De Jonge draagt natuurvriendelijk isoleren aan als tussenoplossing spouwmuurisolatie

06.10.2023 Brendan Hadden

De Jonge draagt natuurvriendelijk isoleren aan als tussenoplossing spouwmuurisolatie
De gewone dwergvleermuis, de meest algemene vleermuissoort in Nederland

Omdat de spouwmuurisolatie stagneert vanwege het verplichte ecologisch onderzoek, stelt demissionair minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) voor dat huishoudens in de tussentijd gebruik maken van bedrijven die natuurvriendelijk isoleren. Bedrijven kunnen een training volgen om deze stempel te krijgen en volgens natuurvriendelijke principes te leren isoleren.

In augustus deed de Raad van State uitspraak dat woningeigenaren die de spouwmuren willen (na-)isoleren verplicht zijn eerst ecologisch onderzoek te doen, om vast te stellen of er vleermuizen in de muren zitten. Omdat het onderzoek duur is en tijd kost is het aantal aanvragen voor isolatiemaatregelen fors achteruitgegaan sinds de uitspraak.

Om te voorkomen dat de isolatie van woningen verder stagneert stelt minister De Jonge nu voor dat erkende “natuurvriendelijke isolatiebedrijven” wel mogen worden gebruikt door woningeigenaren. In een kamerbrief van 4 oktober schrijft hij dat totdat er voor elke gemeente een ‘soortenmanagementplan’ (SMP) is, isolatiebedrijven die opgeleid zijn in de uitgangspunten van natuurvriendelijk isoleren ook zonder ecologisch onderzoek te werk moeten kunnen gaan.

Op de lange termijn moet er op gebiedsniveau worden gekeken welke maatregelen inwoners moeten treffen voordat ze aan de slag kunnen met isolatie. Dan wordt er voor een gebied of gemeente één keer een SMP opgesteld, waarna alle bewoners van dat gebied op een natuurvriendelijke manier aan de slag kunnen met isolatie. Momenteel werken ongeveer twintig gemeenten al met dit soort plannen.

Natuurvriendelijke isolatiebedrijven
Als je in een gemeente zonder SMP of gebiedsgerichte ontheffing wil isoleren, kun je volgens minister De Jonge nu dus de hulp inschakelen van natuurvriendelijke isolatiebedrijven. “Dat zijn bedrijven die werken volgens de uitgangspunten van het ‘Natuurvriendelijk isoleren’”, schrijft De Jonge. “Hiermee verklaart het isolatiebedrijf dat er bij de werkzaamheden geen dieren worden gedood, rekening wordt gehouden met kraamplaatsen en winterverblijven, dat er vervangende verblijfplaatsen zijn en dat de natuurkalender wordt gevolgd.”

Isolatiebedrijven kunnen worden aangemerkt als “Natuurvriendelijk isolatiebedrijf” door een training te volgen, waarbij ze onder andere leren welke technieken er zijn om verschillende openingen in de woningen af te sluiten en hoe nieuwe verblijfplaatsen voor de dieren te creëren. Vervolgens zijn de bedrijven wel verplicht volgens de natuurvriendelijke methodiek te werken.

Zorgen om business case
De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) geeft in een reactie aan het initiatief te steunen, maar zich zorgen te maken over het effect van deze werkwijze op de business case voor isolatiebedrijven.

Zo noemt de NVDE dat het werken volgens de natuurkalender – waarbij men tijdens de winterperiode en de kraam- en broedperiode dieren niet mag storen – een flinke beperking is voor isolatiebedrijven. De NVDE schrijft:

“Dat samen maakt dat isolatiebedrijven in de overige periode geen of nauwelijks aanvragen kunnen behandelen terwijl juist in de winter- en broedperiode woningeigenaren pas echt in actie komen om te gaan isoleren. Als isolatiebedrijven niet jaarrond aan het werk kunnen (dus ook geen onderzoek mogen doen), zullen niet alle woningen tijdig kunnen worden verduurzaamd.”

Ook geeft de sector volgens de NVDE voorkeur aan een eenduidige landelijke aanpak, in plaats van maatwerk en lokale verschillen. In hoeverre dit te rijmen valt met het idee van het SMP, waarbij het doel is om de lokale ecologie goed in kaart te brengen en op basis daarvan richtlijnen voor te schrijven, is twijfelachtig.