Warmtepompen vergroten de Europese stroomvraag met 19 terawattuur

26.01.2024 Jan de Wit

Warmtepompen vergroten de Europese stroomvraag met 19 terawattuur
©Nefit Bosch

In Electricity 2023 noemde het Internationaal Energieagentschap (IEA) warmtepompen alleen nog als een factor die de elektriciteitsvraag in de toekomst gaat verhogen. Uit Electricity 2024 blijkt al dat warmtepompen de Europese stroomvraag tot 2026 met 19 terawattuur zullen verhogen. Het past in de trend van een wereldwijde stroomvraag die in toenemende mate aan het groeien is. Tot 2026 zal de wereldwijde elektriciteitsvraag groeien met 3,4 procent per jaar. Om het aanbod mee te kunnen laten groeien neemt het belang toe van energie-efficiënte technieken zoals de warmtepomp.

Wereldwijd groeide de elektriciteitsvraag met 2,2 procent in 2023, met name dankzij China, India en verschillende landen in Zuidoost-Azië. Het elektriciteitsverbruik van wat het IEA geavanceerde economieën noemt, nam juist af in 2023 door een matig draaiende economie en hoge inflatie, waardoor de industriële productie daalde.

Tussen 2024 en 2026 wordt een jaarlijkse vraagstijging van 3,4 procent verwacht, waarvan 85 procent van buiten deze geavanceerde economieën zal komen. Het toenemende elektriciteitsverbruik komt vooral door de elektrificatie van de woning- en transportsector en een sterke uitbreiding van de datacentersector.

Het elektriciteitsverbruik van datacentra, kunstmatige intelligentie en de cryptocurrency-sector zou tegen 2026 kunnen verdubbelen. Vooral datacentra zullen wereldwijd een enorme extra hoeveelheid elektriciteit gaan vragen. Het IEA verwacht dat de 460 terawattuur die datacentra in 2022 gebruikten op kan lopen tot meer dan 1.000 terawattuur in 2026, ongeveer gelijk aan het elektriciteitsverbruik van Japan. Om dit niet uit de hand te laten lopen pleit het IEA voor aangescherpte wet- en regelgeving en technologische verbeteringen, met name op het gebied van energie-efficiëntie.

Hoewel het aandeel elektriciteit in de energiemix is toegenomen van 18 procent in 2015 naar 20 procent in 2023, is dat bij lange na niet snel genoeg. In het Net Zero Emissions by 2050-scenario van het IEA zou het aandeel elektriciteit in 2030 al bijna 30 procent moeten zijn.

Hoewel elektrificatie cruciaal is voor de energietransitie is het daarom belangrijk dat dit redelijk gelijk loopt met een groeiende opwek van hernieuwbare energie en in combinatie met meer energie-efficiëntie komt. Anders zal de vraag naar hernieuwbare én fossiele energie stijgen en, of tot veel meer prijsvolatiliteit leiden.

Aanbod van hernieuwbare elektriciteit stijgt snel, van hernieuwbare warmte niet
Dat het elektriciteitsaanbod ook de komende drie jaar de vraag kan bijhouden is hoofdzakelijk te danken aan de snelle groei van hernieuwbare energie. In 2023 was iets minder dan 40 procent van de stroom hernieuwbaar opgewekt. Het IEA verwacht dat dit in 2026 al bijna de helft zal zijn.

De ontwikkeling van hernieuwbare warmte gaat echter minder snel. Tussen 2017 en 2022 is het jaarlijkse warmteverbruik wereldwijd met 6 procent gestegen en de groei van hernieuwbare energie heeft hiervan slechts de helft gedekt. Het grootste gedeelte bestond uit bio-energie in de industrie en hernieuwbare elektriciteit in gebouwen. Het aandeel hernieuwbaar in het mondiale warmteverbruik is in 2022 slechts met 2 procentpunten is gestegen tot 13 procent.

Hoewel het verbruik van hernieuwbare warmte tot 2028 met 40 procent zal stijgen, zal het jaarlijkse warmteverbruik volgens het IEA ook verder stijgen, de groei van hernieuwbare energie zal 70 procent daarvan dekken. Zonder meer energie-efficiëntie en de bijbehorende energiebesparingen zal de warmtevraag tegen 2028 voor 5 procent meer gebruik van fossiele brandstoffen zorgen, met 0,6 gigaton extra CO2-uitstoot per jaar.

Het IEA verwacht dat 17 procent van de warmtevraag met hernieuwbare warmte kan worden gedekt tegen 2028. Hoewel het hernieuwbare aandeel zal blijven groeien in de komende jaren is dit volgens het IEA “nog steeds grotendeels onvoldoende” om aan de ambities van het Akkoord van Parijs te voldoen. Hiervoor moet het mondiale hernieuwbare warmteverbruik 2,2 keer sneller stijgen en moet de mondiale warmtevraag tot 2028 met meer dan 2 procent verminderen.

