Meer dan helft van Nederlandse gebouwen kan verwarmd worden met aquathermie
27.10.2025 Gijs de Koning

Meer dan de helft van de Nederlandse woningen en utiliteitsgebouwen kan worden verwarmd met aquathermie, schrijft Stichting Warmtenetwerk. De techniek is bewezen, maar organisatorische hindernissen remmen de opschaling
“Zo’n 55 procent van de warmtevraag kunnen we uit water halen” , zegt Simon Bos van adviesbureau Syntraal. Het bureau beheert in opdracht van de Unie van Waterschappen de landelijke Aquathermie Viewer. Volgens hem is aquathermie bovendien een betrouwbare warmtebron: “Zolang de zon schijnt, wordt het oppervlaktewater verwarmd, en met meer inwoners en hogere temperaturen stijgt ook de hoeveelheid afvalwater.”
Aquathermie bestaat in drie vormen: thermische energie uit afvalwater ofwel riothermie (TEA), oppervlaktewater (TEO) en drinkwater (TED). De lage temperatuur van deze bronnen wordt met warmtepompen opgewaardeerd naar bruikbare warmte. “Met de huidige warmtepompen kun je eenvoudig 70 graden halen, maar voor vloerverwarming is 40 tot 55 graden vaak al voldoende”, aldus Bos.
De grootste uitdaging ligt volgens Bos niet in de techniek, maar in de organisatie. “Warmtenetten worden in Nederland te veel vanuit een businesscase benaderd, terwijl infrastructuur als riolering en elektriciteitsnetten met publieke middelen worden onderhouden. Dat verklaart deels waarom de warmtetransitie zo traag verloopt.”
Bos ziet de belangstelling voor aquathermie bij gemeenten toenemen. Zo wordt in Buikslotermeer een riothermieproject gerealiseerd waarbij zes appartementencomplexen worden verwarmd. “Het is bewezen technologie”, zegt hij. “In Duitsland en Oostenrijk doen ze dit al dertig jaar. Ook in Nederland gaan we die kant op – vooral met kleinschalige, lokale netten.”























