzetten is niet te doen. Niet in beknopte vorm. Warmte365 kijkt daarom alleen naar de verkiezingsprogramma’s van partijen die nu actief zijn in de Tweede Kamer. Afgescheiden Kamerleden zonder partij zijn niet meegenomen.

In dit artikel komen de eerste negen partijen – op alfabetische volgorde – en hun standpunten rondom isolatie, warmtepompen en warmtenetten ter sprake. Volgende week volgt de tweede helft van de partijen.

BBB
De BBB wil “geen fossiele energiebronnen uitfaseren zolang betaalbare duurzame alternatieven nog niet beschikbaar zijn”. Voor het opbouwen van de duurzame alternatieven ligt de focus op kernenergie omdat “te veel agrarische grond is inmiddels al omgezet naar zonneweides of voorzien van windturbines”.

Desondanks moet er worden ingezet “op lokale energieopwekking en gebruik door boeren, burgers en bedrijven door het decentraliseren van de opwekking, opslag en de distributie van duurzame energie”. Burgers en ondernemers moeten actief worden betrokken in de vorm van lokale energiecoöperaties.

Een andere samenwerkingsvorm ziet de BBB in de warmtekrachtkoppelingen van de glastuinbouwsector. Kassen moeten “overdag, ‘s nachts of in de zomer” warmte opvangen die ze tijdens de piekmomenten in de ochtend en de avond kunnen delen met nieuwe en bestaande woonwijken. Ook kunnen deze wijken worden aangesloten op aardwarmtepompen vanuit de glastuinbouw.

Op lange termijn wil de partij de aanleg van lokale warmtenetten stimuleren. Met restwarmte van industrieën, datacenters en afvalverwerkers en met geothermie en aquathermie moet er dan worden verwarmd. Ten slotte wil BBB flink inzetten op isoleren door de prestatieafspraken met woningcorporaties te verbreden naar private verhuurders.

BIJ1
De energie- en klimaatparagraaf van BIJ1 is lastig te interpreteren omdat deze voor het laatst is geüpdatet op 12 januari 2021 en partijleider Sylvana Simons sindsdien haar vertrek uit de politiek heeft aangekondigd. Of deze standpunten onder de nieuwe partijleider Edson Olf gelijk zullen blijven is daarom onduidelijk.

“We hebben radicale systeemverandering nodig: niet langer kapitalisme, niet langer groei”, zo schrijft BIJ1. “De Nederlandse overheid roept per direct de klimaatcrisis uit. Zij is daarbij eerlijk en transparant over de gevolgen van de klimaatcrisis en hoe beleid hier (zowel positief als negatief) invloed op heeft.”

Nog radicaler is dat BIJ1 wettelijk en bindend vast wil leggen dat de Nederlandse CO2-uitstoot in 2025 75 procent lager is dan in 1990, “in scope 1, 2 én 3 emissies”. Dit moet worden gerealiseerd door sterk vervuilende bedrijven te nationaliseren en te vergroenen. Bedrijven als Tata Steel moeten per direct worden gesloten.

Ook energiebedrijven moeten worden genationaliseerd en vergroend. Daarbij mogen lage inkomens niet opdraaien voor de kosten en grondstoffen uit het Globale Zuiden niet worden onttrokken. Ten slotte moeten er klimaatgelden en expertise naar de Nederlandse ABCSSS-eilanden. In 2030 moet Nederland klimaatneutraal zijn. Hoe dit alles moet worden gerealiseerd maakt BIJ1 niet duidelijk, wat wel duidelijk is dat dit vergezicht ook vergezocht en totaal onmogelijk is.

BVNL
“BVNL is voor duurzaamheid en zorgen voor een goed milieu”, maar stelt dat dit op een verstandige manier moet worden gedaan, waarbij “technisch en financieel rendement” leidend zijn. Daarbij wil de partij inzetten op een hogere isolatiegraad. Nieuwe woningen mogen alleen met het meest zuinige energielabel A++++ worden gebouwd, maar aardgas telt dan als duurzaam, ook al is dit een fossiele brandstof. Gasgestookte cv-ketels mogen dan ook worden blijven gebruikt en de hybride warmtepompnorm komt dan ook te vervallen.

