Warmtepomp worstelt met Nederlandse bouwregels, is de kritiek terecht?

23.02.2023 Brendan Hadden & Simone Tresoor

Warmtepomp worstelt met Nederlandse bouwregels, is de kritiek terecht?

Cobouw plaatste deze week een artikel waarin werd gesteld dat warmtepompen materiaal-technisch veel slechter zou zijn voor het milieu dan eerder werd aangenomen. Uit onderzoek bleek de score dusdanig slecht dat nieuwe woningen en kantoren nauwelijks nog aan de regels voor duurzaam bouwen voldoen. Maar hoe zit het nu echt? In het artikel van Cobouw is niet meegenomen dat de energieprestatie van een warmtepomp uitstekend is en de integrale prestatie over de gehele levensduur en na up- of recycling ook zeer goed is.

Het bracht een pittige discussie op gang, want twee verschillende normen, materiaal versus energie, clashen. Koren op de molen van de klimaatontkenners en irritatie bij kamp energietransitie.

Atse van Pelt, projectleider energie van Natuur & Milieu, reageerde op Twitter vervolgens op de kop van de NOS, waar Hiemstra werkzaam is, die een vergelijkbare strekking toonde als de kop van Cobouw. Van Pelt: "Wat een misleidende kop zeg. Als voorheen koudemiddelen en elektra niet meegenomen werden. Gaat overigens alleen over de productiefase en - niet - het gebruik. Over de gehele levensduur is het nog steeds vele malen beter dan een cv-ketel."

Later werd de kop van de NOS dan ook aangepast van Warmtepomp schadelijker voor milieu dan gedacht naar Materialen in warmtepomp schadelijker voor milieu dan gedacht.

Uit onderzoek van de Stichting Nationale Milieudatabase bleek dat de onderzoeksresultaten laten zien dat de warmtepompdata die worden gebruikt bij het maken van de verplichte Milieuprestatieberekeningen voor gebouwen (Mpg) tot elf keer slechter zijn voor het milieu dan eerder werd aangenomen.

Hoe komt het dat de data dit beeld laten zien?
Jan-Willem Groot, directeur van de Stichting Nationale Milieudatabase, verantwoordelijk voor de milieudata en de Mpg: “De milieudata die we hadden over warmtepompen blijken achterhaald. De productkaarten zijn gebaseerd op summiere informatie. Bepaalde onderdelen, zoals bijvoorbeeld elektronica en het koudemiddel, waren nog niet in de milieudata meegenomen.” Dit zou komen doordat de warmtepomp vijf jaar geleden nog niet veel werd geplaatst. Hierdoor bleven data over installaties achter bij data over constructies en bouwkundige elementen.

Dit heeft tot gevolg dat een warmtepomp veel zwaarder drukt op de totale milieuprestaties van een huis of kantoor en dat de grens van 0,8 voor woonhuizen en 1,0 voor kantoren dan meestal niet gehaald wordt. Dit zou een aanzienlijke vertraging voor het Nederlands bouwplan kunnen betekenen. En dan ligt er nog een plan van Hugo de Jonge, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, om deze eis in 2025 terug te schroeven naar 0,5, wat bouwen met een warmtepomp nog lastiger maakt.

Volgens Daan Jansen, hoofdonderzoeker bij Dutch New Energy Research, bevestigt dit het belang van zorgvuldig materiaalgebruik. "Nu blijkt dat de milieubelasting van de materialen hoger zijn dan verwacht, wordt het nog belangrijker om zorgvuldig om te gaan met die materialen. Dat betekent dat er nog meer milieuwinst te behalen valt met minder materiaalgebruik en het circulair maken van warmtepompen. Het is van belang dat het inzichtelijk wordt welke materialen het meest bijdragen aan milieubelasting, en deze eerst aan te pakken."

Lees ook: Hoe kan de warmtepomp nog worden verbeterd?

