Hoe ziet de Belgische warmtetransitie er uit?

18.09.2023 Matthias Vanheerentals

Hoe ziet de Belgische warmtetransitie er uit?
©Stefaan Van Hul | Indaver

De Belgische federale regering heeft eind april een eerste aanzet gedaan door zijn Nationaal Energie- en Klimaatplan 2021-2030 te actualiseren. Concreet wil de federale overheid tegen 2030 een uitstootvermindering van 55 procent realiseren. Dat plan dateert van eind december 2019 en wordt momenteel verder geactualiseerd. De onderhandelingen lijken nog volop bezig.

Het Nationaal Energie- en Klimaatplan legt de Belgische energie- en klimaatdoelstellingen vast voor de periode van 2021 tot 2030. Het plan beschrijft de maatregelen om die doelstellingen te bereiken.

Het plan legt de krijtlijnen vast voor de transitie naar een duurzaam, betrouwbaar en betaalbaar energiesysteem, volgens de vijf dimensies van de Europese energie-Unie: een koolstofarme Europese Unie (door reductie van broeikasgasemissies), de ontwikkeling van hernieuwbare energie, energie-efficiëntie, bevoorradingszekerheid, interne energiemarkt, onderzoek, innovatie en concurrentievermogen. Het plan beantwoordt ook aan de langetermijnstrategie voor de reductie van de broeikasgasemissies, in overeenstemming met het Akkoord van Parijs.

Uitstootvermindering
De federale overheid wil tegen 2030 een uitstootvermindering van 55 procent realiseren. Op klimaatvlak is het streefdoel een uitstootvermindering van 118 miljoen ton CO2-equivalenten in de non-ETS-sectoren en 25 miljoen ton bijkomende uitstootvermindering nagestreefd. Daarvoor zijn nu een reeks doelstellingen en maatregelen opgesteld die bijdragen aan dit plan.

Hernieuwbare elektriciteit
België ambieert om tegen 2030 40 procent van de elektriciteit hernieuwbaar te produceren. Dat moet een tussenstap zijn naar een volledig hernieuwbare elektriciteitsproductie tegen 2050.

De federale staat zal hier in de eerste plaats aan bijdragen via de verdere uitbouw van offshore windenergie. Het ambitieniveau voor het totale geïnstalleerd vermogen ligt hierbij op 4 gigawatt tegen 2030 en 8 gigawatt tegen 2040. Op Europees niveau is een akkoord bereikt om te gaan voor de algemene EU-doelstelling van minimum 32 procent hernieuwbare energie tegen 2030.

In het federale plan zelf is weinig over de warmtetransitie te vinden, aangezien dat gewestelijke materie is. Wat betekent dat de Vlaamse, Waalse en Brusselse overheid hiervoor verantwoordelijk zijn.

Vlaanderen
Op het vlak van duurzame warmte gaat de Vlaamse regering verder met haar Warmteplan 2025, onderdeel van het Vlaamse Energie- en Klimaatplan. Dat voorziet in een jaarlijkse groei van warmtenetten en restwarmte, maar ook in de aansluitpremie op warmtenetten voor bestaande woningen.

De invoering van een minimumaandeel hernieuwbare energie voor bestaande, grote, niet-residentiële gebouwen draagt daar ook aan bij. Voor wat betreft geleverde warmte via warmtenetten heeft Vlaanderen een streefcijfer van 2.400 gigawattuur in 2030.

Sinds 1 januari 2023 kunnen warmteafnemers die willen aansluiten op een warmtenet een aansluitpremie warmtenetten kunnen aanvragen. Deze aansluitpremie is aanvullend op de steun die gegeven wordt in de call groene warmte, restwarmte en energie-efficiënte stadsverwarming.

Nieuwe maatregelen zullen ook voor extra warmtepompen zorgen. De plaatsing van een warmtepomp in nieuwbouw zal vermoedelijk sterk toenemen door een aantal maatregelen van de Vlaamse Regering.

