In grote delen van Amsterdam-West en -Noord is de maximale capaciteit van het stroomnet bereikt. Het gaat onder meer om de Houthavens, het Centraal Station, en de hele westelijke helft van stadsdeel Noord.

Voor de twee nieuwe knelpunten in Amsterdam moeten nieuwe elektriciteitsstations in de stad worden gebouwd en bestaande stations worden uitgebreid. Dit duurt naar verwachting vier tot zes jaar. Het bereiken van de maximale capaciteit betekent dat Liander nieuwe grootverbruikers van elektriciteit die zich hier willen vestigen nu geen capaciteit kan leveren. Ook grootverbruikers zoals supermarkten, grootschalige horeca, kantoren en fabrieken die hier al gevestigd zijn, kunnen vanaf nu niet meer stroom afnemen dan dat ze momenteel doen. 

Volgens Liander heeft de congestie geen impact op geplande woningbouw, hiermee wordt rekening gehouden. Toch maakt de gemeente Amsterdam zich zorgen dat de bouw van nieuwe stadswijken in gevaar komt als er wel woningen gebouwd kunnen worden, maar geen nieuwe scholen, winkels of zorginstellingen, wordt zo'n nieuwe wijk immers alles behalve leefbaar. Amsterdam stuurt dan ook vandaag een brandbrief naar Den Haag waarin de gemeente waarschuwt dat de bouw van 25.000 woningen in Noord mogelijk in gevaar komt. 

Congestiemanagement
Steeds meer plekken in Nederland hebben te kampen met schaarste op het net. Dit heeft te maken met de groei van de economie en het aantal huizen, het groeiende aantal zonnepaneel, maar ook met de overschakeling van verwarmen op gas naar verwarmen op elektriciteit. 

Naast uitbreiding van het elektriciteitsnet zijn er ook andere oplossingen zijn die meer capaciteit creëren, zoals congestiemanagement. Congestiemanagement is het afstemmen van vraag en aanbod van elektriciteit door grootverbruikers rond een knelpunt. Ook het centraal aansturen van warmtepompen, zodat niet alle warmtepompen in een wijk tegelijkertijd stroom vragen, valt onder dergelijk congestiemanagement.