Waarom zijn er op Vlieland meer warmtepompen dan op Terschelling?
02.01.2025 Evelien Schreurs
In het Nationaal Warmtepomp Trendrapport was een opvallend verschil te zien: de warmtepompgraad is op Vlieland een stuk hoger dan op Terschelling. Hoe is dit verschil te verklaren?
Op Vlieland wordt 10,7 procent van de woningen verwarmd met een all-electric warmtepomp en 0 procent met hybride warmtepompen. Op Terschelling is dat 1,1 procent all-electric en 0,1 procent hybride. In totaal is 1,1 procent van de woningen op Terschelling gasloos verwarmd, tegenover 17,1 procent op Vlieland.
Met deze cijfers vallen Terschelling en Vlieland op in vergelijking met de andere Waddeneilanden. Vlieland heeft in verhouding veel all-electric warmtepompen en een relatief hoog percentage gasloze woningen, terwijl dat bij Terschelling juist minder is dan op de andere eilanden.
Terschelling
In de Transitievisie Warmte van de gemeente Terschelling staat dat de meeste gebouwen tot 2030 nog gebruik zullen maken van aardgas. De gemeente schrijft dat zij in de warmtetransitie de nadruk leggen op isolatie en energiebesparing. Zij volgen het doel van 25 procent CO2-besparing in 2030 ten opzichte van 2019.
Momenteel is er dus nog geen warmtenet op het Waddeneiland. Mogelijk komt dat er wel in de toekomst, volgens de Transitievisie Warmte van Terschelling. Dat zou in de eerste instantie gaan om een warmtenet voor grootverbruikers en niet direct voor huishoudens.
In de transitievisie warmte stelde Terschelling nog het doel om ten minste één warmtenet te realiseren, maar tot op heden is dat nog niet het geval.
Vlieland
Ook Vlieland moet in 2030 25 procent minder CO2 uitstoten dan in 2019. In de Transitievisie Warmte van de gemeente schrijft Vlieland dat ze uiteindelijk inzetten op lagetemperatuur-warmteafgiftesystemen, waardoor eerst de isolatie en ventilatie van gebouwen op orde moeten zijn.
Op Vlieland zijn twee wijken aangesloten op een warmtenet, dat gaat om Boswijk en Duinwijk. Daarmee wordt 6,4 procent van de woningen op Vlieland van warmte voorzien, blijkt uit data van CBS.
In de wijk Duijnwijck is er sinds 2022 een warmtenet met zonnewarmte als warmtebron. Zonnecollectoren op het dak van een groepsaccomodatie verwarmen water, dat vervolgens wordt opgeslagen in een ondergrondse buffer en zo warmte kan leveren aan 39 woningen. Dit project is onderdeel van de ‘proeftuin aardgasvrij wijken.
In de wijk Boswijk gaat het om een warmtenet dat warmte krijgt van een warmtepompsysteem. Dit warmtenet voorziet een zorgvilla, een welzijnsgebouw en 36 zelfstandige woningen van warmte en koeling.
Nieuwbouw
Op het gebied van (duurzame) warmte zijn dus duidelijke verschillen te zien tussen Terschelling en Vlieland. Volgens Jan den Ouden, van Energie Coöperatie Vlieland is de nieuwbouw op Vlieland een belangrijke oorzaak van het verschil in warmtepompgraad en aandeel huizen dat door een warmtenet verwarmd wordt.
“Wij hebben natuurlijk niet zoveel huishoudens op het eiland. En de afgelopen acht jaar hebben we veel nieuwbouw gehad, die hebben warmtenet of warmtepomp.” Vertelt Jan Den Ouden, van Energie Coöperatie Vlieland. Daarmee zou volgens hem al tien procent van de woningen van het gas af zijn.
Vlieland is met 756 huishoudens inderdaad beduidend kleiner dan Terschelling, dat 2.645 huishoudens telt. En met een relatief groot aandeel nieuwbouw in de afgelopen jaren, huizen die sowieso van het gas af zijn, schiet het percentage woningen dat wordt verwarmd met (all-electric) warmtepomp of warmtenet snel omhoog.
Den Ouden verwacht niet dat er op korte termijn nog grote warmteprojecten bij zullen komen op Vlieland. Concrete plannen zijn er nog niet, dus dat zal waarschijnlijk nog zo’n vijf tot tien jaar duren. Maar mensen kunnen er natuurlijk altijd zelf voor kiezen om een warmtepomp te nemen.
Verduurzamen Waddeneilanden
Zowel op Terschelling als op Vlieland zijn geen noemenswaardige bronnen voor restwarmte beschikbaar, volgens de Transitievisies Warmte van de gemeenten. Het zou misschien wel mogelijk zijn om op kleinere schaal warmte uit te wisselen, bijvoorbeeld met hotels, campings of kleine groepen woningen.
Verder zouden de Waddeneilanden relatief veel potentie hebben om aquathermie en zonthermie te gebruiken als warmtebron, voor bijvoorbeeld een warmtenet. Warmte uit de Waddenzee zou volgens onderzoek technisch en financieel haalbaar zijn, en door een relatief hoog aantal zonuren heeft ook zonthermie veel potentie op de eilanden.
Wat tenslotte nog speelt in de energietransitie op de Waddeneilanden, is dat de eilanden met de zogenoemde wadkabel worden voorzien van stroom. Met een toenemende elektriciteitsvraag is eventueel een tweede wadkabel nodig, maar die is nog niet altijd in berekeningen meegenomen. Of een tweede wadkabel nodig is, hangt er ook van af of de eilanden zullen inzetten op warmtenetten of individuele warmtepompen.
“De mogelijkheid bestaat dat de grenzen van de capaciteit van deze kabel in zicht komen. De kans is groot dat de back-up voorziening van deze kabel onvoldoende is”, aldus de Transitievisie Warmte van Vlieland.