CDA
Het CDA wil een grote, “meer risicodragende rol van de overheid” om een rechtvaardige energietransitie te realiseren. Dat betekent investeren in windenergie (bij voorkeur op zee), zonne-energie, duurzame biomassa, waterstof, biogas, aardwarmte, aquathermie en schone brandstoffen om te kunnen beschikken over een brede energiemix.

Dit betekent eveneens dat gemeenten een rol krijgen “in het wijk-voor-wijk aanpakken van isolatie en verduurzaming van particuliere woningen”, waarbij kwetsbare wijken en coöperatieve initiatieven voorrang krijgen. Alle corporatiewoningen met slecht energielabels moeten voor 2030 zijn verbeterd en lage en middeninkomens blijven daarom tegen 0 procent een energiebespaarlening kunnen afsluiten bij het Nationaal Warmtefonds. Hiervoor moeten ook meer biobased-materialen, als hennep, vlas en lisdodde, worden gebruikt.

ChristenUnie
De ChristenUnie wil beginnen door meer te investeren in het Nationaal Isolatieprogramma en dit straat voor straat “zonder ingewikkelde procedures en subsidieaanvragen” uit te voeren. Hiervoor zouden de bijdragen vanuit het Gemeentefonds “stabiel en voorspelbaar” moeten gaan groeien. Slecht geïsoleerde huizen krijgen voorrang. Dit moet er onder andere toe leiden dat energiearmoede niet meer bestaat in 2030, lage inkomens “mogen nooit meer dan 10 procent van hun inkomen kwijt zijn aan de energierekening”.

Huurwoningen met een energielabel D zouden – net als E, F en G – vanaf 2030 niet meer verhuurd mogen worden. Voor woningcorporaties moet dit vanaf 2028 al gaan gelden. Daarnaast wil de partij gaan kijken of er een alternatief voor de labels kan komen waarbij het daadwerkelijk energieverbruik meer centraal staat.

De inzet op warmtenetprojecten wil de ChristenUnie doorzetten, ook al zal het “merendeel van de gebouwen zal voorlopig niet voor een warmtenet in aanmerking komen”. Deze gebouwen kunnen met de hybride warmtepomp met een meer stapsgewijze aanpak verduurzamen.

Richting woningeigenaren wordt ruim van tevoren gecommuniceerd wanneer de gasleveringen stoppen of wanneer er groen gas wordt geleverd. Ten slotte wil de partij warmtepompen uitrusten met een ‘kill switch’ om deze – wanneer dit nodig is voor het elektriciteitsnet – uit te kunnen zetten.

DENK
Voor Denk is de energietransitie zeker geen hoofdthema. De partij wil “overschakelen naar duurzame bronnen” en het aandeel duurzame energie verhogen naar 40 procent in 2030, om in 2050 klimaatneutraal te zijn door. Burgers worden daarbij aan een lagere energierekening geholpen door meer subsidie voor isolatie uit te keren en warmteprojecten om van het gas af te gaan worden niet verplicht.

D66
Opvallend genoeg komt het woord warmtepomp niet voor in het verkiezingsprogramma van D66. Isolatie des te meer. De partij “wil een Nationaal Isolatieoffensief opstarten” en deze beginnen bij “de huishoudens die het meest last hebben van tochtige woningen en hoge energieprijzen”.

Dit offensief houdt een ‘alles-in-één verduurzamingstraject’ in, waarbij de financiering wordt verbonden aan de woning zodat ook lage inkomens mee kunnen doen. Huurders krijgen via het initiatiefrecht de mogelijkheid om zelf een verduurzamingsplan in te dienen als de huisbaas weigert te verduurzamen. Voor nieuwbouwhuizen moeten er meer biobased-materialen worden gebruikt, ook voor de isolatie.

