Aan superlatieven en relativeringen geen gebrek deze dagen. U weet wel waarom… toch voeg ik er nog wat aan toe bij het duiden van de warmtepompenmarkt van het afgelopen jaar.

‘Bergachtig’ schiet mij als eerste te binnen. In oktober 2023 ging het bergafwaarts na jarenlange groei en ondanks verdere-groei-eisende beleidsdoelen. Oorzaak was een combinatie van het wegwerken van de corona- en energiecrisis-backlog, een stabielere en relatief lage gasprijs, beginnende zorgen over netcongestie en de toen aanstaande parlementsverkiezingen. Na precies een jaar gingen we in oktober 2024 weer klimmen. Met zo’n 110.000 warmtepompen voor woningen in heel 2024 zit Nederland echter nog ruim onder de top van 150.000 van vorig jaar.  

Zoomen we in op deze bergen en dalen, zien we interessante dynamiek. Nieuwbouw is uiteraard all-electric dus aantallen zijn stabiel. De krimp sinds eind 2023 kwam dus geheel in de bestaande woningbouw terecht: een halvering van de renovatiemarkt in 2024. Óf was 2023 misschien juist een uitzonderlijke tussensprint de berg op? Het Warmtepomp trendrapport concludeerde in november jl. het laatste. Tenminste, bij blijvend ‘Schoof’-beleid van ambitieuze doelen doch met te weinig middelen. Opvallend was daarom de demarrage van kleine lucht-water warmtepompen, zowel hybride als all-electric, in het recente kwartaal. Deze werd ongetwijfeld veroorzaakt door de voor januari 2025 aangekondigde ISDE-subsidieverlaging voor deze categorie. Verwacht wordt dat deze kopgroep weer snel achterop zal worden gereden door het peloton. Alléén ga je weliswaar harder maar samen kom je wel verder… Maar zal het ver genoeg zijn?

We zien dat de markt nog steeds wordt gemaakt door beleid. Hamvraag is dus of het kabinet in het voorjaar, zoals gevraagd in de KEV van oktober jl.,  aanvullend beleid mét de benodigde middelen zal maken om de 2030 doelen weer binnen bereik te brengen. Gezien de veelheid aan beleidsterreinen met hetzelfde probleem is de branche er nog niet gerust op. Maar wél klaar voor!