De toekomst van warmte ligt dicht bij huis
06.08.2025 Tjark de Lange Voorzitter Stichting Warmtenetwerk

De waarschuwing van de Mijnraad van afgelopen juni was niet mis te verstaan: de levering van aardgas aan Nederlandse huishoudens en bedrijven is kwetsbaarder dan we misschien denken. Sinds de definitieve sluiting van het Groningenveld komt het overgrote deel van het aardgas dat Nederlandse huishoudens gebruiken, uit het buitenland, via pijpleidingen uit onder andere Noorwegen en via vloeibaar aardgas (LNG) uit landen als de Verenigde Staten en Qatar. Landen die duizenden kilometers verderop liggen en waar politieke en economische ontwikkelingen direct invloed hebben op onze energierekening en leveringszekerheid.
Deze afhankelijkheid vraagt om herbezinning. Want als de aanvoer stokt of de prijzen opnieuw sterk schommelen, staan we in de kou – letterlijk. De energietransitie was al urgent vanwege klimaatverandering, maar krijgt nu een extra dimensie: leveringszekerheid. De vraag die voor ons ligt is simpel, maar essentieel: hoe zorgen we ervoor dat warmte in Nederland betrouwbaar, betaalbaar én duurzaam blijft?
Een belangrijk deel van het antwoord ligt in warmtenetten. Deze collectieve systemen maken het mogelijk om woningen en gebouwen te verwarmen met bronnen die lokaal beschikbaar zijn. Denk aan restwarmte uit de industrie, geothermie, zonthermie, aquathermie of zelfs warmte uit datacenters. Bronnen die niet afhankelijk zijn van geopolitieke verhoudingen of internationale infrastructuren, maar die dichtbij huis liggen en benut kunnen worden in samenwerking met lokale partijen.
Warmtenetten zijn daarmee niet alleen een belangrijk onderdeel van de klimaatoplossing – ze bieden ook strategische zekerheid. Ze maken ons minder afhankelijk van externe energiebronnen, verminderen onze kwetsbaarheid in tijden van crisis en bevorderen de controle over onze eigen warmtevoorziening. En dat is precies wat we nodig hebben om de levering van warmte beter te waarborgen.
Op dit moment wordt nog zo’n 85 procent van de Nederlandse woningen (deels) verwarmd met aardgas. Dat aandeel moet de komende jaren drastisch omlaag. De ambitie van de rijksoverheid om het aantal aansluitingen op warmtenetten te verdubbelen tot 1 miljoen in 2030 en op te schalen naar 2,5 miljoen in 2050 is dan ook terecht. Maar deze transitie vraagt om meer dan ambities alleen – het vraagt om samenwerking.
Stichting Warmtenetwerk ziet dagelijks hoeveel inzet en energie er in het hele land wordt geleverd om collectieve warmteoplossingen mogelijk te maken. Gemeenten ontwikkelen plannen, woningcorporaties maken strategische keuzes, warmtebedrijven investeren in infrastructuur en techniek, die door aannemers en installateurs wordt aangelegd en bewoners zetten zich in voor duurzame alternatieven in hun wijk.
Helaas bestaan er ook nog steeds veel misverstanden. Warmtenetten worden soms weggezet als inflexibel of duur, terwijl ze juist schaalvoordelen en leveringszekerheid kunnen bieden – mits op een passende plek aangelegd, goed ingericht en eerlijk georganiseerd. Transparantie, betrouwbaarheid en samenwerking zijn daarom cruciale waarden in het verder opschalen van duurzame collectieve warmte.
Warmtenetten zijn bij uitstek geschikt om de warmtetransitie lokaal vorm te geven. Elk warmtenet is immers afgestemd op de bronnen, gebruikers en omstandigheden in een specifiek gebied. Maar de lessen die we opdoen over techniek, governance, standaardisatie, financiering en overige zaken zijn wél breed toepasbaar. Stichting Warmtenetwerk verzamelt en deelt deze kennis via het uitgebreide platform inclusief de Warmteprojectentool, zodat we samen sneller kunnen leren en groeien.
De energiewereld verandert, en dat brengt onzekerheden met zich mee. Maar juist in die verandering schuilt ook de kans om het anders én beter te doen. Warmtenetten bieden een mogelijkheid om onze warmtevoorziening duurzamer én betrouwbaarder te maken. Dat vraagt om lef, visie en samenwerking.
Laten we die kansen samen benutten.