We schrijven februari 2022, nog een jaar en dan moeten heel wat kantoorpanden flinke stappen hebben gemaakt in duurzaamheid. Ze moeten dan, zoals wellicht iedereen in deze sector al weet, in elk geval energielabel C hebben en in 2030 moeten ze zijn doorgestroomd naar label A. Voelen de eigenaren van deze panden deze urgentie ook?

Aan dat gevoel van urgentie ontbreekt het bij velen nog, weet Joël Franken van Wij Maken Energie. Hij is adviseur verduurzaming bestaande bouw en helpt bij het gasloos, of praktisch gasloos, maken van gebouwen. Wat Franken betreft kijken we niet alleen naar kantoren, maar naar de volledige bestaande bouw. Samen met de klant kijkt hij aan de hand van de eisen, wensen en randvoorwaarden wat de beste optie is voor het vraagstuk.

Nog 30 tot 40 procent moet de sprong naar C maken
“Uitstellen van dergelijke grote beslissingen is menseigen en 2030 lijkt nog ver weg. Ik schat dat nog 30 tot 40 procent van de kantoorpanden de sprong naar energielabel C moet maken. Werk aan de winkel dus”, vertelt hij.

Er zitten nog wel wat mitsen en maren aan deze hele verduurzamingsoperatie bij kantoorpanden. Zo valt een kantoorpand dat minder dan 100 m2 oppervlakte heeft niet onder de regelgeving en wachten veel eigenaren af nu er zoveel verandert door hybride - of thuiswerken.

Alvast voorsorteren naar 2030
“Bij het aanpassen van bestaande bouw richting energielabel C heb je heel veel opties”, verklaart hij. “Het belangrijkste is dat de pandeigenaar eerst bekijkt welk energielabel hij nu heeft en zich vervolgens realiseert dat er meerdere wegen naar Rome leiden. In 2030 moet hij energielabel A hebben, dus als hij nu gaat verduurzamen kan hij daar alvast op voorsorteren.”

Het begint natuurlijk bij het kijken naar de verwarming: zowel de opwekking als het afgiftesysteem en de isolatiegraad. Maar er moet ook worden nagedacht over meer comfort door koeling. Er zijn veel andere facetten om rekening mee te houden zoals: wat is de tijdsduur van het traject, wanneer staan er investeringen op de planning en is er wel voldoende netcapaciteit beschikbaar?

‘Laat dit vraagstuk niet onder op de stapel liggen’
“Veel eigenaren realiseren zich niet genoeg hoeveel tijd er in een verduurzamingsproces gaat zitten”, verklaart de adviseur. “In het eerste deel van het proces, de besluitvorming, gaat al veel tijd zitten. En dat is natuurlijk niet vreemd, want het gaat vaak om veelal nieuwe materie en daarbij horende serieuze bedragen. Zeker gezien de huidige hoge gasprijzen realiseren eigenaren zich momenteel wel meer dat ze aan de slag moeten."

"Maar als het besluit voor de verduurzamingsoperatie vervolgens genomen is lopen ze tegen andere praktische problemen aan, zoals de krapte op de arbeidsmarkt en de levertijd van materialen. Mijn advies aan kantooreigenaren is: laat dit vraagstuk niet onder op de stapel liggen. Het is zo 2023 en 2030 is ook vlak om de hoek.”

Subsidiebeleid heeft grote impact op de gekozen techniek
Franken: “Mij valt op dat het huidige subsidiebeleid een grote impact heeft op de gekozen techniek. De hoogst gesubsidieerde techniek is mogelijk niet de meest duurzame oplossing. Tevens kan de subsidie de keuze veranderen ten opzichte van een ongesubsidieerd vergelijk. Dit wil niet zeggen dat ik het oneens ben met subsidies. Integendeel, ik zie enorme kansen, maar dan voor duurzaamheid in plaats van de techniek. Dit maakt naar mijn mening het subsidielandschap eenvoudiger en geeft innovaties een betere mogelijkheid de markt te veroveren. Ik zie het als een uitdaging om Nederland te laten zien dat er nog legio mogelijkheden zijn die we kunnen inzetten voor 2030.”     

Joël Franken van Wij Maken Energie spreekt op het congres Verduurzaming Bouw op donderdag 14 april . Dit congres vindt plaats op Expo Haarlemmermeer tijdens de beurs Duurzaam Verwarmd (12-14 april).