De drie obstakels van groen gas

02.03.2022 Simone Tresoor

De drie obstakels van groen gas

De Groningse dorpen Nieuwolda en Wagenborg zijn proeftuinen in het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) en zijn bezig alle gebouwen aardgasvrij te maken door isolatie en groen gas. Projectleider van Procap Johan Duut vertelt aan Binnenlands Bestuur wat de obstakels bij het project zijn, zodat de rest van Nederland daarvan kan leren.

In de Oostwolderpolder draait de biovergister van de familie Deeterink die mest en andere organische afvalstoffen omzet in biogas, waaruit stroom of groen gas kan worden gemaakt. Dat groene gas heeft dezelfde kwaliteit als het aardgas uit de Groningse bodem. Groen gas uit biogas maken is technisch eenvoudig, maar wordt relatief weinig toegepast omdat het voor eigenaren van biovergisters financieel interessanter is om van biogas groene stroom te maken. En dat is zonde, want groene stroom kan ook op andere manieren gemaakt worden en met het groene gas kunnen met hybride warmtepompen meer woningen worden verwarmd.

Aanpassen wet- en regelgeving
Duut: “Het is belangrijk dat het kabinet wetten en regels aanpast die de groene keuze van bewoners stimuleert. Dat doe je onder andere door met groen gas lokaal eigenaarschap te creëren zoals in het Klimaatakkoord wordt beoogd en niet met zogenoemde certificaten van oorsprong volgens het huidige systeem. Het doel van onze proeftuin is groen gas door beide dorpen te laten stromen en daarmee bijna 1.500 woningen aardgasvrij te maken. Dat lukt nu nog niet door drie obstakels.”

Drie obstakels
Het eerste obstakel is het huidige systeem van SDE-subsidie. Overstappen van de productie van stroom naar groen gas is nu een groot risico en geeft financieel verlies. Eigenaren van biovergisters willen graag meewerken mits zij er niet slechter van worden.

Het tweede obstakel is energiebelasting en de ODE (Opslag Duurzame Energie), die in alle energierekeningen is opgenomen om de energietransitie deels te bekostigen. Het kabinet verhoogt de belasting op aardgas om gasbesparing en duurzame alternatieven te stimuleren, maar de belasting op groen gas is hetzelfde en gaat in de verhoging mee.

Het derde en laatste obstakel is de lokale invoeding van groen gas. Het gasnet is aangelegd om op een aantal centrale plekken in Nederland gas in te voeden. Vanaf die plekken wordt de druk in het netwerk steeds lager en de buizen steeds kleiner wanneer je woningen nadert. Als je in die kleine buizen gas wilt invoeden, heeft dat een beperkte capaciteit. Netbeheerders moeten daarom vanuit een nationale groengasvisie de ruimte krijgen om te investeren in de nodige aanpassingen.

Veel potentie voor de rest van Nederland
“We hebben slechts drie aanpassingen nodig om groen gas bij de proeftuinen tot een succes te maken”, besluit de projectleider. Buut doet een dringend beroep op de betrokken ministers om het beleid aan te passen. “Als het lukt deze proeftuin te laten slagen met groen gas en lokaal eigenaarschap, is er veel potentie voor andere dorpen en oude binnensteden”, besluit hij.