Tijdelijke verrekenfactor
Om bouwplanvertraging te voorkomen is een tijdelijke ‘verrekenfactor voor nieuwe installaties' van kracht. De bouwwereld is even uit de brand, want zij hoeft nu nog geen nieuwe berekeningen aan te leveren. Er is het tweede kwartaal van dit jaar pas een voorstel met een definitieve oplossing te verwachten zodat er tijd is de verouderde data te actualiseren. Maar hier is kritiek op. Het wordt zelfs een juridisch onhoudbaar geitenpaadje genoemd.

Zo vraagt Mantijn van Leeuwen van het NIBE, tevens lid van de Technisch Inhoudelijke Commissie die het bestuur van de Stichting Nationale Milieudatabase adviseert en niet te verwarren met de warmtepompfabrikant, zich af of het toepassen van warmtepompen in nieuwe woningen nog verstandig is als de installatie zo’n groot deel van de milieuprestatieberekening inneemt.

Ook is hij kritisch over de tijdelijke oplossing. “Het merendeel in de commissie was voor de verrekenfactor voor nieuwe installaties en wil geen blokkade opwerpen voor de warmtepomp. Ik kijk daar anders tegenaan. Op persoonlijke titel wil ik dat best zeggen. Dit is een juridisch geitenpaadje en het zet de deur open voor nog meer gerommel, terwijl we met zijn allen juist de milieulasten van gebouwen nauwkeurig willen bepalen.”

Jansen twijfelt aan de haalbaarheid van het rekenen met de nieuwe data. "Als dat betekent dat hierdoor op de lange termijn veel minder nieuwbouw gerealiseerd wordt, verwacht ik dat het niet realistisch is."

Tegelijkertijd staat hij open voor het idee dat er aanpassingen nodig zijn. "Uiteindelijk gaat het hier echter om een politieke keuze tussen materiaalgebruik, energiegebruik, en de realisatie van nieuwbouw. Wanneer onderliggende data en aannames veranderen, kan het nodig zijn om methodiek of doelen ook aan te passen om het gewenste effect te behalen."

'We moeten ook kijken naar andere manieren van bouwen of andere verwarmingsopties'
Een van Van Leeuwens argumenten is dat alleen de warmtepompen voordeel hebben bij de verrekenfactor als oplossing. “We zouden ook moeten kijken naar andere manieren van bouwen zoals installatiearm of met andere verwarmingsopties zoals bijvoorbeeld infrarood. Ook moet er gekeken worden naar een verlenging van de levensduur van de warmtepomp en het circulair maken”, beweert Van Leeuwen.

Groot benadrukt dat een warmtepomp nog altijd een goede keuze is. “Het gaat hier over de materiaalprestatie van de warmtepomp. Niet over de energieprestatie. Als we naar de materiaalprestatie en de energieprestatie kijken is het toepassen van een warmtepomp nog steeds een heel goede keuze voor het milieu en de economie.”

Integrale prestatie onbetwist goed
Frank Agterberg, voorzitter van de Vereniging Warmtepompen, is ook verrast en niet betrokken geweest bij de besluitvorming en de onderzoeken. “Wij kunnen ons vinden in een tijdelijke regeling om de maatschappelijk gewenste verdere opschaling van duurzame verwarming en koeling niet te hinderen, maar maken ons wel zorgen over de korte duur daarvan.”

Hij onderschrijft de mening van Groot dat warmtepompen misschien matig scoren op materiaaltechnisch gebied, maar wel een uitstekende energieprestatie hebben. “De milieuprestatie is slechts een deel van de overall prestatie van een warmtepomp. De energieprestatie van een warmtepomp als duurzame verwarming (en koeling) van een gebouw is uitstekend en de integrale prestatie van een warmtepomp over de gehele levensduur en na up- of recycling van het apparaat is onbetwist goed.”

