'Nederland moet structureler over koude in de gebouwde omgeving gaan nadenken'

16.05.2023 Simone Tresoor

©Vattenfall

De afgelopen zomers is het vrij duidelijk geworden: klimaatverandering is echt en we voelen het allemaal. Zwetend in onze bedden in de steeds warmer wordende zomernachten. Gekmakend voor bewoners van huizen waar koelte geen vanzelfsprekendheid is. Het is dan ook niet voor niets dat TKI Urban Energy het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties – in het whitepaper Duurzame warmte én koude voor onze gebouwde omgeving – onlangs opriep om na te denken over de toenemende vraag naar koude in onze gebouwde omgeving.

Veel huishoudens denken aan het plaatsen van een lucht-lucht-warmtepomp, een airco. Zeker met de oplopende gasprijzen is het natuurlijk ook een manier om in de winter mee te verwarmen. En als je al zonnepanelen hebt kun je het elektriciteitsverbruik redelijk ondervangen. Buiten het  elektriciteitsverbruik zijn er nog wat nadelen te bedenken. Bijvoorbeeld dat je een buitenunit, die geluid maakt, op het dak hebt staan. En om nu te zeggen dat de binnenunit een aanvulling is voor je interieur, daarover zijn de meningen verdeeld.

Voor de mazzelaars met warmtepomp én vloerverwarming kun je water van circa 18 graden Celsius gebruiken om te koelen. Als je woning voorzien is van ventilatorconvectoren, kun je ook koelen. Zo kun je je huis wat aangenamer houden, als het buiten boven de 30 graden Celsius  is.

Passieve maatregelen
Het allermooiste is natuurlijk als je de warmte buiten de woning kunt houden. Door bijvoorbeeld een flinke boom voor je warmste raam te zetten en zonwering te gebruiken. En de planners en bouwers van ons land kunnen denken aan meer bomen en struiken in de woonwijk, meer verdamping, groene daken, meer groen aan gebouwen en beperking van zoninstraling, staat te lezen in de factsheet koudetechnieken van TKI Urban Energy.

Maar soms moet het ook heel belerend: door de koppige Nederlander nu eens te leren dat het openzetten van je ramen op een zonnige dag misschien niet zo slim is. Dat het helpt om aan nachtventilatie te doen door als het buiten iets afkoelt een raampje op de benedenverdieping open te zetten én een dakraam. Daardoor ontstaat een natuurlijke trek in huis die de boel iets afkoelt.

Het is belangrijk over de koeltevraag na te denken bij toekomstige (ver)bouwplannen. Hoe bouw je een nieuw appartementencomplex met zo veel mogelijk passieve koeling? In Den Bosch worden 62 appartementen gebouwd waarbij er gebruik wordt gemaakt van passief koelen. Maar ook daar wordt gezegd: het heeft wel even wat tijd nodig om te wennen aan deze nieuwe manier van omgaan met warmte en koelte door de bewoners.

Lees ook: 62 passief gekoelde appartementen in Den Bosch

Koelen met een warmtenet
En hoe zit dat dan met warmtenetten? Wat op zijn minst een gemiste kans te noemen is, is dat veel warmtenetten die momenteel worden aangelegd geen mogelijkheid tot koelen bieden. Het probleem is dat deze netten er voor minstens vijftig jaar liggen. Vijftig jaar waarin het zeker niet koeler wordt in de zomer. Maar alvast neerleggen van deze koelleidingen kost extra geld, en de businesscase van warmtenetten is zonder al moeilijk rond te rekenen. Maar regeren is vooruit zien en de kost gaat in dit geval zeker voor de baat uit.

“Het wordt steeds duidelijker dat we in Nederland structureel moeten nadenken over koude voor de gebouwde omgeving. Er is een palet aan mogelijkheden om de behoefte aan koude passief en actief in te vullen. Want toekomstbestendige gebouwen zijn zowel in de winter als zomer comfortabel voor hun gebruikers", stelt Robert Jan van Egmond, programmamanager bij TKI Urban Energy.

"Samen met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onderzoeken we hoe de energietransitie en klimaatadaptie voor de gebouwde omgeving zoveel mogelijk in samenhang kunnen worden opgepakt. De, in opdracht van de Provincie Zuid-Holland, ontwikkelde aanzet voor een afwegingskader kan hiervoor een belangrijk instrument zijn – een instrument dat alle partners in de bouwketen kan helpen om betere en meer integrale keuzes te maken.”