D66 wil het verplichte energielabel C – of hoger – voor kantoren “veel steviger handhaven” en uitbreiden naar alle andere utiliteitsgebouwen. De overheid geeft hierbij het goede voorbeeld en schroeft de verplichting op naar energielabel B in 2035 en A+ in 2040.

Om de impact van isoleren op kwetsbare diersoorten te verminderen wil D66 integrale ecologische onderzoeken toestaan en gemeenten hierbij ondersteunen. Dit zou de vertraging moeten minimaliseren. Ook komt er een milieuprestatie-eis voor renovaties en wordt biobased isoleren het uitgangspunt.

Ten slotte wil de partij vaart maken met de Warmtewet. Deze moet de warmteprijs loskoppelen van de gasprijs en warmtenetten met een meerderheidsbelang in publieke handen brengen. Ook moet er meer worden ingezet op duurzame warmtebronnen, zoals geothermie en aquathermie.

FVD
FVD wil “stoppen met alle vormen van klimaatbeleid, stikstofbeleid en ‘duurzaamheid’. Om energie weer betaalbaar te maken heropenen we de Nederlandse kolencentrales, maken we een herstart met de gasboringen in Groningen en investeren we in de bouw van twee nieuwe kernreactoren”.

Dat betekent volgens de partij niet alleen stoppen met nieuwe windturbines, zonneparken en biomassacentrales, maar ook het ontmantelen van windmolen- en zonneparken. Ten slotte zou het hele energiebeleid volgens FVD moeten worden losgekoppeld van het klimaatbeleid en moeten het klimaat- en energieakkoord en het Parijsakkoord worden opgezegd.

GroenLinks-PvdA
De combinatie GroenLinks-PvdA wil net als D66 een isolatie-offensief beginnen, waarbij mensen met lage en middeninkomens voorrang krijgen. Woningcorporaties krijgen hiervoor “voldoende financiering”. Huurders in de private sector krijgen het recht op huurverlaging wanneer het huis een energielabel C of lager heeft, waarbij enkel glas en het ontbreken van “bijvoorbeeld gevel- of dakisolatie” wordt aangemerkt als een formeel onderhoudsgebrek. Hierdoor moeten alle huizen in de vrije sector vanaf 2030 beschikken over energielabel B of hoger.

Woningeigenaren krijgen het recht op deskundig advies en wanneer zij over onvoldoende spaargeld beschikken is er de renteloze lening. Door korting te geven op (biobased-)isolatiematerialen hoopt de partij dat meer mensen zelf gaan isoleren. Dit zou de druk van het personeelstekort in de energietransitie niet verder verhogen. Om dit tekort te verkleinen zou er een crisisaanpak moeten komen, bijvoorbeeld door binnen het werkgarantiefonds apart geld beschikbaar voor technische om- en bijscholing.

De energiebesparingsplicht voor bedrijven en instellingen wordt aangescherpt tot een terugverdientijd van elf jaar. Daar bovenop komen er per sector bindende besparingsdoelen. Naast ondersteuning voor het midden- en kleinbedrijf zal er ook meer moeten worden ingezet op handhaving.

Een snelle afronding van de nieuwe Warmtewet is ook voor GroenLinks-PvdA een prioriteit. En ook zij willen er op inzetten dat de warmte-infrastructuur van warmtenetten in publieke handen komen. De partij wil daarbij vaart maken met de warmtetransitie naar elektriciteit, aardwarmte, warmte uit water als alternatieve verwarmingsbronnen en industriële restwarmte als aanvulling.

Gemeenten krijgen hierbij de regie en meer bevoegdheden, maar zullen ook financiële compensatie moeten regelen voor mensen die anders niet kunnen overstappen op aardgasvrije alternatieven. Ook GroenLinks-PvdA noemt warmtepompen niet, op een uitzondering na, wanneer het gaat over de aanpak van het technisch personeelstekort.