Vereniging Warmtepompen is van mening dat een integrale prestatiebepaling in Nederland nodig is, waarin ook gekeken wordt naar de toepassing. Daarbij dienen de besparingen bij gebruik van deze duurzame techniek worden meegenomen, evenals de totale levensduur, de aard en hoeveelheid van het koudemiddel, en het end-of-life hergebruik en/, of recycling van koudemiddel, materialen en onderdelen. Ons is vooralsnog onbekend of deze zaken goed in de herberekening van de NMD zitten. Bovendien is ook het innovatie-tempo in warmtepompen hoog zoals in de configuratie (binnen- en/, of buitendelen) en de keuze van koudemiddelen.

"Momenteel zijn wij bezig met een inventarisatie onder onze leden van beschikbare gegevens en/of (categorie 1) productkaarten. Wij zullen ons, samen met onze ketenpartners in de installatie- en de bouwsector, sterk maken voor een correcte en integrale prestatiebepaling en uiteindelijk voor totale circulariteit", aldus Agterberg.

'Geen enkele reden om te twijfelen over de toepassing van warmtepompen'
Ook Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland, kwam met een reactie. Hij benadrukt dat er geen enkele reden is om te twijfelen over de toepassing van warmtepompen. “De milieuscore geeft een onvolledig beeld. We moeten óók rekening houden met de energieprestatie van de warmtepomp over de gehele levensduur. Doe je dat, dan is en blijft de warmtepomp onomstreden.”

“Dankzij de warmtepomp verbruiken nieuwbouwwoningen helemaal geen aardgas meer en daalt de CO2-uitstoot met de helft. Daarmee leveren warmtepompen een onmisbare bijdrage aan het behalen van de klimaatdoelstellingen.”

Techniek Nederland vindt dat er een integrale milieu- en energieprestatienorm moet komen voor de gehele technische levensduur van apparaten en materialen. Op basis van zo’n norm is er volstrekt geen twijfel over de toepassing van warmtepompen zegt de ondernemersvereniging.

Daarnaast zegt Techniek Nederland de komende tijd samen met de warmtepompfabrikanten de inspanningen te intensiveren bij het maken van grote stappen in circulariteit, hergebruik, innovaties en opleiden van installateurs. Ook passen steeds meer fabrikanten inmiddels natuurlijke koudemiddelen toe.

Oplossing voor het ene vraagstuk een probleem voor het andere
De reacties van Agterberg en Terpstra benadrukken dat je de toepasbaarheid van warmtepompen niet van één factor kan laten afhangen. Een groot deel van de kritiek vanuit de warmtepompsector was gericht op de versimpelde weergave van het nieuws in landelijke media, waar materiaalprestatie gelijk werd gesteld aan milieuprestatie.

Toch betekent dat niet dat die ene factor (materiaalprestatie) irrelevant is. Jansen benadrukt nogmaals dat er op dit vlak veel te winnen valt: "Er is veel aandacht, vooral als het gaat om koudemiddelen. Toch is het gewenste resultaat nog niet bereikt. Nu de sector zal gaan schalen wordt het nog belangrijker om op materiaalgebruik en circulariteit in te zetten. Tegelijkertijd maakt opschaling het praktischer om dit op een kostenefficiente manier te doen."

Volgens Jansen is het goed om te onthouden dat het mogelijk is dat warmtepompen tegelijkertijd het antwoord op één vraag (energieprestatie) zijn en het probleem bij een ander (milieuprestatie):

"Deze issue legt nogeens bloot dat we te maken hebben met meerdere maatschappelijkse vraagstukken die van inlvoed zijn op elkaar. Vaak vormt een oplossing voor het ene vraagstuk een probleem voor het andere. Denk bijvoorbeeld aan hernieuwbaar energiesysteem versus materiaalgebruik, of bouwen versus stikstofreductie. Door goed inzichtelijk te krijgen hoe elke maatregel (in dit geval de warmtepomp) bijdraagt aan deze vraagstukken kunnen we betere afwegingen maken, in plaats van alleen maar kijken vanuit één vraagstuk."