De sociale impact van de warmtetransitie

07.04.2025 Gijs de Koning

De sociale impact van de warmtetransitie
©Techniek Nederland

Om te besparen op de energierekening en een steentje bij te dragen aan de verduurzaming van de leefomgeving, investeren veel huishoudens in allerlei maatregelen; ze stappen over op verwarmen met een warmtepomp, krijgen een warmtenet, gaan elektrisch koken en isoleren hun huis. Deze transitie is noodzakelijk, maar brengt ook veranderingen met zich mee in het dagelijks leven van bewoners. Hoe voelt zo’n overgang aan voor bewoners? Hoe beïnvloedt het hun dagelijks leven? Guusje Meeuwissen doet samen met Jeltje van der Haer voor de Erasmus Universiteit Rotterdam onderzoek naar de sociale aspecten van de warmtetransitie en legt in een videoproject vast hoe huishoudens deze verandering ervaren.

Meeuwissen benadrukt dat de discussie rondom de warmtetransitie vaak technisch en financieel wordt gevoerd, terwijl de sociale impact minstens zo belangrijk is. "Voor bewoners betekent een overstap op een andere warmtebron vaak een verandering in hun dagelijkse routines. Je kunt bijvoorbeeld niet zomaar de thermostaat hoger zetten als je thuiskomt, of je kleding op de radiator leggen om te drogen," zegt ze.

Dergelijke praktische veranderingen worden in beleid en sturing volgens haar vaak onderschat, terwijl ze juist een grote rol spelen in hoe bewoners een nieuwe technologie ervaren en omarmen. “Mensen denken bij een warmtepomp vooral aan de installatiekosten en energiebesparing, maar pas in het dagelijks gebruik merken ze de impact op hun comfort en gewoonten.”

Minder controle

Een belangrijke verandering die Meeuwissen onderzoekt, is het verlies van controle over de verwarming. Bij een warmtenet of warmtepomp zijn de mogelijkheden om zelf de temperatuur aan te passen vaak beperkter dan bij een traditionele cv-ketel. “Mensen zijn gewend om zelf te bepalen hoe warm hun huis is en wanneer ze de verwarming aan- of uitzetten. Dat verandert met collectieve systemen, waar instellingen soms centraal geregeld worden.” Ook warmtepompen zijn hierin minder stuurbaar omdat ze het beste functioneren bij geleidelijke opwarming of afkoeling.

Dit roept soms weerstand op bij bewoners. “Als je thuis komt en je huis voelt koud aan, wil je meteen de temperatuur kunnen verhogen. Met een warmtepomp werkt dat anders, omdat deze langzamer opwarmt en vaak op een constante temperatuur draait”, legt Meeuwissen uit.

Ook koken verandert als huishoudens overstappen op een all-electric systeem. “Van gas naar inductie lijkt misschien een kleine stap, maar het vraagt toch om een andere manier van koken en vaak ook om nieuwe pannen,” zegt Meeuwissen. Daarnaast brengt een installatie zelf ook veranderingen met zich mee. “Een warmtepomp is een groot apparaat dat ruimte inneemt en vaak vraagt om aanpassingen in huis,” zegt Meeuwissen. “Er moeten soms gaten in muren worden geboord, leidingen worden aangepast en een buitenunit geplaatst. Wij willen beter inzicht krijgen in wat dit soort aanpassingen voor mensen betekent en hoe ze daarmee omgaan.”

In haar onderzoek gaat Meeuwissen bij de bewoners thuis langs om een gesprek te voren over wat er allemaal voor hun in het dagelijks leven is veranderd sinds ze zijn overgestapt op bijvoorbeeld een warmtepomp of als ze een warmtenetaansluiting hebben gekregen. "Met onze inzichten hopen we bij te dragen aan een completer en mensgerichter beeld van de warmtetransitie."

Waarom wordt dit onderzoek gedaan?

Meeuwissen stelt dat er weinig aandacht is voor de sociale en tastbare veranderingen als het gaat om het overstappen naar een andere warmtebron. Meeuwissen: “Er is veel aandacht voor de technische kant, maar te weinig voor de vraag: hoe ga je ermee om in het dagelijks leven?” Volgens haar is het belangrijk om bewoners tijdig mee te nemen in het proces en realistische verwachtingen te scheppen. “Niet alleen vertellen over de voordelen, maar ook over de praktische aanpassingen die nodig zijn.”

Haar onderzoek richt zich dan ook op het tastbaar maken van deze gevolgen. Dit doet ze zowel in een geschreven rapport als in een videoproject waarin ze bewoners volgt tijdens de overstap naar een duurzame warmtebron. “Door ervaringen in beeld te brengen, kunnen we anderen helpen zich beter voor te bereiden,” legt ze uit. “Daarnaast hopen we dat dit onderzoek beleidsmakers en professionals handvatten kan bieden om beleid beter af te stemmen op de ervaringen en behoeften van bewoners.”

Lopend onderzoek
Het onderzoek naar de ervaringen van huishoudens die een warmtepomp laten installeren is nog in volle gang. Voor dit onderzoek is Meeuwissen op dit moment nog op zoek naar deelnemers (vooral bewoners van huurwoningen en monteurs) die hun dagelijkse ervaringen met een nieuwe warmtetechnologie willen delen. Het doel is om niet alleen de uitdagingen in kaart te brengen, maar ook de oplossingen die bewoners zelf vinden om met deze veranderingen om te gaan. De verzamelde inzichten moeten bijdragen aan een beter begrip van de sociale impact van de warmtetransitie en hoe deze op een mensgerichte manier kan worden vormgegeven. Aanmelden of meer informatie verkrijgen kan door een mail te sturen naar: meeuwissen@essb.eur.nl.