Het aandeel fossiel in de wereldwijde energiemix zal dalen van 61 procent in 2023 naar 54 procent in 2026. Hierdoor zal de wereldwijde CO2-uitstoot door elektriciteitsopwekking naar verwachting in 2024 met ruim 2 procent dalen, na in 2023 met 1 procent te zijn gestegen. Ook in 2025 en 2026 zal deze uitstoot verder dalen.

©IEA


“De energiesector produceert momenteel meer CO2-uitstoot dan welke andere sector dan ook in de wereldeconomie. Het is bemoedigend dat de snelle groei van hernieuwbare energiebronnen en een gestage uitbreiding van kernenergie samen op koers liggen om alle toename van de mondiale vraag naar elektriciteit in de komende drie jaar te kunnen opvangen”, aldus IEA-directeur Fatih Birol.

Hoge Europese energieprijzen verlagen stroomvraag én concurrentievermogen
De Europese stroomvraag daalde voor het tweede jaar op rij. In 2023 daalde deze met 3,2 procent na een daling van 3,1 procent in 2022, hoofdzakelijk doordat de industrie 6 procent minder elektriciteit nodig had vanwege teruggeschroefde productie. Hierbij moet de kanttekening worden gemaakt dat het tempo waarin de energie-efficiëntie verbetert in de VS en Europa veel hoger ligt. Deze verbeterde met 4 procent in de VS en met 5 procent in Europa in 2023.

Het IEA denkt dat de Europese elektriciteitsvraag pas in 2026 weer zal terugkeren naar het niveau voor de energiecrisis. Afhankelijk van het Europese energieprijsherstel zal de industriële productie weer aantrekken. De rest van het vraagherstel zal van warmtepompen, elektrische voertuigen en datacentra komen.

Waar warmtepompen in Electricity 2023 alleen nog werden genoemd als een factor die de elektriciteitsvraag in de toekomst gaat verhogen, zijn ze nu ook meegenomen in de berekeningen. Tot 2026 verwacht het IEA een Europese vraagstijging van 19 terawattuur, wat daarna flink kan gaan oplopen.

©IEA


Hoewel de elektriciteitsprijzen in 2023 over het algemeen lager waren dan in 2022, zijn er grote verschillen. De Europese elektriciteitsprijzen zijn gemiddeld met ruim 50 procent gedaald, maar nog altijd twee keer hoger dan het niveau van vóór de COVID-19-crisis. In de VS liggen de elektriciteitsprijzen nog altijd 15 procent hoger dan in 2019.

Hierdoor lagen de elektriciteitsprijzen voor Europese energie-intensieve industrieën in 2023 bijna twee keer hoger dan die in de VS en China. Deze prijskloof bestond ook al voor de COVID-19-crisis, maar is door de energiecrisis wel groter geworden. Het IEA verwacht niet dat de Europese elektriciteitsprijzen voor 2026 weer onder het 2019-niveau zullen komen, waardoor het Europese concurrentievermogen verder onder druk zal komen te staan.

Mondiale elektriciteitsvraag neemt sterk toe
Dat zo’n 85 procent van de vraagstijging tot 2026 aan opkomende economieën te danken is, komt vooral omdat China nog altijd officieel in deze categorie valt. Hoewel het IEA verwacht dat de groei van de Chinese stroomvraag zal dalen van 6,4 procent in 2023, naar 5,1 procent in 2024, 4,9 procent in 2025 en 4,7 procent in 2026, betekent dit natuurlijk nog altijd een fors groeiende elektriciteitsvraag. Tot 2026 zal de Chinese stroomvraag daardoor met ongeveer 1.400 terawattuur groeien, meer dan de helft van het huidige jaarlijkse elektriciteitsverbruik van de Europese Unie.

De snelst groeiende stroomvraag komt echter uit India. Die groeide in 2023 met 7 procent en zal volgens het IEA tot 2026 met nog eens 6 procent per jaar groeien. Dit betekent dat India in drie jaar zijn elektriciteitsvraag zal vergroten met het huidige verbruik van het Verenigd Koninkrijk. Ook de vraag naar elektriciteit in Zuidoost-Azië zal tot 2026 jaarlijks met gemiddeld 5 procent stijgen. Een van de grootste aanjagers van de sterk stijgende Aziatische stroomvraag is het groeiende aantal airconditioners.

©IEA


Na een stijging van 2,6 procent in 2022, daalde de elektriciteitsvraag in de VS met 1,6 procent in 2023, vooral door milde temperaturen en een verminderde productie. Het IEA verwacht een vraaggroei van 2,5 procent in 2024 en 1 procent in 2025 en 2026.

In Afrika stagneert het elektriciteitsverbruik al meer dan dertig jaar, maar daar komt verandering in volgens het IEA. Tot 2026 zal de elektriciteitsvraag met 4 procent per jaar groeien. Hernieuwbare energie zal naar verwachting twee derde van de vraag dekken en de rest grotendeels door aardgas.

“Toegang tot betrouwbare, betaalbare en duurzame energie voor alle burgers is essentieel voor Afrikaanse landen om hun economische en klimaatdoelen te bereiken. De internationale gemeenschap moet samenwerken met Afrikaanse regeringen om de urgente vooruitgang mogelijk te maken die nodig is”, aldus Birol.