Progressieve energiebelasting kan ook steun voor warmtepompen betekenen
02.07.2024 Jan de Wit
Dat het aankomende kabinet de hybride warmtepompnorm wil schrappen en de belasting op aardgas wil verlagen zorgt voor een minder gunstige businesscase voor warmtepompen. Volgens recent verschenen onderzoek van onderzoeksbureau Kalavasta, in opdracht van Milieudefensie, kan een progressieve energiebelasting voor huishoudens hier verandering in brengen. Ook zou dit voor 90 procent van de huishoudens een lagere energierekening betekenen, terwijl de CO2-uitstoot daalt en de belastinginkomsten gelijk blijven. “Het nieuwe kabinet wil lagere inkomens helpen en dit is een concrete maatregel die leidt tot rechtvaardig klimaatbeleid”, stelt Donald Pols, directeur van Milieudefensie.
In het hoofdlijnenakkoord kondigen PVV, VVD, NSC en BBB verschillende veranderingen aan in het Nederlandse energie- en klimaatbeleid. Zo worden onder andere de salderingsregeling en de hybride warmtepompnorm afgeschaft en onderdelen van de energiebelasting aangepast. Uit een eerste reflectie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) bleek dat dit er waarschijnlijk voor zal zorgen dat de doelstelling van 55 procent CO2-reductie in 2030 niet zal worden gehaald.
Uit onderzoek van Kalavasta blijkt nu dat het invoeren van een progressieve energiebelasting voor huishoudens ervoor kan zorgen dat de CO2-uitstoot met 5,4 megaton kan worden verlaagd in 2030. Tegelijk gaat 90 procent van de huishoudens minder voor zijn energie betalen en blijven de belastinginkomsten voor de overheid gelijk.
Het voorstel van Milieudefensie, dat Kalavasta heeft onderzocht, houdt in dat de eerste 500 kubieke meter gas en 1.500 kilowattuur elektriciteit die huishoudens gebruiken onbelast blijft. Daarna lopen de tarieven relatief snel op. Volgens Kalavasta profiteren de 20 procent laagste inkomens het meeste doordat zij gemiddeld 200 euro minder per jaar hoeven te betalen voor hun energie. De 10 procent hoogste inkomens zouden gemiddeld zo’n 400 euro extra per jaar gaan betalen.
“Met deze nieuwe energiebelasting komt het behalen van de klimaatdoelen dichterbij én gaat de energierekening voor bijna alle huishoudens omlaag. De nieuwe minister van Klimaat en Groene Groei kan een grote slag slaan en een CO2-uitstoot voorkomen die gelijk staat aan de uitstoot van 277.000 huishoudens”, aldus Donald Pols, directeur van Milieudefensie.
"Het nieuwe kabinet heeft aangegeven het Europese doel van 55 procent CO2-reductie in 2030 te respecteren, maar met het voorgenomen beleid raakt dat verder uit zicht. Daarom pleit Milieudefensie voor een progressieve energiebelasting." Volgens Milieudefensie kan de progressieve energiebelasting per 1 januari 2025 al ingevoerd worden.
Toekomstige groei zonne-energie wordt geremd door wegvallen normering
Voor het onderzoek heeft Kalavasta gebruik gemaakt van het zogeheten Beleid Transitie Model (BTM). Dit model is op verzoek van Milieudefensie door het onderzoeksbureau ontwikkeld en geeft inzicht in de financiële consequenties van vastgestelde, voorgenomen, geagendeerde en aanvullende klimaat- en energiebeleidsmaatregelen voor verschillende inkomensgroepen in Nederland. Hiermee kan een rechtvaardige energietransitie enigszins worden gekwantificeerd.
Het basisbeleid dat het model gebruikt zijn de klimaat- en energiebeleidsmaatregelen uit de Voorjaarsnota. In het hoofdlijnenakkoord worden de voorgenomen en aanvullende maatregelen immers ook als wijzigingen ten opzichte van de Voorjaarsnota gepresenteerd. De effecten hiervan zijn doorgerekend richting 2030. Dan zou Nederland uit moeten komen op 55 procent CO2-reductie.
Het afschaffen van de salderingsregeling kon Kalavasta niet meenemen in de berekening. Maar de afschaffing van de hybride warmtepompnorm zal leiden tot een hogere energievraag en minder CO2-reductie. Warmtepompen gaan immers efficiënter om met energie en draaien (deels) op stroom, idealiter op de zelfopgewekt zonnestroom.
Nu zoveel Nederlandse huishoudens al zonnepanelen hebben, neemt de druk van huishoudens op het lokale elektriciteitsnet toe. Wanneer een warmtepomp slim wordt aangestuurd kan deze de zelfopgewekte zonne-energie juist gebruiken om het net ook te ontlasten, dat blijkt uit het rapport In twee stappen naar flexibel aanstuurbare warmtepompen van de Open Flexibility Alliance.
Minder warmtepompen betekent ook een grotere netto energievraag
Het wegvallen van de hybride warmtepompnorm heeft meerdere implicaties. Ten eerste zullen er meer cv-ketels worden verkocht en minder warmtepompen – volgens Dutch New Energy Research zullen er alleen al zonder normering jaarlijks zo’n 100.000 warmtepompen minder worden verkocht. Een verlaging van de gasbelasting kan ervoor zorgen dat nog meer huishoudens een kapotte cv-ketel zullen vervangen met een nieuwe cv-ketel.
Ten tweede zorgen extra cv-ketels tot hun einde levensduur over zo’n vijftien jaar weer voor extra CO2-uitstoot, waardoor de energie- en klimaatdoelstellingen voor de gebouwde omgeving nog verder buiten bereik raken. Ten derde betekenen meer cv-ketels minder slim aanstuurbare warmtebronnen.
Kalavasta verwacht dat het vooral de huishoudens met lage inkomens zullen zijn die een kapotte cv-ketel eerder met een nieuwe cv-ketel zullen vervangen. Huishoudens met hoge inkomens bezitten vaak grotere huizen met een groter energieverbruik, waardoor de terugverdientijd korter wordt. Ook zijn lage inkomens oververtegenwoordigd in de (sociale) huursector, waar de overstap naar de warmtepomp om verschillende redenen al lager lag.
Doordat er minder huishoudens overstappen naar een warmtepomp daalt de stroomvraag naar verwachting met 2,2 terawattuur en stijgt de gasvraag met 700 miljoen kubieke meter richting 2030. Doordat warmtepompen efficiënter zijn dan cv-ketels neemt de netto energievraag toe met 4,7 terawattuur en stijgt de totale uitstoot met 1,4 megaton CO2.
Het komende kabinet doet er volgens Kalavasta dan ook “goed aan om de afschaffing van de efficiencynorm en verlaging van de gasbelasting te heroverwegen en zou het plannen moeten maken om het gat met de emissiereductiedoelstellingen te dichten”. Een progressieve energiebelasting zou kunnen resulteren in een meer rechtvaardige verdeling van de belastingdruk, meer CO2-reductie en gelijkblijvende belastinginkomsten.