Een nieuwe fase met nieuwe uitdagingen
15.11.2023 Daan Jansen Hoofdonderzoeker bij Dutch New Energy Research
In het Nationaal Warmtepomp Trendrapport 2024 is te zien dat er dit jaar wederom grote stappen zijn gezet in warmtepompsector. In absolute aantallen is de markt dit jaar sneller gegroeid dan in 2022. Het aantal in gebruik genomen warmtepompen in de bestaande woningbouw is zelfs meer dan verdubbeld door te groeien naar bijna 120.000 installaties. Dit zijn voor de helft hybride en voor de helft all-electric warmtepompen. Daarnaast zijn er ook nog eens 50.000 all-electric warmtepompen in nieuwbouw woningen geplaatst, waardoor het totaal uit komt op 167.000 nieuwe warmtepompen.
Daarmee is het doel van het demissionair kabinet Rutte IV om in de periode 2022 tot met 2024 125.000 warmtepompen in de bestaande bouw te plaatsen al ruim een jaar voor tijd gehaald. Het is duidelijk dat we niet langer te maken hebben met kortstondige groeispurt als gevolg van de energiecrisis, maar met een markt die volwassen begint te worden.
Verdere groei ligt in het verschiet, maar dat brengt ook nieuwe en vooral grotere uitdagingen met zich mee. Naarmate warmtepompen populairder worden, groeit de vraag naar vakkundige installateurs erg snel. Omdat er nu al een tekort is aan technisch geschoold personeel, en ook andere technische sectoren te kampen hebben met tekorten, wordt het steeds belangrijker om het werk efficiënter en slimmer te doen. Zo wordt de tijd en kennis van installateurs het beste benut.
Aan de ene kant kan dat gedaan worden door administratieve taken van de installateur te minimaliseren of te optimaliseren. Anderzijds zetten fabrikanten stappen om het installatieproces te versimpelen. Het is daarbij van belang om verder te kijken dan alleen de installatie zelf, maar ook naar beheer op afstand. Dat bespaart de installateur kostbare tijd, en kan ook de efficiëntie van de warmtepomp verhogen en impact op het elektriciteitsnet verlagen.
Warmtepompen moeten flexibel worden ingezet
Naarmate warmtepompen meer worden toegepast zal er steeds meer van het elektriciteitsnet gevraagd worden. Een huishouden dat overstapt naar een all-electric warmtepomp kan, afhankelijk van de situatie, haar elektriciteitsvraag verdubbelen. Bovendien zal die extra vraag grotendeels plaatsvinden in de wintermaanden.
Om netbeheerders genoeg tijd te geven om het elektriciteitsnet te verzwaren, en om maatschappelijke kosten te minimaliseren, wordt het steeds belangrijker om warmtepompen slim aan te sturen. Buffervaten bij all-electric warmtepompen, maar ook de gebouwen zelf, kunnen warmte opslaan. Hierdoor ontstaat de flexibiliteit die nodig is om het elektriciteitsnet optimaal te benutten. Voordat warmtepompen in de praktijk slim worden aangestuurd om het net te ontlasten, zullen echter eerst de juiste prikkels moeten worden geïntroduceerd.
Netbeheerders hebben duidelijkheid nodig om de juiste investeringen te kunnen doen. Tot op heden zijn veel Transitievisies Warmte van gemeenten niet concreet genoeg geweest. Bovendien geeft het Planbureau voor de Leefomgeving aan dat de transitievisies in huidige vorm slechts een beperkte bijdrage aan de nationale doelen kunnen leveren en dat een belangrijk deel van de nationale opgave voor 2030 via andere sporen dan de gemeentelijke aanpak gerealiseerd moeten worden.
Energie-efficiëntienorm moet worden verduidelijkt
Het is waarschijnlijk dat de energie-efficiëntienorm, die vanaf 2026 geldt, één van die andere sporen zal zijn. In de praktijk zal dat spoor meer weg hebben van organische groei, dan van een wijkaanpak. De effectiviteit van de norm hangt bovendien sterk af van de invulling. Met name het criterium voor een terugverdientijd van zeven jaar of korter roept veel vragen op. Het berekenen van de terugverdientijd is namelijk sterk afhankelijk van aannames.
Een grote factor is de verhouding van de elektriciteitsprijs tot de gasprijs. Energieprijzen zijn echter notoir lastig om op de lange termijn te voorspellen. Bovendien is de paradoxale situatie mogelijk, waarin goed geïsoleerde woningen niet onder de norm vallen. Hoe lager het gasverbruik namelijk is, hoe kleiner de besparing door de warmtepomp.
Naarmate de toekomst concreter wordt, durven en kunnen partijen meer risico te nemen. Dat was goed te zien door de energiecrisis en de bekendmaking van de norm eerder in 2023. Mede door die extra zekerheid is het marktpartijen gelukt om snel op te schalen. Hierdoor lijkt productiecapaciteit voorlopig geen probleem meer. Wanneer doelen en randvoorwaarden snel verder worden geconcretiseerd, zal dat bijdragen aan het behoud van het momentum en de realisatie van de groeipaden die Dutch New Energy Research in het trendrapport schetst.