Koolstofverwijdering speelt een belangrijke rol in het doel van klimaatneutraliteit
31.03.2025 Sjoerd Rispens

Het doel van de Europese Commissie en de Nederlandse overheid, klimaatneutraliteit in 2050, kent vele subdoelstellingen. Beleidsmakers van diverse lagen in de sector buigen zich over de vraag hoe de resterende broeikasgasemissies gecompenseerd kunnen worden. TNO heeft in het rapport ‘Koolstofverwijdering in een duurzaam Nederlands energiesysteem’ de cruciale rol van koolstofverwijdering onderzocht en wat er de komende 25 jaar moet gebeuren om de gestelde doelen te bereiken.
Met het Klimaatakkoord van Parijs hebben vrijwel alle landen in de wereld afgesproken de stijging van de gemiddelde mondiale temperatuur te beperken tot ruim onder de 2 graden Celsius boven het pre-industriële niveau en te streven naar een beperking van deze temperatuurstijging tot 1,5 graad Celsius. De Europese Unie heeft dit vertaald in een klimaatneutraliteitsdoel voor 2050 vastgelegd in de Europese Klimaatwet.
Voor Nederland betekent dit dat er in 2050 netto geen broeikasgassen meer mogen worden uitgestoten. Nederland heeft een doelstelling voor klimaatneutraliteit voor 2050 vastgelegd in de Klimaatwet van 2019. Maar alleen het reduceren van broeikasgasemissies zal waarschijnlijk niet toereikend zijn om klimaatneutraliteit te realiseren. Er zullen resterende emissies overblijven die technisch zeer moeilijk te reduceren zijn.
Deze resterende emissies kunnen worden gecompenseerd met koolstofverwijdering, ook wel negatieve emissies genoemd. Daarbij gaat het om permanente of langdurige verwijdering van koolstof uit de atmosfeer. Koolstofverwijdering kan ook een rol spelen bij het beperken van een wereldwijde temperatuuroverschrijding, wat ook voor minder hittestress zorgt.
Twee scenario’s
In 2024 is door TNO een nieuwe scenariostudie gepubliceerd. In deze studie wordt voor twee scenario’s (ADAPT en TRANSFORM) een energiesysteem voor Nederland berekend dat in 2050 klimaatneutraal is. De resultaten van het onderzoek laten onder meer het volgende zien: koolstofverwijdering is belangrijk voor het realiseren van klimaatneutraliteit in 2050.
De omvang van de CO2-opslag bedraagt in de twee beschouwde scenario’s in 2050 15 megaton per jaar en 40 megaton per jaar. Dat is het maximum dat voor beide scenario’s is aangenomen. In 2050 is het aandeel koolstofverwijdering in de totale CO2-opslag in beide scenario’s meer dan 75 procent. In het scenario met een maximum opslag van 15 megaton per jaar is het aandeel iets hoger dan in het scenario met 40 megaton per jaar.
Met koolstofverwijdering worden in 2050 restemissies van broeikasgassen volledig gecompenseerd. De restemissies hebben in de beschouwde scenario’s in 2050 een omvang van 14,0 en 34,9 megaton CO2-eq. Ruim de helft tot tweederde van deze restemissies is CO2 van fossiele oorsprong. De overige restemissies zijn niet-CO2- broeikasgassen.
Een deel van de fossiele CO2-restemissies is vermijdbaar. Omdat in de scenario’s in 2050 alleen gestreefd wordt naar klimaatneutraliteit is het door koolstofverwijdering nog steeds mogelijk om fossiele brandstoffen te gebruiken. Voor sommige toepassingen is gebruik van fossiele brandstoffen vermijdbaar omdat daarvoor duurzame alternatieven bestaan. Afhankelijk van de hoeveelheid CO2-opslag die voor het scenario is verondersteld gaat het om gebruik van fossiele brandstoffen bij staalproductie, daarbij gaat het om kolen, verwarmen van woningen op aardgas en auto’s met olie of alleen fossiele brandstoffen bij auto’s.
Als beleid wordt gevoerd, zo menen de onderzoekers, om het resterende gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen is de behoefte aan compensatie van restemissies kleiner. Dit leidt in 2050 tot een lichte daling van de koolstofverwijdering. Ook de totale hoeveelheid CO2-opslag neemt dan af.
Beleid om fossiele brandstoffen te beperken
TNO doet daarnaast nog enkele aanbevelingen. Zo moet er geïnvesteerd worden in technologieontwikkeling om CO2-afvang te verbeteren. Door te investeren in onderzoek en ontwikkeling kan de efficiëntie en kosteneffectiviteit van CO2-afvangtechnologieën worden verbeterd. Dit is cruciaal om de grootschalige toepassing van koolstofverwijdering mogelijk te maken.
Het creëren van economische prikkels kan investeringen aantrekkelijker maken, zeggen de onderzoekers. Het is belangrijk om financiële stimulansen te bieden, zoals subsidies en belastingvoordelen, om bedrijven te motiveren te investeren in koolstofverwijderingstechnologieën. Dit zal helpen om de markt voor CO2-afvang en -opslag te laten groeien.
Er moet meer beleid worden ontwikkeld om fossiele brandstoffen te beperken. Beleidsmaatregelen die het gebruik van fossiele brandstoffen verminderen, zoals strengere emissienormen en het bevorderen van duurzame brandstoffen, zijn essentieel om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en de overgang naar een klimaatneutraal energiesysteem te versnellen.
Implementeer een certificeringssysteem voor afgevangen CO2. Een transparant en betrouwbaar certificeringssysteem voor afgevangen CO₂ zal ervoor zorgen dat de koolstofverwijdering meetbaar en verifieerbaar is. Dit zal het vertrouwen van investeerders en beleidsmakers vergroten en de markt voor koolstofverwijdering stimuleren.
Wat ook heel belangrijk is, geven de onderzoekers aan, is het regelmatig updaten van scenario’s op basis van nieuwe inzichten. Het is belangrijk om de energiescenario's regelmatig te herzien en bij te werken op basis van de nieuwste technologische ontwikkelingen en beleidsveranderingen. Dit zal helpen om de strategieën voor koolstofverwijdering relevant en effectief te houden.
De Europese Markt voor CO2-opslag speelt een belangrijke rol en die moet volgens de onderzoekers regelmatig onderzocht worden op mogelijkheden voor opslag. Op die manier kunnen er nieuwe kansen worden geïdentificeerd voor internationale samenwerking en de ontwikkeling van een geïntegreerde CO2-opslagmarkt. Dit zal bijdragen aan de efficiëntie en schaalbaarheid van koolstofverwijdering.