Meeste warmteplannen gemeentes zetten in op warmtepompen

10.10.2025 Evelien Schreurs

Meeste warmteplannen gemeentes zetten in op warmtepompen

Minder gemeentes hebben aardgasvrij als doelstelling. In hun warmtestrategieën zetten meer gemeenten in op warmtepompen dan vorig jaar. Gemeenten verwachten dat er minder warmtenetten gerealiseerd zullen worden. Dat blijkt uit de ‘Lokale Warmtetransitie in Beeld’, van het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW).

Bijna alle gemeenten werken aan hun warmteprogramma. “We constateren dat de lokale warmtetransitie meer dan ooit leeft. Gemeenten werken aan warmteprogramma’s en zoeken naar manieren om inwoners, bedrijven en partners te betrekken. Tegelijkertijd wordt duidelijk hoe groot de uitdagingen zijn. Van capaciteit en wetgeving tot betaalbaarheid en draagvlak: de praktijk is weerbarstig”, schrijft het NPLW.

Zo’n 40 procent van de gemeenten werkt aan een uitvoeringsplan, maar daarbij is aardgasvrij minder vaak dan vorig jaar het doel. Sommige gemeenten willen hun warmteprogramma’s nog in 2025 inleveren, de meeste gemeenten verwachten dat uiterlijk in de tweede helft van 2026 te doen.

Bij het ontwikkelen van hun warmteprogramma’s maakt 75 procent van de gemeentes gebruik van hulp vanuit de NPLW. Uit gesprekken met deze gemeentes blijkt dat zij intern de aandacht voor de warmtetransitie zien groeien en er meer regionale samenwerking is. Aan de andere kant geven gemeentes aan last te hebben van onzekerheid over wet- en regelgeving, wisselend beleid, ingewikkelde financieringsstromen en is betaalbaarheid voor bewoners een belangrijk punt van aandacht.

Aan 110 gemeenten werd de vraag voorgelegd ‘Wat worden, naar verwachting, de twee meest voorkomende warmtestrategieën in het warmteprogramma?

©NPLW

Er werd 95 keer gekozen voor individuele warmte via warmtepompen, in 2024 was dat nog 88 keer. “De warmtepomp wordt door veel gemeenten genoemd als belangrijke warmtestrategie. Tegelijkertijd voert een ruime meerderheid hier geen actief beleid op”, schrijft NPLW. Met name door problemen met netcongestie en betaalbaarheid.

Voor de uitrol van warmtepompen vormt netcongestie een knelpunt, voor sommige gemeentes heeft de netbeheerder al afgeraden om in te zetten op all-electric warmtepompen. Daarom zetten gemeenten in op hybride warmtepompen. Overigens geeft bijna 70 procent van de gemeentes aan geen zicht te hebben op het aantal warmtepompen in hun gemeente.

Van hoge naar lage temperatuur warmtenetten

In totaal werd 78 keer gekozen voor warmtenetten, in 2024 was dat 76 keer. Daarbij is wel een duidelijke verschuiving te zien in het type warmtenet. Waar in 2024 meer gemeenten verwachtten een warmtenet met midden- of hoge temperatuur aan te leggen, is dat in 2025 verschoven naar warmtenetten met lage of zeer lage aanlevertemperatuur.

Ondertussen hebben gemeenten wel minder vertrouwen in de realisatie van warmtenetten. Het aandeel gemeenten dat verwacht de komende tien jaar een warmtenet te realiseren of uit te breiden is van 52 procent in 2024 gezakt naar 41 procent in 2025. Gemeenten zien de eindgebruikerskosten, niet afgeronde wetgeving, gemeentelijke financiën en het imago van warmtenetten als grootste obstakels.

Van informatie naar actie

Verder zetten gemeentes ook in op isolatie. Meestal gebeurt dit nog via een individuele aanpak, waarbij de bewoner zelf aan zet is om een betere isolatie van hun woning te regelen. Tegelijkertijd wordt er ook vaak gekozen voor de contingentenaanpak, waarbij specifieke doelgroepen worden benaderd met specifieke isolatiemaatregelen die bij het woningtype passen.  

Hoewel gemeentes aangeven dat bewoners steeds beter worden bereikt, maar dat de stap naar het daadwerkelijk ondernemen van actie nog te vaak niet wordt genomen. Juist de mensen die hulp van de gemeente kunnen gebruiken, nog niet vaak genoeg bereikt worden. Met name 65+ers en VVE’s zijn lastiger te bereiken

Duidelijkheid nodig

Gemeenten geven aan dat extra financiering vanuit het Rijk, een stijging van de gasprijs, lokale initiatieven en meer regionale samenwerking mogelijkheden bieden om voortgang te boeken in de warmtetransitie. De meest genoemde knelpunten zijn onduidelijk en wisselend overheidsbeleid, problemen met financiering en capaciteitstekort bij de gemeente.

“Gemeenten vragen om duidelijke landelijke kaders, een stabiele financiële basis en een landelijke door de Rijksoverheid gevoerde campagne. Zo kan de beweging die nu zichtbaar is verder versnellen en kan de lokale warmtetransitie stevig op stoom komen”, concludeert het NPLW.