Daarnaast worden hogere premies voorzien voor de installatie van (hybride) warmtepompen in bestaande woningen. Door deze bijkomende maatregelen wordt verwacht dat het aantal bijkomende warmtepompen (exclusief lucht-lucht-warmtepompen) jaarlijks toeneemt van circa 11.100 in 2021 tot 42.750 in 2030.

Voor wat betreft het aantal geïnstalleerde lucht-water- en bodem-water-warmtepompen per jaar heeft Vlaanderen hetzelfde streefcijfer van 42.750 tegen 2030. Er komen meer premies voor warmtepompen tot en met 2025.

Ook lucht-lucht-warmtepompen worden in rekening gebracht volgens de bepalingen van de Europese richtlijn hernieuwbare energie. Er wordt vanaf 2023 rekening gehouden met 50.000 bijkomende installaties per jaar. Daarnaast wordt ook een geleidelijke toename van de jaarlijkse vervangingen van elektrische warmwaterboilers door warmtepompboilers in rekening gebracht van 5.400 in 2022 tot 10.000 in 2030.

Wallonië
In het recent bijgestelde Plan Air Climat Energie vergroot Wallonië de ambities ten aanzien van de warmtetransitie. De ontwikkeling van hernieuwbare warmte is in Wallonië een even belangrijk vraagstuk als die van hernieuwbare elektriciteit. Alle technologieën en sectoren zijn betrokken bij het verwezenlijken van deze doelstelling: thermische zonne-energie, warmtepompen, geothermische energie en biomassa.

De implementatie van warmtenetwerken zal ook bijdragen aan het behalen van de doelstellingen voor hernieuwbare warmte, net als biomassa en geothermie. De twee meest bijdragende sectoren zijn warmtepompen en biomassa.

Er wordt aanzienlijke vooruitgang verwacht op het gebied van aerothermische en geothermische warmtepompen. De doelstelling is gesteld op 2.037 gigawattuur aan terugwinning van omgevingswarmte in 2030, vergeleken met 342,9 gigawattuur in 2020. Het plan voorziet in diverse maatregelen om deze doelstellingen te verwezenlijken, waaronder met name het structureel versterken van de financiering van warmtepompen – en warmtenetten – en het wegnemen van barrières voor de ontwikkeling van hernieuwbare warmte.

Waterstof
In het federale plan zal ook de nodige aandacht worden gegeven aan het potentieel van waterstoftechnologieën. Er wordt ingezet op waterstof en de bijbehorende infrastructuur voor productie en import.

Het gebruik van hernieuwbare energie in transport wordt belangrijker. Er wordt ingezet op waterstof en meer duurzame biobrandstoffen op basis van algen of afval. Er wordt ingezet op duurzaam transport op zee en in de lucht op basis van biogas of biobrandstoffen en biobrandstoffen van de derde generatie.

Overschotten aan hernieuwbare energie zullen worden geconverteerd en ingeschakeld in energetische en economische processen, zoals Power-to-Gas, Power-to-Industry en Power-to-Mobility.

Fiscale maatregelen
Verder zijn er ook maatregelen die uit de fiscale hervorming moeten voortvloeien, zoals de geleidelijke uitfasering van stookolieketels, de geleidelijke uitfasering van personenwagens en vrachtwagens op fossiele brandstoffen en een forse afname van het gebruik van de biobrandstoffen van de eerste generatie. Er zijn ook maatregelen op het vlak van de mobiliteit en de renovatie van gebouwen.

Klimaattafels
De regering wil de lusten en lasten van de omschakeling naar een klimaatneutrale maatschappij rechtvaardig verdelen. Via een analyse wil ze beleidspistes identificeren. De bevindingen uit de klimaattafels werden gedeeltelijk in het plan opgenomen.

Om de impact van de federale beleidslijnen en maatregelen te analyseren, heeft het Federaal Planbureau de opdracht gekregen zijn impactanalyse voor 2019 te actualiseren, rekening houdend met de laatste ontwikkelingen. Die technische analyse wordt dan geïntegreerd in de definitieve versie van de federale bijdrage. Het is onduidelijk hoe ver die plannen nu juist staan.