Natuurinclusieve trafohuisjes bieden onderdak aan dieren én helpen isolatieopgave

18.12.2025 Evelien Schreurs

Natuurinclusieve trafohuisjes bieden onderdak aan dieren én helpen isolatieopgave
©NPLW

Het isoleren van woningen is hard nodig, maar kan ervoor zorgen dat verblijfplaatsen van dieren worden verstoord. Zo kunnen de isolatieopgave en natuurinclusiviteit elkaar in de weg zitten. Maar door trafohuisjes natuurinclusief te maken, kunnen ze zowel de energietransitie versnellen als de natuur een handje helpen.

“Op het moment dat je gaat isoleren verstoor je mogelijk een vakantieverblijf of winterverblijf waar dieren gebruik van kunnen maken”, vertelt Melissa Oosterbroek, die als projectleider bij het NPLW (Nationaal Plan Lokale Warmtetransitie) werkt aan (natuurinclusieve) isolatie en energiearmoede. “Het is verboden om dieren te verstoren. En op het moment dat je die verblijfplaats weghaalt, verstoor je de dieren.”

In de praktijk gaat dat vaak om vleermuizen die worden verdrongen door spouwmuurisolatie. Maar met buitendakisolatie of het dichten van kieren kunnen verblijfplaatsen van verschillende (beschermde) diersoorten verdwijnen. Daarom moet voorafgaand aan de isolatiemaatregelen ecologisch onderzoek uitgevoerd worden. Een ecoloog kan vaststellen of dieren een locatie (mogelijk) als verblijfplaats gebruiken. Wanneer vleermuizen of andere beschermde diersoorten worden gevonden, moet een alternatief verblijf worden gezocht. Maar dat kost tijd, terwijl er juist vaart moet komen in het isoleren van woningen. 

“De regelgeving is complex en belangen kunnen botsen”, zegt Oosterbroek. Hoe meer we isoleren, hoe meer alternatieve verblijfplaatsen nodig zijn. Zij zag een oplossing in trafohuisjes, want die zullen veel geplaatst worden de komende jaren. Daarom besloot ze een architectenbureau te vragen om een natuurvriendelijk trafohuisje te ontwerpen. “Het leek me handig om in ieder geval een ontwerp te hebben dat gemeentes kunnen gebruiken in gesprek met de netbeheerders.”

Door op voorhand al een ontwerp voor een natuurinclusief trafohuisje klaar te hebben liggen, kunnen deze sneller geplaatst worden en wordt nieuwe ruimte gegeven aan diersoorten die verstoord worden. “Als je veel transformatorhuisjes plaatst, dan verstoor je de openbare ruimte, dus heb je eigenlijk ook kans op verstoring van de beschermde diersoorten. Als je alvast kan aangeven aan de ecoloog dat je het hebt opgelost in het ontwerp van je trafohuisje, dan gaat het vervolgens een stuk sneller met de benodigde vergunningen.”

Op die manier kan ook de isolatieaanpak worden ondersteund, door met het plaatsen van trafohuisjes automatisch ruimte te bieden aan dieren die (mogelijk) verstoord worden door isolatiemaatregelen.

Het huisje

Het natuurinclusieve trafohuisje ziet er op het eerste gezicht hetzelfde uit als de trafohuisjes die we kennen. “Maar je maakt het huisje net even iets luxer”, vertelt Oosterbroek. Richels aan het dak en kiertjes in het beton kunnen schuilplekken bieden aan verschillende diersoorten. En als voor een stenen huisje wordt gekozen helpt het om de spouwmuur en de elektra niet in dezelfde ruimte te hebben.

Bij natuurinclusief denk je misschien aan een huisje vol mos en planten, maar dat is hier niet het geval. Dit zijn aanpassingen die standaard in het productieproces kunnen worden meegenomen en geen onderhoud vragen.

Samenspraak met de buurt

Welk trafohuisje er komt, wordt bepaald door de netbeheerder, in samenspraak met de provincie en de gemeente. Op de locatie van die huisjes heeft een gemeente niet heel veel invloed, er kan meestal slechts een aantal meter geschoven worden. Maar over de manier waarop de trafohuisjes eruitzien valt meer te praten. Er zijn bijvoorbeeld regelmatig voorbeelden van trafohuisjes met beschilderingen.

Als gemeente kan je bijvoorbeeld een paar opties aan de buurt voorleggen. “Als bewoner is het natuurlijk fijner om een transformatorhuisje te zien waar je over hebt meegedacht, dan een transformatorhuisje voor je deur waar je geen zeggenschap over hebt gehad.” De buurt zou dan kunnen kiezen voor een natuurinclusief trafohuisje, als zij bijvoorbeeld extra waarde hechten aan natuur.

Oosterbroek: “Als je het op deze manier integraal aanpakt, kan je de energietransitie versnellen door van tevoren in gesprek te gaan met bewoners, je kan je wijk verfraaien en de cultuur of de wijk meer identiteit geven. En je kan dus een juridisch knelpunt aanpakken door die alternatieve vleermuisverblijven alvast te realiseren.”

Dwergvleermuiskinderen in Almere

“In Almere is er al een voorbeeld van gewone dwergvleermuizen die hun kinderen hebben grootgebracht in een transformatorhuisje. Dat doen ze omdat het daar net even wat warmer is”, vertelt Oosterbroek. “Dus die kans is er, dat het een potentieel kraamverblijf is voor de beschermde soorten. Maar het is nog niet met zekerheid vastgesteld.”

Oosterbroek gaat in gesprek met gemeentes en netbeheerders bekijken op welke manier het haalbaar is om de natuurinclusieve trafohuisjes te plaatsen. Voor gemeentes die al zelf op korte termijn natuurvriendelijke trafohuisjes willen plaatsen, komt snel een kostenraming en programma van eisen beschikbaar.

“Ik vind het ook leuk om te kijken of het direct schaalbaar kan worden uitgerold in Nederland, want dat zou veel werk besparen voor gemeentes”, aldus Oosterbroek. “Dat is ook een volgende stap, om te kijken of de bedrijven die transformatorhuisjes neerzetten daar ook een kans zien.” Oosterbroek verwacht dat belangenverenigingen en netbeheerders in principe open staan voor de natuurinclusieve trafohuisjes, zij hebben tenslotte zelf belang bij het helpen van de natuur en het versnellen van het plaatsen van trafohuisjes.

Ook al bied je een nieuw verblijf aan vleermuizen, betekent dat niet dat ze er automatisch naartoe gaan, zegt Oosterbroek “Je kan wel tegen een vleermuis zeggen waar die moet gaan zitten, maar ze hebben wel hun eigen wil. Het zou mooi zijn als ze daar dan gaan zitten. Daarom is er wel iets meer nodig dan alleen het realiseren van die alternatieve vleermuisverblijven. Maar het is altijd een stukje van de puzzel.”