‘Door vorm te geven aan normen voor slimme net-intensieve apparaten kan je de toekomst bepalen’
08.08.2025 Sjoerd Rispens

Netcongestie is een groot probleem voor Nederland. Het inzetten van slimme net-intensieve apparaten kan ervoor zorgen dat de hoge belasting van het net beter verspreid wordt over langere periodes of naar momenten buiten de piekuren. Onder begeleiding van het Koninklijk Normalisatie Instituut (NEN) leggen marktpartijen afspraken vast in normen voor slimme net-intensieve apparaten.
“Het uiteindelijke doel dat we met de norm hebben, is dat de apparaten straks goed met elkaar kunnen communiceren”, zegt Mirjam van der Gugten, senior consultant bij de NEN. “En dat consumenten straks weten dat als je bijvoorbeeld een slimme zonne-omvormer koopt die informatie uit kan wisselen met je home energy management system (HEMS).”
“Er moet bovenal duidelijkheid komen voor de markt en fabrikanten over welke protocollen ondersteund moeten worden zodat we met zijn allen verder kunnen”, voegt Charlotte Koppen, eveneens consultant bij de NEN, toe.
De NEN was vorig jaar al bezig met een Nederlands Technische Afspraak (NTA) voor slimme laadpalen, toen het ministerie vroeg om hetzelfde te doen bij slimme warmtepompen. “Toen leek het ons goed om strategisch te kijken wat er nodig is”, zegt Koppen. “Want je kan wel allemaal losse normen gaan maken, maar misschien is dat helemaal niet efficiënt. Toen is er een onderzoek geweest waar heel veel verschillende partijen voor zijn gesproken.”
“We kwamen tot de conclusie dat het beter is om een normenstelsel op te zetten dat met elkaar samenhangt, met een overkoepelend normdocument voor het HEMS er boven. Daaronder komen dan normdocumenten met specificaties en afspraken voor verschillende slimme net-intensieve apparaten. Dat advies is eind juni 2025 opgeleverd en aan de Tweede Kamer aangeboden. We hopen de aanbevelingen in een projectvoorstel gieten, in het najaar kunnen we daar nadere stappen in te zetten.”
Breng expertise en kennis mee
Hoe gaat dat proces om tot de norm te komen er in de praktijk uit zien? “We starten met een stakeholderanalyse”, legt Van der Gugten uit. “Daarin kijken wij welke partijen hier iets van moeten vinden. Belanghebbende partijen kunnen zich aanmelden om mee te doen. Dan komt er een bijeenkomst waarin we alles nader toelichten en dan kunnen partijen nog beslissen om wel of niet mee te doen.”
“We verwachten dat partijen een actieve bijdrage leveren”, gaat Van der Gugten verder. “Het is echt de bedoeling dat mensen hun expertise en kennis meebrengen in plaats van dat ze achterover gaan leunen aan tafel. En dan is het een kwestie van heel veel vergaderen, zowel fysiek als online. En op het allerlaatste staat de norm op papier, wordt die gecontroleerd en komt deze in onze normencollectie.”
De normdocumenten moeten ook een bijdrage leveren in de strijd tegen netcongestie. Koppen: “We willen afspraken vastleggen over hoe de apparaten slim om kunnen gaan met het net om pieken te voorkomen. Als je apparaten in het huishouden aan kan sturen, kun je op die manier een gebalanceerd energiesysteem creëren en voorkomen dat apparaten energie gaan vragen als het net vol is.”
“Maar de crux ligt natuurlijk bij de overheid en het gedrag van de consument. De norm is niet automatisch een verplichting. Maar juist de koppeling tussen de norm en de wetgeving kan er voor zorgen dat de consument tot actie overgaat. Wanneer de norm bijvoorbeeld in subsidievoorwaarden verwijst naar normen stimuleer je het gedrag van consumenten en kan je sturing geven aan vermindering van het probleem.”
Ontwikkeling van normen en innovatie
In het onlangs gepubliceerde rapport merkten de onderzoekers op dat het draagvlak voor de norm groot is, maar er toch sprake is van stilstand. “Dat heeft onder andere te maken met de koppeling tussen het ontwikkelen van normen en innovatie”, voegt Koppen toe. “Veel mensen denken dat normen innovatie remmen, maar het tegenovergestelde blijkt juist in de praktijk. De markt kan ook in een impasse komen omdat bepaalde keuzes niet door de markt of overheid worden gemaakt. Dan gaat iedereen zijn eigen ding doen of eigen interne richtlijnen maken.”
“Maar als er geen normen en afspraken zijn, komt de markt niet verder. Normen helpen er juist bij om basisafspraken vast te leggen zodat de markt een bepaalde zekerheid heeft rond communicatie en protocollen en dan kan innovatie gestimuleerd worden. Dus de markt ziet zeker het nut er wel van in. Maar er is stilstand omdat bepaalde zaken nog niet zijn besloten.”
Blik op Europa
De NEN kijkt bij het ontwikkelen van de normen ook naar Europa. “De focus ligt nu vooral op Nederland, omdat het congestieprobleem hier nijpend is”, zegt Van der Gugten. “Maar we hopen met de ontwikkeling van nationale normen vooruit te lopen op andere landen, zodat wij daarna de normen op internationaal niveau kunnen brengen. Bijna elk Europees land heeft haar eigen Normalisatie Instituut en wij werken daar nauw mee samen. Het is heel mooi dat je kennis vanuit Nederland internationaal kan verspreiden. En vice versa.”
Hoe lang het precies duurt voordat de normen er zijn, is niet precies te zeggen, geven de twee aan. “Iets wat al helemaal is uitgekristalliseerd komt er snel door”, zegt Van der Gugten. “Maar de ontwikkeling van de normen kan ook jaren duren.” Het mooie van de ontwikkeling van zo’n norm is dat de markt in de gelegenheid wordt gesteld om gezamenlijk die afspraken te maken. Iedereen kan zijn eigen steentje bijdragen en de kennis en expertise overbrengen.”
“Daarom wil ik partijen graag uitnodigen om aan tafel te komen om de norm vorm te gaan geven”, besluit Koppen. “Want dit is de kans om invloed te hebben op het nationale en internationale veld. Het vergt veel inzet, maar op die manier kan je wel de toekomst bepalen.” NEN verwacht na de zomer met meer informatie te komen over hoe partijen kunnen deelnemen.